DE
VAKMAN
LEEST
PLUIMVEE
Juist NU is een GOED pluimveevakblad onmisbaar
516
Besturen landbouwstudieclubs
namen afscheid van voorzitter A. Ramondt
Voorjaarsverzorging van suikerbieten
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
ULK jaar komen de besturen van de landbouwstudieclubs
in Zeeuwsch-Vlaanderen tweemaal bijeen, om samen
niet het Stichtingsbestuur en de R.L.V.D. het activiteitenpro
gramma te bespreken en vast te stellen.
Dit voorjaar had weer een dergelijke bijeenkomst plaats.
Op deze vergadering ging het niet alleen om de normale
werkzaamheden, maar werd tevens afscheid genomen van de
voorzitter van het Stichtingsbestuur van de studieclubs, de
heer A. Ramondt.
EERSTE BEGIN
Toen omstreeks 1950 enkele studieclubs waren opgericht, werd al gauw de
behoefte aan een overkoepelend orgaan gevoeld, dat samen met de landbouw-
voorlichtingsdienst een programma voor alle clubs diende op te zetten. Van dit
overkoepelend bestuur werden de initiatiefnemers, de heren A. Ramondt en
de toenmalige landbouwconsulent ir. P. R. Bouman respectievelijk voorzitter
en secretaris.
Na enkele jaren met een groeiende belangstelling voor clubs en van leden,
werd dit bestuur omgezet in een Stichting met de naam: Stichting ter Bevor
dering van het Landbouwkundig Onderzoek in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Onder leiding van de dynamische voorzitter, de heer A. Ramondt, steeg het
aantal clubs van enkele tot 14 en nam het ledental van 100 toe tot ruim 700.
DE SITUATIE IN HET BEGIN
Toen in de periode 1945-1950 de landbouw met een sterke onderbezetting aan
arbeidskrachten werd geconfronteerd, was een ommezwaai naar motorisatie,
mechanisatie en chemische onkruidbestrijding onvermijdelijk, met een ontwik
keling van de bestrijding van ziekten en plagen en een aanpassing aan de grond
bewerking. Dit alles bracht de nodige problemen met zich mee, waardoor een
sterke behoefte ontstond aan voorlichting en praktijkvoorbeelden.
Het is juist de grootste verdienste van de heer Ramondt geweest dat hij bij
dit alles niet alleen als boer, maar ook als voorzitter van de Stichting in voren
genoemde punten de toon aangaf. Mede door zijn durf en vooruitstrevendheid
op eigen bedrijf, door gesprekken en contacten met diverse personen in streek,
provincie en land, en niet te vergeten zijn eigen visie in de noodzakelijke toe
komstontwikkeling, werd voor de landbouwstudieclubs steeds een programma
gepresenteerd dat meewerkte aan de oplossing van de vele voorkomende pro
blemen, maar de leden ook dwong tot eigen bezinning en het dragen van eigen
verantwoordelijkheid.
AFSCHEIDSWOORDEN
Bij de afscheidswoorden aan de scheidende voorzitter van een drietal spre
kers kwamen deze verdiensten dan ook sterk naar voren.
De eerste spreker, de vice-voorzitter van het Stichtingsbestuur de heer J. P.
de Regt, bracht de heer A. Ramondt dank voor zijn stuwende kracht en acti
viteit in het Stichtingsbestuur en voor zijn onvermoeide werklust en weldoor
dachte visie, die nodig waren om de studieclubs steeds een programma te pre
senteren dat er mocht zijn. De heer J. P. de Regt besloot zijn toespraak met
het volgende:
U was bij de tijd, ook met het systeem
de aardappelrug was voor U geen probleem
systeem Ramondt, bekend, beroemd door 't hele land
volautomatisch rooien, het kwam van Uwe hand.
Na deze niet te lange maar goed opgezette toespraak bood de heer J. P. de
Regt namens de studieclubs de heer A. Ramondt een gouden polshorloge met
inscriptie aan als waardering voor al het geleverde werk.
De tweede spreker was de rijkslandbouwconsulent, de heer ir. L. Th. J. M.
de Wit, die de heer Ramondt schilderde als een zeer begaafd persoon in kennis
en visie omtrent de landbouwproblemen en mogelijke oplossingen van deze.
De kennis wist U ook door te geven bij de studieclubs, aldus de heer de Wit,
hetgeen het werk zeer ten goede kwam. Het klankbord dat de rijkslandbouw-
voorlichtingsdienst in de vorm van de studieclubs heeft, stelde de heer de Wit
zeer op prijs, en bracht de voorzitter dank voor de speciale medewerking die
door hem hieraan verleend is.
De derde spreker was de heer F. Verhelst, voorzitter van de studieclub West-
dorpe, die namens de clubs en hun leden opmerkte dat men zo vlug geneigd is
om de goede dingen in het leven als normaal te beschouwen, maar zo weinig
stilstaat bij datgene wat vooraf gedaan moet worden om deze goede dingen te
verwezenlijken. Tot deze goede dingen behoren de welgekozen en goed ver
zorgde lezingen voor elke club afzonderlijk, de demonstraties, de tentoonstel-
lingsdagen te Schoondijke en de algemene voorlichtingsdagen te Terneuzen.
Het zijn echter allemaal punten ten dienste van de leden van de studieclubs
en ten dienste van de Zeeuwsch-Vlaamse landbouw in het algemeen. Onbe
wust, aldus de heer 'Verhelst, wordt niet beseft wat aan dit werk vooraf moet
gaan om een goed programma op te zetten en uit te voeren. Voor het aandeel
dat de heer Ramondt hierin heeft gehad werd hem door de heer Verhelst veel
dank gebracht. Speciaal werd in deze dank ook betrokken het beschikbaar
stellen van zijn bedrijf hij de vele gehouden demonstraties en de tijd die nodig
was om alles te bespreken en te organiseren.
DANKWOORD DE HEER A. RAMONDT
Onder de indruk van alle toegezwaaide lof en dank en het aangeboden ca
deau, dankte de heer Ramondt speciaal zijn medebestuursleden voor het ver
trouwen dat hij steeds bij hen mocht hebben en voor de zeer prettige samen
werking die bij dit alles niet ontbrak.
In dezelfde mate bedankte de heer Ramondt ook de landbouwconsulent en
met hem alle medewerkers van de rijkslandbouwvoorlichtingsdienst voor de
bereidheid om steeds samen op te trekken in het belang van de Zeeuwsch-
Vlaamse landbouw. Voor het vele werk dat de rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst, speciaal voor de Stichting en de studieclubs gedaan, sprak- de heer Ra
mondt zijn bijzondere dank en waardering uit. Zonder deze inzet waren de stu
dieclubs niet op dit niveau gekomen waarop ze thans staan.
De scheidende voorzitter bedankte de heer Verhelst voor zijn spontane en
hartelijke woorden en de leden van de studieclubs voor het enthousiasme en
de belangstelling voor het werk van de Stichting.
De heer Ramondt besloot zijn afscheid met de volgende woorden: Moge het
Stichtingsbestuur en speciaal de nog niet bekende voorzitter steeds voor ogen
staan het grote belang om samen als studieclubs en rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst op te trekken waarbij het er niet om gaat wie het doet, maar wat men
doet. Dit alles in het belang van de Zeeuwsch-Vlaamse landbouw in het alge
meen en in het bijzonder voor de leden van de studieclubs.
Op deze algemene besturenvergadering werd met algemene stemmen geko
zen de heer A. de Feijter te Cadzand als opvolgend bestuurslid van de heer
A. Ramondt.
Op een daaropvolgende vergadering van het Stichtingsbestuur werd de heer
A. de Feijter gekozen tot voorzitter.
Moge hij in staat zijn om op zijn manier, de naam van de studieclubs in
Zeeuwsch-Vlaanderen hoog te houden.
De laatste jaren staat de voorjaarsverzorging van de
suikerbieten in het centrum van de belangstelling. Meerdere
onderzoekers hebben de verbetering van de teeltmethode
bestudeerd. In een thans verschenen publikatie van het
F. A. W. is een en ander ook in bedrijfsverband beschouwd.
Het toepassen van moderne arbeidsbesparende teelttech
nieken leidt er in het algemeen toe, dat er hogere eisen moe
ten worden gesteld aan de bedrijfsleider, het zaaibed, het
zaad en de hulpmiddelen. Een eenmaal gemaakte fout heeft
bij tie bovenbedoelde teeltmethoden grotere nadelige gevol
gen dan bij de oude teeltwijzen. De niet beheersbare facto
ren zoals neerslag en temperatuur spelen een grotere rol.
Aldus één der conclusies in deze mededeling no. 104 van
het P. A. W. „Enkele technische en bedrijfseconomische as
pecten van de voorjaarsverzorging by suikerbieten door
M .de Jonge (kand. Li.). (Verkrijgbaar door overschrijving
van 1,op giro 966643) in het bijzonder gericht op het
Veenkoloniale gebied „De Krim".
DE theoretische beschouwingen over de arbeidsbehoefte leiden tot de con-
V clusie, dat het geen zin heeft naar een hoger eenlingen te streven dan
<S0 a 85 De vraag rijst of dit geheel juist is, het zou heel goed mogelijk
kunnen zijn, dat de laatste 15 a 20 eenlingen wel een werkbesparing geven,
maar dat deze als gevolg van de grote spreiding in de arbeidsbehoefte moeilijk
aan te tonen is.
Evenals het verbinden van conclusies aan een uit zijn verband gehaalde zin,
kan het zeer gevaarlijk zijn, uitspraken te baseren op een teelttechniek, die
niet in bedrijfsverband wordt beschouwd. De begrotingen voor het veenkolo
niale gebied De Krim tonen aan, dat de suikerbieten ondanks de reductie van
het aantal m.u./ha van 73 tot 35 in de kritieke periode 1 mei1 juni steeds
de aardappelen niet van de eerste plaats kunnen verdringen. De prijs van de
aardappelen zal 1 a 1,5 ct per kg moeten dalen voor dit het geval is.
Moderne verzorgingsmethoden met minder handenarbeid, meer machinaal
werk en chemische onkruidbestrijding leiden tot een uitbreiding van het bie
tenareaal, welke soms meer dan 100 bedraagt. De kosten stijgen echter ook
aanzienlijk, zodat het uiteindelijk arbeidsinkomen van de ondernemer nog niet
zoveel toeneemt. Dit laatste wordt mede veroorzaakt door het vrij lage op
brengstniveau in het beschouwde gebied. Deze ligt 7 k 8 ton beneden het lan
delijk gemiddelde en 10 k 15 ton beneden opbrengsten zoals die op het Z.W.-
kleigebied gehaald worden.
Indien de aardappelprijzen dalen t.o.v. de bietenprijzen wat niet onwaar
schijnlijk is, zal de suikerbiet als gedeeltelijke vervanger van de aardappel
kunnen optreden.
De invloed van de arbeidsbesparende teeltmethoden in de süikerbieten zal
in die gebieden waar de suikerbiet op de eerste plaats in het bouwplan staat
en waar men met een tekort aan arbeidskrachten te kampen heeft een grote
re invloed op het arbeidsinkomen van de ondernemer uitoefenen dan in het
Veenkoloniale gebied De Krim.
Het zal aanbeveling verdienen de mogelijkheid te onderzoeken om, ook al
daalt de aardappelprijs niet, rundvee te gaan houden op de in dit verslag
besproken bedrijfstypen. De bijprodukten als bieten, vlas en stro zouden
hiermee tot grotere waarde gebracht kunnen worden en de winteruren zouden
beter benut kunnen worden.
U ontvangt:
alle voor 1 juli 1965
verschijnende nrs.
GRATIS
De bon a.u.b. uitknippen
en in als brief gefrankeer
de enveloppe of op brief
kaart geplakt sturen aan:
Administratie
PLUIMVEE
Brantsenstr. 6 - Arnhem
Hiermede verzoek ik u mij te noteren voor
een abonnement op het veertiendaags tijd
schrift „Pluimvee" ad ƒ10,per jaar. De
vóór 1 juli 1965 verschijnende nummers
ontvang ik gaarne gratis.
NAAM
ADRES
WOONPLAATS