Loonwerkbedrijf in de branding Het ontwikkelings- en saneringsfonds in de praktijk 511 T)E overige basisvoorwaarden zijn onveranderd. VRIJDAG 21 MEI 1965 (Vervolg van le pagina). Evenzeer kunnen de loonwerkers op verkeerde wijze hun bedrijf voeren en zaken over het hoofd zien, die een zeker nadeel opleveren. DE GEVOLGEN DE consequenties van samenwerking voor de landbouwers zijn velerlei. In de eerste plaats zijn grote bedrijven nodig om de vereiste machines aan te schaffen. Indien de landbouwers van zichzelf eisen, wat dikwijls van de loonwerkers wordt verlangd, zullen ze bjj moeten blijven. E)e machines zijn veelal nog niet volmaakt, elk jaar komen verbeteringen aan de markt en is de capaciteit nog weer toegenomen. Zullen de samenwerkende ondernemers bereid zijn die ontwikkeling op de voet te volgen, met alle lasten daaraan verbonden? Er is geschoold personeel nodig dat met de ingewikkelde werktuigen moe' kunnen omgaan, d.w.z. ze moeten ze niet. alleen kunnen bedienen, maar oo>- reparaties weten uit te voeren. Arbeiders die vrijwel alle herstelwerk op zich kunnen nemen zijn op het landbouwbedrijf veelal niet aanwezig. Dikwijls za' men zich tot de plaatselijke smid of de gespecialiseerde werkplaats moeten wenden, hetgeen hoge kosten met zich mede brengt. De loonwerker met een groot machinepark en een jarenlange ondervinding kan meestal wel dit werk met geschoold personeel opvangen. Als de vlucht uit de landbouw nog voort blijft gaan en met name de arbeiders minder in aantal worden, kan het moment komen dat de ma chines aanwezig zijn en ook de middelen om vervanging en herstel te financieren, maar niet meer de mensen om ze te bemannen en te onder houden. Een allereerste voorwaarde tot samenwerking, die we eigenlijk voorop had den moeten stellen, is de goede geest en het vertrouwen in elkaar. De moei lijkheden die op dit punt kunnen ontstaan zijn vele. Het goed samenwerken m-t een loonbedrijf hangt van heel wat minder voorwaarden af. De samen werking tussen landbouwers kan in gevaar komen door juridische gevolgen van overlijden, huwelijk van zoons, splitsing van bedrijven, enz. In het alge meen door zaken, waaraan men bij de aanvang zelden denkt- De samenwer king met de loonwerker kan te allen tijde beëindigd worden al komt het ons voor dat men ook in die gevallen de loonwerker tijdig op de hoogte moet stel len indien men van zijn diensten geen gebruik meer denkt te maken Verschillende bezwaren, verbonden aan inschakeling van loonwerkers, zuilen soms eveneens kunnen gelden voor samenwerking tussen landbouwers, b.v. het moeten wachten op zijn beurt, het nadeel van slecht weer op de dag dat men aan de beurt is. (Bij bepaalde combinaties is een streng schema in gesteld, waarvan niet wordt afgeweken.) COMBINATIE SAMENWERKENDE LANDBOUWERS-LOONWERKER NUTTIG WK willen hiermede slechts aantonen, dat ondanks moeilijkheden, welke zich door het afhankelijk zijn van een loonwerkbedrijf kurnen voordoen, de onderlinge samenwerking ook niet altijd tot in lengte van dagen rozegeur en maneschijn hoeft op te leveren. Het is mogelijk dat in bepaalde gevallen van samenwerking onder gunstige omstandigheden wat voordeliger gewerkt kan worden dan wanneer men voor een deel der werkzaamheden het loon bedrijf inschakelt. Dat het laatste de boer minder hoofdbrekens kost is echter wel zeker. Raadzaam zou voor de landbouwers zijn, plannen voor samenwer king ook op langere termijn te bezien en niet te vlug en rigoureus de band met het bonafide loonbedrijf te verbreken. Men kan dit later nog weieens weer willen inschakelen. Maar als de loonwerker gedwongen wordt te liquideren of om te schakelen op werk zaamheden van andere aard, is dat te laat Een combinatie van samenwerkende landbouwers, waarbij zoals we hiervoren aangaven een deel der werkzaamheden aan de loonwerker wordt overgelaten, zou voor beide partijen nuttig kunnen zijn. Een eenvoudige trekker weten de meeste boeren nog wel rendabel te maken, maar als het om dure machines gaat zijn vele bedrijven te klein om deze lonend te exploiteren. EI KANDEK NODIG HE achter ons liggende jaren hebben voldoende bewezen, dat landbouwers en loonbedrijf elkaar nodig hebben. Een landbouw zonder de laatste is niet meer denkbaar. Een loonbedrijf met een kapitaal aan inventaris kan echte? ook niet bestaan zonder een basis van in zekere zin vaste klanten. Voor beide geldt b.v. dat werken beneden de geldende tarieven funeste ge volgen kan hebben. Voor de loonwerker bestaan daarnaast nog meer onge schreven regels, die voor de gezondheid van zijn bedrijf van belang zijn. We denken daarbij aan het waken tegen te grote en te snelle investeringen om elkaar te overtroeven. Er lopen nog oude combines die zeer goed werk leve ren Verder is een goede samenwerking tussen collega's in het zelfde dorp of dezelfde streek buitengewoon nuttig. Men kan elkaar beter helpen dan af breken Hetgeen dan tevens in het belang is van de landbouwers die, als het even kan, op tijd en goed bediend worden. Het geheel overziende hebben we geen reden om de huidige situatie somber in te zien. Samenwerking onder landbouwers is zo oud als de landbouw zelf en ze zal altijd die vorm aannemen, welke de tijdsom standigheden mogelijk maken, zonder dat daarvoor een kunstmatige pressie nodig is. Daarnaast is het loonbedrijf een aanpassingsvorm die eveneens uit de aanwezige en toegenomen behoefte, is ontstaan. Er is geen sprake van dat de noodzaak van aanwezig zijn dezer bedrijven zal komen te vervallen. Landbouw en loonwerker zouden er beide de dupe van worden. Een gezonde en zakelijke instelling van beide zijden zal in staat zijn het evenwicht te bewaren tot beider voordeel. v. Y. "W/lJ ontvingen deze week een besluit van het be- stuur van het O S fonds voor de Landbouw inhoudende een wijziging van de beëindigingsvetv goedingsregeling. Deze is ter goedkeuring aan de Staten Generaal aangeboden. De voornaamste voorgestelde wijzigingen bestaan hieruit: a. Dat op het tijdstip van aanvraag de leeftijd van 49 jaar moet zijn bereikt. Dit was voorheen 54 jaar. b. In de laatste 3 jaar, waarover een definitieve aanslag in de inkomstenbelasting is vastgesteld, mag geen hoger zuiver fiscaal inkomen zijn ge noten dan gemiddeld f 8.000,per jaar. Dit was voorheen f6.500, o. Meer dan 50% van dit gemiddelde fiscaal inko men moet verkregen zijn uit het door de onder nemer uitgeoefende land- of tuinbouwbedrijf. Maar dit gedeelte moet dan minstens f 2.500, per jaar zijn. Voorbeeld: iemand heeft over de laatste 3 jaar een gemiddeld fiscaal inkomen ge had van f 4.500,en hiervan is de definitieve aanslag in de inkomstenbelasting vastgesteld. Hij moet dan minstens f 2.500,uit zijn eigen bedrijf hebben verkregen om voor beëindigingsvergoe ding in aanmerking te komen. De helft zou dus hier f2.250,bedragen, d. Wanneer iemand in een ruilverkavelingsgebied ligt met zijn grond en hij wil beëindigen, dan dient deze grond overgedragen te worden aan de Stichting Beheer, Landbouwgronden. De eigen dom gebruikt deze Stichting op haar beurt voor bedrij fsvergroting. INDIEN een pachter wil beëindigen dan dient hij aan de eigenaar te verzoeken of deze er aan mee wil werken de grond in te geven in de z.g. ruil verkavelingspot. In overleg met hem zal dan t.z.t. een nieuwe pachter worden aangewezen. Een nieuw element in deze regeling, ter beoorde ling voorgelegd aan de plaatselijke commissie of voorbereidingscommissie van de ruilverkaveling, is het volgende: Stel A heeft een bedrijf van 24 ha in een ruilverkavelingsgebied. Hij verpacht aan B 4 ha. B wenst gebruik te maken van de beëindigingsver goedingsregeling. Verpachter A kan dan onder door de plaatselijke of voorbereidingscommissie te stellen voorwaarden deze grond zelf in gebruik nemen. Dit is alleen mogelijk indien de verpachter zelf een land of tuinbouwbedrijf uitoefent. De nieuwe vergoedingen zullen per maand gaan bedragen: f 196,bij beëindiging op 50 jarige leeftijd. f207,— „51 f219,— „52 f 225,— „53 f 243,— 54 f 255,— 55 f 273, 56 f 303,— „57 f338,— 58 f 392,-— 59 h Bij beëindiging tussen de 60 en 65 jarige leeftijd bedraagt de uitkering f451,— per maand. Indien men beëindigt na de 65 jarige leeftijd ontvangt men een uitkering van f 95,— per maand. Men dient sinds 1 januari I960 ononderbroken een land- of tuinbouwbedrijf te hebben uitgeoefend en het bedrijf mag de laatste 5 jaar niet verkleind zijn, of dit moet ontstaan zijn door een rechtelijke uitspraak, executoriale verkoop of onteigening. Zodra de mogelijkheid is geopend onder deze nieuw voorgestelde regeling te beëindigen zal dit via het Zeeuws Landbouwblad worden bekend gemaakt. HOE is nu de stand van zaken nadat dit fonds gedurende 1 jaar in werking is? In Zeeland werden in totaal 222 aanvragen ingediend met een totale oppervlakte van 1056 ha. Hiervan werden er op belastingvoorwaarden afgewezen 28 en op ove rige voorwaarden 10. Definitief zijn 85 voorstellen goedgekeurd waarvan 33 personen een-uitkering ontvangen. Van 55 personen wordt gewacht op voor stellen voor een nieuwe gebruiker terwijl 44 aan vragen in behandeling zijn. Wij hebben de indruk dat de voorstellen voor een nieuwe gebruiker maar langzaam ingediend worden. Verder is gebleken dat de afhandeling nog al enige tijd vergt, zodat het wellicht aanbeveling ver dient dat belanghebbenden niet alles op het najaar laten aankomen. Van de ontwikkelingskant van dit fonds wordt weinig nieuws vernomen. De aanvragen voor mon tagestallen in ontwikkelingsbedrijven worden be keken. Er zal naar we hopen spoedig een definitieve beslissing genomen worden welke bedrijven hier voor in aanmerking komen. Verder zjjn er via de Provinciale Raad voor Bedrijfsontwikkeling diverse andere projecten ingediend, die van belang zijn voor de ontwikkeling van bepaalde gebieden. Hiervan horen we niets tot op heden. Het moet ons van het hart dat we van de ontwikkelingskant van dit fonds grotere verwachtingen hadden. Iedere start is moei lijk maar ook hier wordt nu spoedig een etappezege verwacht. Toch menen wij dat besturen, commissies door moeten gaan de ontwikkelingsmogelijkheden voor hun gebied, hun streek te bezien en waar zy dit nodig achten met goed gefundeerde voorstellen bjj het bestuur van het ontwikkelingsfonds moeten komen. Een etappezege kan dan niet uitblijven. Be hoort hierbij ook de rentesubsidie?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 3