Meta-iso-systox Meta-iso-systox GRASZAADTEELTPROEVEN Adverteren doet verkopen 519 Dit is de perzikbladiuis overbrenger van het gevaar lijke virus dat bladrol in aardappelen veroorzaakt. Voorkom ernstige moeilijkheden en zorg er voor, dat virus-overbrengende bladluizen geen kans krijgen. Het bekendste systemische middel geeft bij de bestrijding van bladluizen uitstekende resultaten. Bovendien heeft Meta-iso-systox in de poterteelt de gunstige eigenschap dat bij gebruik geen nevenverschijnselen in het blad optreden. Hierdoor blijft ook de selektie goed uitvoerbaar. N.V. Agro Chemie Arnhem De Wetstraat 10 Telefoon 08300-31447 VRIJDAG 21 MEI 1965 VANAF het seizoen 1951/1952 wordt door Wageningse instituten stelselmatig onderzoek verricht naar de problemen bij de graszaadteelt. De resultaten van het verrichte onderzoek, dat vnl. door middel van veldproeven geschiedt, worden gepubliceerd in een reeks getiteld „Graszaadproe- ven". Hiervan is thans het 10de deel verschenen. In dit verslag Graszaadteeltproeven X, oogst 1963 en 1964, samengesteld door ir. A. Evers, en verschenen als Mededeling nr. 102 van het P. A. W. en verkrijgbaar door storting van f 1,— op giro 966643 zijn onder meer de volgende problemen behandeld. A. De geschiktheid van zomergranen als dek- vrucht voor diverse grassoorten, in vergelijking met vlas. Een proef werd genomen met het zaaien van veldbeemd (een trage groeier) en beemdlangbloem (een snellere groeier) onder zomergerst, haver en vlas. Beemdlangbloem gaf bij uitzaai onder de gra nen uitstekende opbrengsten gelijk of zelfs nog hoger dan onder vlas. Het veldbeemd daarentegen gaf, onder de granen geteeld, belangrijk lagere zaadopbrengsten. Vermeldenswaardig is, dat beide grassoorten bij teelt onder haver hogere zaadopbrengsten gaven dan bij teelt onder zomergerst, hoewel dit laatste gewas toch belangrijk vroeger geoogst wordt. Ver moed wordt dat structuurkwesties hierbij een rol spelen. B. De teelttechniek van diverse tetraploïde selec ties van raaigrassen. Engels raai gras tetraploid. De zaadteelt zowel van vroeg hooitype als van weidetype leverde uit stekende resultaten op. Met dit weidetype werd een zaaitijdenproef genomen, waarbij uitzaai op 13 augustus de beste resultaten gaf. Italiaans raaigras tetraploid. Zeer goede resul taten werden verkregen met gecombineerde voe der- en zaadwinning. Bij inzaai onder dekvrucht werd in de hierop volgende herfst een goede snede groenvoeder, geschikt om in te kuilen, verkregen; een tweede snede kon vervolgens in het voorjaar gemaaid worden (voormaaien) en ten slotte werd een normale tot goede zaadoogst behaald. De groot te en de kwaliteit van de voorjaarssnede hangt af van het tijdstip waarop gemaaid wordt. Stikstof moet behalve in het vroege voorjaar, ook gegeven worden na de beide groenvoedersneden en wel on geveer evenveel als door het maaien aan de bodem werd onttrokken. Westervvolds raaigras tetraploid. Ook hiermede werden hoge zaadopbrengsten behaald; Een zaai tijdenproef gaf als resultaat de hoogste opbrengst bij vroeg zaaien (12 maart)hoe later gezaaid, hoe lager de opbrengst. Bij normale vroege zaai lijkt een zaaizaadhoeveelheid van 15 kg/ha op 22 a 25 cm het best- Bij latere zaai wordt het gewas heterogenen Ook met het oog hierop (kiemkracht) is vroeg zaaien raadzaam. C. Onderzoek naar de kiemkracht van de Ameri kaanse velbeemdselectie Merion. Ervaring werd opgedaan met de zaadteelt van de Amerikaanse selecties Newport en Park. Bij het eveneens Amerikaanse ras Merion werden de proefnemingen over de invloed van oogst- en dors- tijden op opbrengst en kiemkracht voortgezet. Ook dit jaar bleek, dat het zaad van deze selectie onder hevig is aan kiemrust, die opgeheven kan worden door lang bewaren van het zaad. De teler zal er goed aan doen dit gewas op de daarvoorstaande datum te oogsten. Extra vroeg oogsten is onge wenst met het oog op een te diepe niet op te heffen kiemrust. Extra laat oogsten geeft kans op oogst verliezen, zonder vlotter opheffen van de kiemrust. D. Chemische onkraidbestrijding, v.n.I. van duist in Engels raaigras en veldbeemd, en bestrij ding van straatgras in veldbeemd. 1. Dicotyle onkruiden. Het nieuwe middel Tordon gaf bij toepassing in Engels raaigras geen op brengstderving. Het is te hopen, dat dit middel voor toepassing goedgekeurd wordt, want het heeft een zeer goede werking op klein hoefblad en op kamille en lijkt onschadelijk voor het gras (waarnemingen bij veldbeemd en rood- zwenkgras) 2. Monocotyle onkruiden. Uit een groot aantal proeven is gebleken, dat Endothal een bruik baar middel is voor de bestrijding van straat gras in veldbeemd en van duist in veldbeemd en Engels raai. E. Oogstmethodenproeven: vergelijking van op raapdorsen en maaidorsen van l>osbeemd, En gels-, Italiaans- en Westerwolds raaigras, roocf- zwenk, veldbeemd en ruvvbeemd. Uit vele proefnemingen, waarin opraapdorsen en maaidorsen met elkaar vergeleken werden, bleek dat maaidorsen zeer goed toepasbaar is in alle raaigrassen en vermoedelijk ook in de zwenkgras- sen, onder voorwaarde, dat te vochtig zaad, waar vooral bij maaidorsen grote kans op is, direct ge koeld en eventueel gedroogd wordt. Bij de beemd grassen lijkt het opraapdorsen te verkiezen boven het maaidorsen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 11