Ons commentaar over
enkele actualiteiten
De Regeringsverklaring
„Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
VRIJDAG 30 APRIL 1965
„EEN nieuwe lente een nieuw geluid'', zo luidt de tot gezegde gewor
den dichtregel. De lente laat het er evenwel bij zitten Het is koud
voor de tijd van liet jaar en de regen valt in ruime mate on met een
grote regelmaat. De natuur aarzelt om tot nieuw leven te komen. En
de goede ontwikkeling van de land- en tuinbouwgevvassen vraagt nu
om gunstig lenteweer. Bovendien zijn er nog enkele voorjaarswerk
zaamheden die op een aantal bedrijven moeten gebeuren en die al enige
tijd stagneren. Maar de natuur laat zich dus eenmaal niet naar onze
hand zetten.
NIEUW is het kabinet dat zich deze week voorstelde aan de Volks
vertegenwoordiging met een gedeeltelijk nieuw geluid: „de rege
ringsverklaring".
Ten aanzien van een aantal kwesties worden bij de nieuwe regering
de accenten wat anders gelegd dan bij het Kabinet Marijnen het geval
was. Dat is begrijpelijk als men de samenstelling van het nu opgetreden
kabinet vergelijkt met het vorige. Anderzijds worden er toch ook lijnen,
reeds door de voorganger uitgestippeld, doorgetrokken. Ook al weer
verklaarbaar alleen al gelet op de betrekkelijke korte duur die dit Kabi
net nog voor de volgende verkiezingen heeft. Enkele van de in het oog
springende punten van de regeringsverklaring zijn onder meer: Hot
behoud van de hoge prioriteit van de woningbouw, grotere financiële
bijdragen voor de gemeenten, het hoger onderwijs en de ontwikkelings
hulp en de bedoeling om meer aandacht te besteden aan de ruimtelijke
ordening.
Dat wij zonder de betekenis van andere onderwerpen te onderschat
ten eerst zochten naar de landbouwparagraaf toen wij van de (verkorte)
tekst van de regeringsverklaring kennis namen is begrijpelijk.
Wij vonden betrekkelijk weinig in de lange regeringsverklaring wat
direct op het nationale beleid ten aanzien van de landbouw betrekking
had.
De indruk die wij van de desbetreffende passage kregen is dat de
nieuwe overheid ongeveer op de zelfde voet wil voortgaan met het
landbouwbeleid. Een hoge prioriteit wordt toegekend aan het structuur
beleid en alles wat daarmede samenhangt. Maar dat was onder het vori
ge kabinet ook al het geval. De kardinale vraag is of een voortzetting
van het gevoerde beleid voor de positie van onze agrarische sector vol
doende is.
In dal verband mis.ten we de uitdrukkelijke opmerking in de rege
ringsverklaring dat de gehele landbouw de hoge prioriteit blijft behou
den. En dat mogen we, gezien de problemen in onze sector en gezien het
feit dat dezelfde voerman van de landbouwwagen van de staat is ge
bleven, toch wel verwachten. Jammer dat hieromtrent niet duidelijk is
gesproken
Bij de herdenking van haar 56e verjaardag bieden wij Hare Majesteit Koningin
Juliana onze hartelijke gelukwensen aan en spreken hierbij de wens uit dat
zij deze dag nog vele jaren te midden van gezin, land en volk zal mogen
gedenken.
(Foto: Max Koot»
Frankering bij abonnement: Terneuzen
53e Jaargang No. 2778
RUIMTELIJKE ORDENING
EN INGRIJPENDE VOORSTELLEN
DEN belangrijk punt waar de landbouw in ster-
ke mate bij betrokken is en wat door de nieu
we regering een zwaar accent wordt gegeven is
zoals boven vermeld de ruimtelijke ordening.
Indirect wordt door deze accentuering de land
bouw nog eens duidelijk gemaakt wat we aan de
lijve steeds meer gaan voelen, ook in onze provin
cie, n.l. dat de landbouw veel grond moet afstaan
voor andere doeleinden.
Laten we de verwachting uitspreken dat de toe
nemende betekenis van de ruimtelijke ordening
ook zal leiden tot een toenemend overleg met de
primaire bij de grond betrokkenen n.l. de landbouw.
De schaarste aan grond waardoor een departe
ment nu is verrijkt met het woord „ruimtelijke
ordening", heeft ook aanleiding gegeven tot het
opstellen van een aantal, naar onze mening, nog
al diep ingrijpende voorstellen. Om, zoals de nieu
we overheid zegt, de prijs van de grond te beïn
vloeden. En tevens om te zorgen dat voldoende
grond beschikbaar komt voor bestemmingen in het
belang der gemeenschap.
Het lijken ons zeer ambitieuse voorstellen die
een wijdere strekking hebben dan voor de 2-jarige
regeringsperiode van dit kabinet.
Een centrale vraag die zich direct bij ons op
dringt is: hoe moet dit gefinancierd worden?
DE NIEUWE VOORSTELLEN
EN ENKELE VRAGEN
MAAR laten we de nieuwe voorstellen (deze
zijn elders in dit nummer uitgebreid vermeld)
kort noemen en vragenderwijs enkele opmerkingen
onderzijds maken.
Ie. Het voorkooprecht voor gemeenten c.q. provin
cies.
Op welke wijze zal die gerealiseerd moeten
worden? Krijgen de gemeenten hiervoor sub
sidies (d.w.z. wordt het prijsopdrijving), of
wordt het een verkapte onteigening?
Voor welke delen van het gemeentelijk c.q.
provinciaal grondgebied moet dit voorkoop
recht. gelden? Voor het uitbreidingsplan in on
derdelen of het plan in hoofdzaken of welke
onderdelen hiervan?
Welke positie neemt de pachter van het door
voorkoop te verkrijgen stuk grond in, in ver
band met zijn voorkeursrecht?
Hoe moet de zinsnede, dat het voorkooprecht
zal moeten gelden voor gronden die in de toe
komst gebruikt zullen worden voor doeleinden
van openbaar nut, worden uitgelegd?
Zijn deze doeleinden van openbaar nut alle
niet agrarische bestemmingen of moeten we
het beperkter of ruimer opvatten?
Hoe zal de stimulans zijn van dit recht op ge
meentelijke en provinciale plannen? Zijn deze
plannen alle te verwezenlijken?
2e. Bij onteigening komt de mogelijkheid van
compensatiegrond.
Het woord „mogelijkheid" lijkt ons hier juist.
Immers men kan in omstandigheden verkeren
dat men liever zijn bedrijf beëindigt. Naast de
IJsselmeergronden die voor compensatie be
schikbaar zullen worden gesteld, zal de over
heid ook op het oude land gronden zien te
verwerven. Dit betekent nog een koper op de
markt en op welke wijze zal de overheid deze
aankoop realiseren?
Zeer veel vragen, veel onduidelijkheden ook bijv.
ten aanzien van de wijzigingen van de onteige
ningswet. Graag willen wij op deze hele materie
een volgende keer terugkomen wanneer er mis
schien meer bekend is naar aanleiding van de be
sprekingen in de Staten-Generaal. Het lijken oiw
voor de agrarische sector uitermate belangrijke
kwesties
Pr.