De teelt van groenbemestingsgewassen 404 ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD WAAROM EEN GROENBEMESTER TELEN? 1. Gras verdraagt beter een zware dekvrucht. 2. Het heeft geen last van vreterij door insekten. 3. Het is waarschijnlijk beter bestand tegen chemische onkruidbestrijdings middelen MCPA/TBA. MCPA en dicamba zijn het meest riskant. 4. Ook in de stoppel is nog een chemische onkruidbestrijding mogelijk. Hier staat tegenover, dat het zaaizaad van gras per ha duurder is dan van klaver en dat gras na het ruimen van de dekvrucht een stikstofbemesting nodig heeft, overeenkomend met 80 kg zuivere N per ha (d.w.z. 350 kg kalkammonsalpeter per ha). Voor uitzaai komen zowel Westerwolds als Italiaans raaigras in aanmerking. WESTERW OLDS RAAIGRAS Dit is een éénjarig gewas, dus het groeit en geeft zaad in hetzelfde jaar. Van deze eigenschap wordt gebruik gemaakt bij de zelfuitzaaimethode. Hier voor is het nu te laat. In erwten kan in juni (tegen de bloei) 3040 kg Westerwolds gezaaid war den. Hiervoor komen zowel de diploïde- als de tetraploïde selekties in aan merking. Deze laatste dan in die gevallen, als men het gewas een keer wil maaien voor voederwinning. Een nadeel van Westerwolds raaigras kan zijn dat het in het najaar zaad vormt dat het volgende jaar opslag heeft. Dit -s echter gemakkelijk te voorkomen door tijdig afmaaien van de zaadstengels. Westerwolds raaigras kan ook in de stoppel worden gezaaid. Hier besteden we nu verder geen aandacht aan. Hiervoor is het volgende van belang: 1. Voer de stikstofgift op de dekvrucht niet buitensporig hoog op (de zwaar ste gewassen zijn niet altijd de beste!) 2. Het zaaien van de klaver is mogelijk ongeveer een week na een DNOC- bespuiting. Moet later nog een MCPA-bespuiting volgen, doe dit dan zo laat mogelijk, want de klaver is dan sterker en wordt meer beschermd door de bladmassa van het graan. Neem bovendien de dosering van de MCPA met hoger dan absoluut nodig is. 3. Zaai de klaver zo vroeg mogelijk. 4. Zaai zo ondiep mogelijk. Vooral witte klaver verdraagt te diepe zaai slecht. IIET is nu weer de hoogste tijd, om na te gaan of er nog een groenbemestingsgewas als ondervrucht in graan zal worden gezaaid en zo ja, welk gewas hiervoor het meest geschikt is. Over de mogelijkhedcm van de teelt lopen de meningen nogal uiteen. Het is daarom wellicht nuttig om de verschillende mogelijkheden (en moeilijkheden) nog eens ten opzichte van elkaar te vergelijken. Het onderploegen van een groenbemester verhoogt het organische stof- gehalte van de grond. Dit gehalte moet minstens 2 a 2,5 zijn. Dit betekent dat in de bouwvoor van een perceel van 1 ha een hoeveelheid van ongeveer 70.000 kg organische stof voorkomt. Door het Instituut voor Bodemvrucht baarheid te Groningen is berekend, dat ieder jaar ongeveer 1 20 gedeelte van «le in de grond aanwezige organische stof verteert. Dit wil dus zeggen een hoeveelheid van rond de 3500 kg. Om hetzelfde gehalte te kunnen handhaven, zal deze hoeveelheid dus elk jaar in de grond gebracht moeten worden. Bij een gemiddeld bouwplan met 40 granen, 30 c/o hakvruehten en 30 diversen vormen de wortels, stoppels en de blad- en rooiresten van deze ge wassen een hoeveelheid organische stof, die overeenkomt met ongeveer 1700 kg per ha. Dit is dus nog niet de helft van de benodigde hoeveelheid. Het andere gedeelte moet worden verkregen door b.v. onderploegen van suiker bietenkoppen en -blad, onderbrengen van stalmest en voor een belangrijk ge deelte ook door het onderploegen van een geslaagd groenbemestingsgewas! Als de organische stof voorziening van de grond niet op peil gehouden wordt neemt «1e kans op verslemping van de bouwvoor sterk toe. onder wintertarwe, ook in aanmerking voor gebruik onder gerst en vlas. Voor groenbemesting is alleen geschikt de grootbladige witte klaver (de z.g. Ladino- typen). De hoeveelheid zaaizaad is 6 a 8 kg per ha. Hopperupsklaver komt alleen in aanmerking voor inzaai onder vlas. In graan heeft het te veel te lijden als er een groeistofbespuiting wordt uitge voerd, terwijl het ook niet bestand is tegen grote druk, zodat het in de wiel sporen van maaidorser, stro-pers en wagens niet tot ontwikkeling komt. De benodigde hoeveelheid zaaizaad is 15 kg per ha. Hoewel er dus wel mogelijkheden zijn om een klaver-groenbemester te telen, kunnen zich omstandigheden voordoen, dat men de voorkeur aan iets anders geeft. Daarom is de laatste jaren de teelt van gras als groenbemester meer op de voorgrond getreden. Dit heeft dan ook wel enkele belangrijke voordelen: ITALIAANS RAAIGRAS Rode klaver komt het meest in aanmerking voor gebruik onder wintertarwe, mits hierin niet te veel holle plekken voorkomen, waarin de klaver de kans krijgt om te hoog op te schieten. Om deze reden is rode klaver ook minder toesciiiKt onder gerst en vlas. De benodigde hoeveelheid zaaizaad is 12 kg per ha. Witte klaver groeit lager dan rode klaver. Het komt daarom, naast inzaai Een week na een bespiiiüng met DNOC kan een groenbemester reeds ingezaaid worden. Wacht niet langer dan nodig is. Hopperups verdraagt het bespuiten met MCPA slecht. Bovendien lijdt het teveel van de wieldruk tijdens het oogsten. Daardoor is het ongeschikt om in graan gezaaid te worden. WELKE GROENBEMESTERS TELEN? Voor inzaai onder een dekvrucht komen in aanmerking klaver (rode witte en hopperupsklaveren gras (Westerwolds en Italiaans). Men hoort nogal eens in de praktijk het geluid, dat de teelt van klaver in een graangewas on mogelijk is geworden. Inderdaad is het zo, dat de mogelijkheden om een goed geslaagd klavergewas te verkrijgen, minder zijn geworden, doordat de dek vrucht over het algemeen zwaarder is dan vroeger en de oogst bij het maai- dorsen later van het land is dan voorheen bij het gebruik van een zelfbinder. Ook het toegenomen gebruik van de chemische onkruidbestrijdingsmiddelen is een punt in het nadeel van de klaver. Toch is het m.i. wel mogelijk om. zij het dan niet in alle, toch in vele gevallen een goed geslaagde klaver te telen. Men zal zich dan echter welbewust hierop moeten toeleggen. Omdat dit een tweejarig gewas is, geeft het in het jaar van zaaien geen zaad en kan dus niet gebruikt worden voor de zelfuitzaaimethode. Het kan ingezaaid worden onder graan of erwten van begin mei tot half juni 30 kg/ha). Voor groenbemesting komen ook hier de diploïde selekties het meest in aanmerking, voor voederwinning de tetraploïde. Voor zowel Westerwolds als Italiaans raaigras geldt, dat zaad van een goede herkomst gebruikt moet worden, omdat zaad van onbekende herkomst nogal eens verontreinigd kan zijn met onkruidzaden (kweek). Het gras moet in de herfst goed worden ondergeploegd, omdat anders, vooral na een zachte winter, de hergroei veel last kan veroorzaken. R. L. V. D. Goes F. VADER.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 16