KONTAKTDAG KLEINFRUIT 401 IIIT onderdeel van de kleinfruitmarathon werd in geleid door de heer L. Gijsberts van het Cen traal Bureau van de Tuinbouwveilingen. De afzet- perspectieven werden met vele cijfers toegelicht. De totale veilingomzet van Nederlands Kleinfruit (zonder bramen en glasfruit) beliep een bedrag van 51.1 miljoen guldens gemiddeld, in de periode over 19621964, waarvan 62 °/o gevormd worden door aardbeien. De prijsvorming op korte en lange ter mijn werden voor zwarte en rode bessen, frambozen, kruisbessen en aardbeien behandeld. VKIJDAG 16 APRIL 1965 RASSENSITUATIE KLEINFRUIT JJE rassensituatie bij kleinfruitgewassen werd be handeld door mej. ir. H. G. Kronenberg van het I.V.T. Allereerst werden de aardbeien bespro ken. Van de zeer vroege tot de late en remonterende rassen zijn er voor de nieuwe rassenlijst slechts twee rassen met een A. aan te merken. Voor glas aardbeien zijn dit Glasa (zeer vroeg) en Cambridge Vigour (tamelijk vroeg). In de open grond zijn dit de rassen Senga Sengana (middentijds-laat) en Ta lisman (laat). De industrie heeft behoefte aan een goed indus trie-ras en voor de open grond zijn meerdere rassen gewenst, daar de Senga Sengana-aanvoer in een korte periode valt. Bij de rode bessen is volgens mej. Kronenberg alleen Jhr. van Tets het enige overgebleven ras met een A, hoewel deze nogal regengevoelig is. Na onge veer 15-20 jaar is pas gebleken dat het ras Rondom niet geschikt is voor sapbereiding. De prak tijk heeft hierover een andere mening. Deze slechte eigenschap is wel erg laat aan het licht gekomen. Rode bessen zijn enkele jaren slecht geweest. Er zijn nu goede percelen met Rondom. Andere rassen werden reeds gerooid! De verwachting is dat er hogere prijzen komen waarbij in aanmerking is genomen dat de voorraden rode bessen bij de industrie thans verdwenen zijn. Wanneer Rondom niet te vroeg geplukt wordt brengt hij in de komende jaren zijn geld wel op. Bij de zwarte bessen is alleen Wellington XXX het meest produktieve ras en komt in aanmerking voor een A. in de rassenlijst. De Malling Promise, bij de frambozen een vroeg ras, krijgt ook een A. maar is te zacht voor vermerking. Rode Radboud is beter. Bij bramen, een plaatselijk van belang zijnd gewas, is alleen Himalaya aan te bevelen. De Thornless Evergreen (doornloze) is een beproevingswaardig ras (N) geworden, en zal misschien toekomst krijgen. Over de kruisbessen valt weinig te vermelden Whitesmith is en blijft een A-ras. De conclusie is dat er veel kanten zijn bij het kleinfruit. De huidige rassen kunnen moeilijk vol doen aan de hoge eisen die gesteld worden. Veel kweekwerk is nog nodig zodat in de toekomst mis schien meer A-rassen in de rassenlijst voor fruit gewassen kunnen worden opgenomen. Op de hoogte blijven met ontwikkelingen in binnen- en buiten land zal een vereiste zijn. VERWERKING VAN KLEINFRUIT van zwarte bessen in Nederland geen door gang zal vinden kan deze teelt beter ver dwijnen dan aangemoedigd worden. Ondanks een grote wisselvalligheid zijn er genoeg aan knopingspunten om de kleinfruitteelt in Ne derland te handhaven. Een sterke expansie zal echter uitgesloten zijn. De kleinfruitteelt is niet de sterkste sektor in de Nederlandse tuinbouw. DE adviescommissie Kleinfruit, van het Proef station voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp, organiseerde op donderdag 6 april in Utrecht een contactdag. Door een juiste keuze van de onder werpen werden de vele toehoorders in de gelegen heid gesteld zich een beeld te vormen van de laatste ontwikkelingen van het kleinfruitteelt-onderzoek. In zijn openingswoord kon ir. J. D. Gerritsen, voorzitter van de commissie, vele vertegenwoordi gers van instituten, keuringsdienst, veilingen en telers welkom heten. Helaas was de sekretaris, ir. B. Roelofsen, door ziekte verhinderd. Zijn inleiding over „aktualiteiten in de kleinfruitteelt" werd nu door ir. G. S. Roosje gebracht. Diverse bekende punten kwamen hierbij naar voren. Gebleken is dat gekoeld aardbeiplant- ;goed geen perspectief biedt. Verheugend is het daarom dat de proeven met voorjaarsplanting bij aardbeien goede resultaten beloven. Een opbrengst van 150-200 kg aardbeien per are bleek in Brabant mogelijk te zijn. Normaal is dit ongeveer 50 kg/are bij zomerplanting. Vooral op gemengde bedrijven, waar voldoende grond is en een voorteelt gemist kan worden is een voorjaarsplanting beter te achten. De planten zijn in deze periode ook veel goedkoper en het percentage mislukkingen bij de planten is zeer klein, vooral als er beregend kan worden. Door een goede mecha nisatie zal ook in de kleinfruitteelt nog veel ver beterd kunnen worden. De plukwagen voor aard beien geeft slechts een iets hogere plukprestatie maar verhoogt wel in grote mate de arbeidsvreugde. Het gebruik van de plantmachine voor aardbeien vindt ingang. De plasticgrondbedekking kost machi naal aangebracht 0,20/m1. De nadruk zal steeds meer gelegd moeten worden op het gebruik van produktiekosten verlagende middelen, de opvoering van de kwaliteit en de ver vroeging van de produktie. Het begin met goed plantmateriaal is mogelijk geworden en voor zwarte en rode bessen heeft men gezonde klonen hiervoor verkregen door de samenwerking van Proefstation, I.P.O. - N.A.K.B. PERSPECTIEVEN VOOR KLEINFRUIT De vraag naar Nederlands Kleinfruit, voor vers verbruik in binnen- en buitenland en de verwerking in blik, diepvries of tot sap gaven grote verschillen te zien. Een zwak punt voor onze zwarte bessen is vooral de concurrentie van goedkope zwarte bessen uit Oost-Europa. Volgens de heer Gijsberts wordt dit in de toekomst ook bij frambozen acuut. Voor kruis bessen is er een sterk groeiende concurrentie van goedkope, gemengde vruchten in blik (salads) uit de tropen. Daarentegen is een sterk punt voor rode bessen dat hiervoor voorlopig geen concurrentie te vrezen is uit Oost-Europa. De positie van Nederlands kleinfruit op de pulp- markt is veel zwakker dan op de andere markten hiervoor. Er komen steeds betere jams en minder vulfruit is daarvoor nodig. De suggesties die de heer Gijsberts aan het slot liet horen zijn belangrijk, vooral voor jonge telers, die op deze manier duidelijk voorgelicht worden. De basis van de Nederlandse kleinfruitteelt moet worden: aardbeien en rode bessen, waarbij dan ook op deze produkten het zwaartepunt moet vallen op het onderzoek en de voorlichting. Indien de mechanisatie „j^jjlEUWE ontwikkelingen bij de verwerking van kleinfruit" was de titel van de inleiding van ir. L. Gersons van het I.B.V.T. Hij schetste met dia's de beelden zoals die in de industrie leven. De ex port van het vers en verwerkte produkt neemt toe. De import van halffabrikaten, van vooral diepge vroren aardbeien en frambozen, neemt echter sneller toe, terwijl de pulpfabrikage sterk afge nomen is. Bezwaren bij aardbeien zijn de ongelijke groottes waardoor sorteren eigenlijk nodig is. Dit is echter moeiijk, in handwerk uitvoerbaar. De verzorging moet beter worden bij ons, daar Oost-Europa dit thans reeds beter doet; men heeft daar minder steeltjes, blad en dop pen in de doosjes. Een advies van welk ras geschikt was voor de industrie van de di verse kleinfruitsoorten kon niet gegeven worden. CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDING ]^A de lunchpauze werden nog diverse onder werpen behandeld. De chemische onkruidbe- strijding' in kleinfruit werd door P. D. Goddrie, van het Proefstation in Wilhelminadorp belicht. In de pas verschenen Mededeling no. 5 van het P.F.W. is hierin veel terug te vinden. Interessant waren de cijfers over de kostprijzen van de verschillende kleinfruitsoorten en het onderdeel dat onkruid- bestrijding hierin kan uitmaken. Bij rode bes is dit bijv. 0,13 bij een kostprijs van 1,30. Door toe passing van chemische middelen is dit tot minder dan de helft terug te brengen. De oogst van klein fruit valt kort na elkaar of zelfs samen. Er is dan weinig tijd om onkruid te bestrijden, zodat che mische onkruidbestrijding hier een oplossing is. VIRUSZIEKTEN ^VER de virusziekten van de aardbei en hun be tekenis voor de aardbeicultuur hield dr. H. J. de Fluiter, van het I.P.O.een korte inleiding. Uit voerig werd ingegaan op het voorkomen van de virusziekten en de aaltjes bij aardbeien. Het advies was om gezond, virusvrij plantmateriaal te gebrui ken, dat door de N.A.K.-b. gekeurd is. Een korte teelt gaat virusaantasting ook tegen. De heer F. A. van der Meer, van hetzelfde in stituut, gaf een uiteenzetting over bestrijdingsmoge lijkheden van virusziekten in bessen en frambozen. Bestrijding van de vector (overbrenger) van het virus, de luizen of cicaden, zijn hier de mogelijk heden. Een ernstige aantasting als bijv. het heksen- bezemvirus kan alleen door rooien van het gewas opgelost worden. (Zie verder pagina 409.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 13