„Wie schrijft, die blijft"
De verbouw van groenbemesters
371
Wat is eigenlijk de juiste rijenafstand bij het zaaien?
INGEZONDEN
WEERWOORD
Korte wenken
Hl
VRIJDAG 9 APRIL 1965
Deze vraag is er een, die men ongetwijfeld vele malen heeft gesteld en nog stelt in wetenschappe
lijke- en voorlichtingskringen, om nog maar te zwijgen van de praktijk. Aldus mr. J. A. Buurma in het
„Groninger Landbouwblad" van vrijdag jl. dat interessante gegevens bevat over de rijenafstand en op
brengsten.
De verschillende factoren, die de groei van de plant bevorderen, zullen daarbij aan een nauwgezet
onderzoek zijn onderworpen en men is nu ter wille van de verpleging daarbij uitgekomen op de thans
gehanteerde normen. Deze normen liggen overigens in verschillende gebieden soms verschillend. Dit
kan ook wel voor de hand liggen met het oog op de hierboven genoemde factoren. Maar misschien
soms ook wel eens niet.
Van bevriende zijde ontvingen wij uit Schleswig-Holstein cijfers over 5-jarenproeven met betrekking
tot de rijenafstand. Men heeft ook daar op zeer veel wijzen en zeer intensief de rijenafstand beproefd
en men heeft daarvoor veel theorieën op hun waarde nagegaan in de praktijk. Men is uiteindelijk ge
komen tot normen, af te leiden uit onderstaand staatje. Het zijn cijfers, die ongetwijfeld interessant
zijn en die aanleiding zouden kunnen zijn tot hernieuwde aandacht voor wat de juiste rijenafstand
is in de gebieden van ons land. Men is er kennelijk nog niet over uitgepraat en proefnemingen in
dit opzicht zouden dus nuttig kunnen zijn.
20 cm
14 cm
11 cm
kg/ha
kg/ha
kg/ha
haver 1958—1962
4450
100
4630
103
4800
107
zomergerst 19581962
3560
100
3870
110
3870
109
zomertarwe 19581962
3500
100
3560
102
3520
101
wintergerst 19591962
3890
100
4420
115
4340
113
wintertarwe 19591962
4250
100
4350
103
4530
106
Geachte Redaktie,
MET belangstelling neem ik geregeld kennis van
de bijdragen „Wie schrijft, die blijft" in uw
blad.
Deze week ben ik toch wel wat verbaasd over
het artikel van de heer W. P. Noordam. Volgens de
heer Noordam is met het rooien van suikerbieten
in handwerk 2,66 per uur te verdienen. Op papier
klopt dit vrij aardig hoewel wanneer men dit werk
goed verstaat men veelal minder dan 150 uur nodig
zal hebben.
De schrijver vergeet echter twee belangrijke fac
toren:
1. Wanneer bij machinaal rooien het verlies 5
bedraagt (een percentage waarvoor in de prak
tijk velen direkt zouden willen tekenen; voor
al onder natte omstandigheden kan dit heel ge
makkelijk 10 of meer zijn). Wordt het uur
loon van 2,66 reeds 2% X 65 1,08 ver-
2.
150
hoogd (uitgaand van 50 ton per ha), dus heeft
men een normaal uurloon.
De vooral onder natte omstandigheden voor
komende schade toegebracht aan de grond (ik
heb wel gezien dat met 2 trekkers voor de rooi-
machine werd gewerkt en de betreffende ak
ker meer het aanzien had van een bouwter
rein). Deze schade kan men slecht in geld uit
drukken. Maar volgens mijn wellicht wat con
servatieve opvattingen zal dit wanneer men als
kleine ondernemer zelf zijn bieten rooit met
de hand, dit zeker nog wel betaald worden.
Het zal althans niet eenvoudig zijn om andere
produktietakken aan te trekken die meer geld
per uur arbeid opleveren, zoals de heer Noor
dam suggereert.
T\E geachte inzender veronderstelt
het rooien van een ha suiker
bieten in minder uren te kunnen
doen. Er moet echter rekening ge
houden worden dat in de 150 uur
per ha het laden, transport en los
sen op het kopeind is inbegrepen.
Rooien met de machine a f 400 per
ha is met de bunker afleveren op
kopeind van het perceel. Over het
verlies bij machinaal rooien zou ik
willen opmerken dat dit niet groter
behoeft te zijn dan bij rooien in
handwerk. Wanneer de rooier goed
is afgesteld en er niet tè snel wordt
gereden zal de in uw brief bereken
de f 1,08 er niet uitkomen.
Dat bij machinaal rooien de struk-
tuur van de grond ernstiger bescha
digd zou worden betwijfel ik. Bij
machinaal rooien kunnen de droge
dagen die er in de herfst zijn beter
benut worden. Wanneer men de
bieten rooit in handwerk zal, om op
tijd klaar te kunnen komen, onder
alle omstandigheden doorgewerkt
moeten worden. Daar men bij deze
laatste werkmethode met het rooi
en en het afvoeren vaak veel later
in het seizoen bezig zal moeten zijn
neemt de kans op structuurbederf
sterk toe.
W. P. NOORDAM
Nu bijna al de gewassen in Zeeuws-Vlaanderen
gezaaid zijn, wordt het tijd om aandacht te schen
ken aan de inzaai van groenbemestingsgewassen.
Dit, gezien de noodzaak van groenbemesters en de
vele mislukkingen die de laatste jaren helaas voor-
kwamen. In het kort daarom onderstaand de meest
geschikte soort voor de desbetreffende dekvruch-
ten.
1. Dekvrucht tarwe.
Hiervoor komt N. Franse rode haver als beste in
aanmerking. Deze kan goed een MCPA-bespuiting
verdragen en kan goed tegen berijden tijdens de
oogst. Voor een optimaal gewas is het beter om
niet gemengd met hopperups uit te zaaien. Het
boven het gewas uitgroeien van rode klaver is
voor tarwe geen probleem. Zo vroeg mogelijk
zaaien (het kan nu reeds!) tegen 15 kg zaaizaad
per ha. Vier dagen na een DNOC-bespuiting kan
reeds worden ingezaaid.
2. Dekvrucht zomergerst.
Hiervoor komt witte Ladino klaver als beste in
aanmerking. Rode klaver is in gerst te gevaarlijk
en hopperups kan zeer slecht tegen MCPA en tegen
berijden tijdens de oogst. Niettemin verdraagt La
dino ook slecht een MOP A-bespuiting. Ook onder
gerst de klaver zo vroeg mogelijk zaaien. Een in
mei uitgezaaide klaver mislukt meestal. Ladino
niet te diep zaaien (bijvoorbeeld niet ineggen)
tegen 68 kg zaaizaad per ha.
3. Dekvrucht vlas.
In vlas zullen de meeste klavers reeds gezaaid
zijn, gemengd met het vlaszaad. Wi] men vlas
klaver inkuilen voor het vee, dan zal rode klaver
ook hier de beste zijn. Vlas is evenwel een vroeg
gewas en ook hupperups kan in vlas uitstekend
slagen (wanneer men geen chemische onkruidbe-
strijding behoeft uit te voeren met Extar-Sandoz).
Er is in vlas nog een mogelijkheid om na opkomst
van het vlas (±5 cm) nog klaver te zaaien. Na
opkomst van de klaver geen chemische onkruidbe-
strijding meer toepassen.
Gras: Italiaans raaigras (Tetraploid).
Voor diegenen die in tarwe een onkruidbestrij
dingsmiddel willen toepassen waar klaver niet
tegen kan, bijvoorbeeld MCPP of MCPA/TBA of
die in gerst reeds vroeg MCPA willen spuiten, be
staat de mogelijkheid om gras in te zaaien. Gras
kan alle bespuitingen in granen goed verdragen.
Italiaans raaigras, tetraploid is een grassoort die
het jaar van inzaai niet in het zaad komt, dus geen
opslag van gras in de volgende gewassen. Zaaitijd:
eind april. Zaaizaadhoeveelheid: 30 a 35 kg/ha. Na
de oogst van de dekvrucht direct een bemesting
geven van 60 kg zuiver N/ha 175 kg kalk-
salpeter per gemet)Italiaans raaigras kan ook ge
zaaid worden onder erwten (na het schoffelen).
In het algemeen geldt, dat hoe vroeger men kla
ver zaait hoe groter de slagingskansen zijn.
R. L. V. D.-Axel,
bedrijfsvoorliohter,
A. BAKKER.
T^EN kalkbemesting is een basisbemesting.
Terwijl stikstof, fosfaat, kali en magnesium
in de eerste plaats voedingsstoffen voor de plant
zijn, bepaalt de kalktoestand de omgeving waarin
de plantenwortel verkeert. Structuur van de
grond, opname van de voedingsstoffen door de
plant en oplosbaarheid van meststoffen wordt
voor een groot deel door de kalktoestand van de
grond bepaald.
T AAT de kalktoestand van de grond eens per
5 jaar onderzoeken. In volle-grondstuin-
bouw eens per 3 jaar en in kassen elk jaar. De
pH-snéldienst maakt snel onderzoek voor lage
prijs mogelijk.
17 LEIGRONDEN hebben meer kalk nodig om
in goede conditie te blijven dan zandgron
den. De kalktoestand is hier pas in orde als de
grond 0,5 tot 1 vrije koolzure kalk bevat. Be
neden deze grens gaan structuur en vruchtbaar
heidstoestand achteruit.
zware kleigronden wordt veel schuimaarde
gestrooid. Deze kalkmeststof komt in steeds
mindere mate beschikbaar doordat de suikerfa
brieken op een andere produktiemethode over
stappen. Men doet daarom goed niet op schuim
aarde te wachten maar ook andere kalkmeststof-
fen te gebruiken.
TDIETEN spuiten tegen het onkruid vóór de
opkomst van het gewas let zeer nauw en
heel wat boeren kwamen vorig jaar na een week
end tot de ontdekking, dat de bieten boven ston
den. Laat u niet verrassen en wacht niet tot de
laatste dag alvorens te spuiten. Maak eventueel
gebruik van een glasplaat, die u op de bietenrij
legt om op deze wijze de opkomst te controleren.
S~i M een grove consumptie-aardappel te telen
mag u niet te dicht poten, vooral niet op
percelen en bij rassen die van zichzelf gemakke
lijk een fijne sortering geven. Van de potermaat
35/45 mm zijn voor Bintjes normaal 40.000 plan
ten per ha nodig en voor Eigenheimers dikwijls
niet meer dan 35.000 poters per ha. De sortering is
ook te beïnvloeden door het kiezen van een an
dere potermaat, b.v. 28/35 mm.
ÏP heel wat bedrijven wordt een klein hoekje
aardappelen verbouwd voor eigen verbruik
en voor de knecht. Vaak staat zo'n strookje vol
onkruid, de aardappelen worden niet bespoten en.
dikwijls komt er weinig van terecht. Voor minder
geld kunt U de aardappelen kopen bij Uw buurt
man en U bespaart bovendien veel tijd en romp
slomp.
V\ N. O. C. is een chemisch onkruidb estr ij dings -
middel in granen, dat goed en goedkoop
is, mits het op tijd wordt toegepast. Vaak wordt
de bestrijding te lang uitgesteld, zodat de onkrui
den te groot zijn met als gevolg een minder goed
resultaat. Spuit op tijd, dus in het stadium, dat
de onkruiden nog klein zijn.
A/[ET de onkruidegge is op een eenvoudige
en gemakkelijke wijze reeds veel onkruid
te vernietigen. Een meer of minder intensieve
werking van deze egge is te beïnvloeden door de
snelheid van rijden, het recht of schuin aanspan
nen en de lengte van aanspannen. Door een goede
combinatie van deze drip genoemde is het on-
kruiddodend effect te vergroten.
]VU de buitentemperatuur stijgt van 10° naar
1 20° C. gaat op verschillende bedrijven ook
de kwaliteit van de melk „stijgen" van 1 naar
3. Hierdoor wordt het 14-daagse melkzakje nogal
wat lichter door het belangrijke prijsverschil. Zorg,
dat de melk snel en voldoende diep wordt ge
koeld. Met een koelbak of koelringen kunt U veel
bereiken.
JET graszaad bestemd voor de zaadwinning
is op het ogenblik al mooi aan de groei.
Dat betekent, dat ae erin voorkomende verkeerde
grassen nog goed le herkennen zijn en dat U
zodra U tijd hebt, met de selectie moet gaan be
ginnen. Een handig rugspuitje met een chemisch-
grasbestrijdingsmiddel voldoet goed, omdat het
chemische selecteren sneller gaat dan met de
hak.
T/AN Italiaans raaigras geteeld voor de zaad-
winning kan in het voorjaar nog goed een
flinke snede voor voederwinning geoogst worden.
Bij voldoende stikstof was de opbrengst aan gras
25 ton per ha, gemaaid voor 20 april. Bij maaien
voor 1 mei was dit 45 ton per ha. De zaadopbrengst
van dit tetraploïde Italiaans raaigras bedroeg dan
respectievelijk 2276 kg en 2588 kg per ha. Beslist
niet later maaien dan 1 mei!
PïE weideafrastering is nog lang niet op alle
weilanden in orde, hoewel het vee reeds
spoedig naar buiten gaat. Vervang nu al afgebro
ken en verrotte weidepalen door nieuwe, bij voor
keur gecreosoteerde en bevestig een nieuwe draad
inplaats van die oude verroeste afrasteringsdraad.
Het bespaart U kanten intrappen, uitbreken en
narigheid met Uzelf of Uw buurman.