>LVEH VAN 18 79 HOE ZIT DAT Werkgevers- en arbeidszaken Aanvragen bijdragen ontwikkelingsprojekten Voorschotuitkeringen aan de melkveehouders Voorschotuitkering melkprijstoeslag Elektriciteitsvoorziening Thoolse tuinbouw LEVENSVERZEKERING - PENSIOENCONTRACTEN WINSTDELING VOOR ALLEN VRIJDAG 9 APRIL 1965 IN een tweetal vorige artikelen werd de verzekeringsplicht volgens de sociale verzekeringswetten voor seizoenarbeid en leerlingen van land- en tuinbouwscholen in het kort besproken. Deze week willen wij hier nogmaals op terugkomen. Voorop moet worden gesteld dat alle wetten waar het hier om gaat, n.l. de land- en tuinbouwonge- vallenwet (L.O.W.), de ziektewet (Z.W.) en werkloosheidswet (W.W.) als voorwaarde voor verplichWer- zekerd zijn stellen, dat in loondienst wordt gewerkt. Overeengekomen moet zijn dat tegen loon arbeid zal worden verricht in een verhouding van ondergeschiktheid (gezagsverhouding werkgeverwerkne mer). Er dient dus sprake te zijn van regelmatig arbeid verrichten gedurende bepaalde tijd. Indien de werkgever dit vraagt, dient de werknemer op het werk aanwezig te zijn. En dus niet te komen en weg te gaan naar het hem zelf goeddunkt. Daarnaast kennen de L.O.W. en de Z.W. de mo gelijkheid om ook diegenen die niet in loondienst werken, maar tegen een beloning bepaalde werk zaamheden verrichten als verzekerde aan te mer ken. Van deze werkzaamheden zijn de belang rijkste: a. het oogsten van fruit en land- en tuinbouwge- gewassen (L.O.W. en Z.W.); b. het schillen, schoonmaken, sorteren en pellen van land- en tuinbouwprodukten (L.O.W.). Op deze regelingen zijn echter de, door ons reeds besproken, uitzonderingen van toepassing voor wat betreft de Z.W. en W.W. voor scholieren enz. en de seizoenarbeid in buitengewone gevallen en van korte duur. VERVOLGENS moet er nog op gewezen worden dat zij die in loondienst werkzaamheden verrich- SCHOLIEREN. L.O.W.: altijd verzekerd. Z.W. en W.W.nimmer verzekerd (arbeid van korte duur in een buitengewoon geval). GEPENSIONEERDEN. L.O.W.: verzekerd indien in loondienst wordt gewerkt of bepaalde werkzaamheden worden verricht. Z.W.: verzekerd, alleen indien in kalenderjaar ten minste 500 is verdiend of langer dan 6 weken is gewerkt. W.W.: verzekerd indien: in loondienst; in een kalenderjaar tenminste 500 is ver diend of langer dan 6 weken is gewerkt. arbeid niet van bijkomstige aard is; leeftijd van 65 jaar nog niet is bereikt. GELEGENHEIDS ARBEIDERS. Bijv. fabrieksarbeiders met een volledige dienst betrekking die in hun vrije tijd in land- of tuin bouw werken. Van belang is of er sprake is van loondienst. Is de arbeider niet gebonden aan be paalde arbeidstijden, en vrij om het werk ten allen- tüde te staken dan zal veelal niet van loondienst kunnen worden gesproken. ten, die van bijkomstige aard zijn (nevCnarbeid), niet verzekerd zijn voor de werkloosheidswet. Ech ter wel voor de ziektewet. In deze gevallen moet de omvang van het werk en de beloning daarvoor vergeleken worden met de normale arbeid die ver richt wordt en de daaruit verkregen inkomsten. In voorkomende gevallen is het raadzaam hierom trent nader te informeren bij het kantoor van de stichting Agrarisch Sociale Fondsen te Goes. In het algemeen zal arbeid in loondienst van kleine zelf standigen, boerenzoons enz. in beginsel niet als bijkomstig worden aangemerkt. In deze gevallen zal veelal het loon een belangrijk deel vormen van de totale inkomsten dan wel het werk een belang rijk deel van de beschikbare tijd in beslag nemen. Ook in deze gevallen stelt het A. S. F. een onder zoek in in hoeverre de verrichte arbeid „bijkomstig" is. Samenvattend nog een kort overzicht: Ook is hier geen sprake van arbeid van korte duur in een buitengewoon geval (Betrokkene is in loon dienst elders). L.O.W. en Z.W. verzekerd indien in loondienst wordt gewerkt of bepaalde werkzaamheden wor den verricht (fruitplukken). W.W. alleen verze kerd indien in loondienst wordt gewerkt en de werkzaamheden niet van bijkomstige aard zijn. GEHUWDE VROUWEN ENZ. L.O.W.: verzekerd indien in loondienst wordt ge werkt of bepaalde werkzaamheden worden verricht. Z.W.verzekerd alleen indien in een kalenderjaar tenminste 500 is verdiend of langer dan 6 weken is gewerkt. Bü bepaalde werkzaamheden (fruitplukken, bol len pellen enz.) van belang of werkzaamheden van bijkomstige aard zijn. Totale gezinsinkomsten kun nen van invloed zijn. W.W.: verzekerd indien: in loondienst; tenminste 500 in een kalenderjaar is ver diend of langer dan 6 weken is gewerkt; - arbeid niet van bijkomstige aard; leeftijd van 65 jaar nog niet bereikt is. 70ALS bekend heeft het Bestuur van het Ont- wikkelings- en saneringsfonds voor de Land bouw voor ontwikkelingsprojekten de mogelijkheid opengesteld aanvragen in te dienen om voor ecu bijdrage uit dit Fonds in aanmerking te komen. Deze bijdrageregeling is opengesteld voor montage- stallen en ontwikkelingsbedrijven. In principe kunnen alle typen bedrijven ook in de tuinbouw voor een dergelijke bijdrage in aan merking komen. Echter alleen, wanneer verwacht kan worden dat het betreffende bedrijf door een ingrijpende structurele wijziging een voorbeeld en. aansporing zal zijn voor de bedrijfsontwikkeling- van de land- of tuinbouw in de streek. Ook hij sa menwerking van bedrijven is deze bijdrageregeling- mogelijk. Deze ontwikkelingsbedrijven kunnen een bijdrage van 25 krijgen in de investeringen tot een maximum van 10.000 per project. Echter voor verbouwingen, die slechts op een deel van het be drijf betrekking hebben, wordt geen bijdrage ver leend. Aanvragen kunnen tot 30 april a.s. bij de Rijks- land- of Tuinbouwconsulenten worden ingediend. Aldaar verstrekt men belangstellenden gaarne na dere inlichtingen en stelt formulieren ter beschik king. Heeft u plannen tot ingrijpende bedrijfwijzigin- gen dan ligt bier een kans voor in aanmerking te komen voor een financiële bijdrage. Maak er in dat geval gebruik van! B. Het Bestuur van het Produktschap voor Zuivel heeft besloten de melkveehouders met ingang van 4 april 1965 een voorschotuitkering uit het Zui- velfonds te verlenen van 1,60 per 100 kg melk plus S 0,42 per procent vet per 100 kg melk. Voorts zal de Minister van Landbouw en Vis serij worden geadviseerd de veehouders met in gang van dezelfde datum een voorschot op de melkprijstoeslag te verlenen ten bedrage van 1,05 per 100 kg melk plus 0,28 per procent vet per 100 kg melk. De minister van Landbouw en Visserij heeft be sloten naast het voorschot op de uitkering uit het Zuivelfonds aan de veehouders een voor schotuitkering op de melkprijstoeslag 1965/'66 te verlenen van ruim twee cent per kg afgeleverde melk. De toeslag, die geldt sedert 4 april 1965, bedraagt ƒ1,05 per 100 kg melk plus ƒ0,28 per procent vet per 100 kg melk. Er zijn krachtige argumenten, aldus oordeelde de Raad voor de Bedrijfsontwikkeling, die pleiten voor een bijdrage van het Ontxvikkelings- en Sane- ringsfonds in de aansluitingskosten van elektra voor Thoolse warenhuizen. Eigenlijk spreken de feiten in dit opzicht wel voor zichzelf. De Thoolse gemeenten en de P. Z. E. M. zijn ten slotte niet voor niets bereid gebleken in beginsel, onder bepaalde voorwaarden, een bijdrage te ver lenen, maar bovenal kan als argument gelden het moedig streven van vele Thoolse klein-landbouwers om door bedrijfsomschakeling naar glasteelten bij de tyd te blijven. Dit streven verdient waardering en mag naar het oordeel van de Raad niet worden afgeremd door onevenredig hoge kosten van aan sluiting, met name vooral van elektra. PREMIE B.P.L. Hoe staat het met de verplichting tot deelneming aan het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (B.P.L.)? De situatie is voor 17 t/m 64-jarigen als volgt: gehuwde vrouwen geen verzekeringsplicht. scholieren en studenten die tijdens vakanties dan wel vóór of na schooltijd verplegings- of oogst- werkzaamheden verrichten geen verzekeringsplicht. praktikanten middelbare, hogere Land. en Tuinbouwscholen en van Wageningen verzekeringsplicht indien spra ke is van een normale loondienstverhouding. leerlingen L. Land- en Tuinbouwscholen praktisch over de gehele linie wordt verzekeringsplicht aanwezig geacht. gepensioneerden en gelegenheidsarbeiders verplichte deelname voorzover nog geen 65 jaar. Mogelijkheid tot vrij stelling indien deelneming aan andere pensioenvoorziening. VERZILVERING VAKANTIEBONNEN PASEN 1965. Naar wij vernemen zal van vrijdag 9 tot en met zaterdag 17 april 1965 gelegenheid bestaan tot het laten verzilveren van vakantiebonnen van het boekjaar 19641965 (kenbaar aan de opdruk „Geldig tot en met 30 april 1965") en wel tot een bedrag van ten hoogste ƒ100 in totaal. De bonnen zullen bij aan bieding terstond worden verzilverd; er vindt dus geen voorinlevering van bonnen plaats. Het aanbie den van bonnen kan uitsluitend geschieden bij een afdelingspenningmeester van één der bonden. Evenals vorig jaar zal ook dit jaar slechts één zomerverzilvering worden gehouden. Voor deze ver zilvering, welke t.z.t. nog afzonderlijk zal worden aangekondigd, moeten de bonnen worden ingeleverd in de periode van 7 t/m 15 mei 1965; de uitbetaling der gelden vindt plaats in de periode van 18 t/m 26 juni d.a.v. B. (Adv.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 5