De teelt van Stamslabonen
DINGEN VAN DE WEEK
TIPS VOOR TUINDERS
375
VRIJDAG 9 APRIL 1965
I\E oppervlakte stamslabonen bestemd voor conserven, heeft zich in enkele jaren sterk uitge-
breid. Dit gewas wordt geteeld op klei- en goede zavel- of zandgrond. In het algemeen zijn
de telers wel tevreden met de behaalde resultaten, hoewel ook teleurstellingen voorkomen. Voor 'n deel
zijn deze tegenvallers het gevolg van niet voldoende kennis van de teelt. De teelt van stamslabonen
is min of meer riskant, zodat enige vakkennis niet overbodig is.
Bij de industrie zijn er nog behoorlijke voorraden bonen van de oogst 1964, zodat de belangstel
ling dit jaar van die zijde wat lager zal komen te liggen.
De verwachting is, dat de machinaal te oogsten bonen verder in betekenis zullen toenemen. Sterke
teeltuitbreidingen worden er voor 1965 niet verwacht. Wel wordt verwacht dat het aantal bonen
dat via de veilingen gecontracteerd zal gaan worden groter zal zijn.
RASSEN EN ZAAITIJD
Het is nodig, dat de teler de rasnaam en de
voornaamste eigenschappen van het uit te zaaien
ras kent. De meest bekende en ook verbouwde
rassen zijn: Dubbele Witte zonder draad, Prelude
en Widusa. Daarnaast komen o.a. nog voor: Cor
don, Luca, Centrum (Rekord), Lotus en Flits.
Dubbele Witte zonder draad moet zo vroeg
mogelijk worden gezaaid. Bij late zaai wordt dit
ras vaak sterk aangetast door rolmozaïk, een
virusziekte die de opbrengst flink doet dalen. De
beste zaaitijd is vóór 15 mei.
Centrum (Rekord) is eigenlijk een verbeterde
Dubbele Witte. Het is een vrij sterke boon, die
nog vóór de Dubbele Witte zonder draad uitge
zaaid kan worden in de eerste helft van mei.
Het is een ras, dat minder gevoelig is voor
scherpmozaïk en topsterfte.
Widusa kan het best gezaaid worden in de
periode van 15 tot 25 mei. Bij laat zaaien kan
Widusa erg aangetast worden door scherpmozaïk
en zwarte vaatziekte, hetgeen een sterke op
brengstdaling geeft.
Prelude is meer geschikt voor late zaai na 25
mei. Bij vroegere zaai blijft het gewas gemakke
lijk te kort en valt de opbrengst tegen. Het is
zeer geschikt voor nateelt.
Cordon is een nieuw ras, geschikt voor de
hoofdteelt en voor uitzaai tot 10 juni.
Voor een volledige beschrijving van de rassen
raadplege men de Beschrijvende Rassenlijst voor
Landbouw- en/of Tuinbouwgewassen.
BEMESTING
CTAMSLABONEN stellen hoge eisen aan de
structuur en bemestingstoestand van de
grond. Het zaaibed moet niet te vast zijn. De
fosfaat- en kalibemesting kan afgestemd worden
op de behoefte van aardappelen. Ongeveer 90 kg
P2O5 per ha als gemakkelijk opneembaar fosfaat
en 120 kg K2O, liefst als chloorvrije kali, is een
goede bemesting.
Bonen vragen een flinke stikstofbemesting. Uit
de voorlopige resultaten van N-proeven op klei
grond, blijkt de opbrengst bij een hoge bemes
ting nog toe te nemen.
Afhankelijk van de bodemvruchtbaarheid wordt
80120 kg N per ha geadviseerd in de vorm
van kalksalpeter. Op zandgrond ligt dit mogelijk
iets lager. Om zoutschade te voorkomen is het
gewenst de bemesting te geven vóór het zaaiklaar
leggen en de stikstof in twee keer toe te dienen.
De stikstofbemesting voor stamslabonen als na-
teelt, is afhankelijk van de voorvrucht. In het al
gemeen kunnen wij die stellen op 40 kg N per ha.
Van belang is het de kleur van het gewas in de
gaten te houden. Een te weelderige ontwikke
ling van de bonen is nadelig, vooral in natte
jaren. Men krijgt gemakkelijk last van peulrot,
vooral bij Prelude, terwijl machinaal plukken
minder goed gaat. Op zand- en lichte kleigrond
kunnen zich magnesium-gebreksverschijnselen
voordoen, zodat een bemesting nodig is met Mg.-
sulfaat (kieseriet of bitterzout).
ZAAIZAAD EN ZAAIEN
Goed zaaizaad is bij stamslabonen uiterst be
langrijk en voorkomt veel teleurstellingen. Het
is noodzakelijk, dat de teler eisen stelt en waar
borgen krijgt omtrent het ras, de kiemkracht en
de gezondheidstoestand. Het in Nederland ge
teelde zaad valt dikwijls tegen. Gebruik van zaad
afkomstig van niet meer voor conserven bestem
de percelen, moet ontraden worden. In Afrika
Zorg voor een korte grasmat als de bloei be
gint. Van het bijzonder mooie weer heeft ook
het gras geprofiteerd. Dit betekent dat het gras
vroeg gemaaid moet worden. Denk er aan dat
tijdens de bloeiperiode de grasmat kort is. Een
zware grasmat doet de schade door nachtvorst
toenemen.
Grondbewerking in de fruitteelt. Wanneer er
plannen bestaan om de grond zwart te maken,
doen we dit enkele weken vóór de bloei. Zodra
de bloeiperiode begint moet het gronddek weer
gesloten zijn. Dit geldt voor alle gronden doch
speciaal voor zandgronden.
Rand in sla. Door sterke verhoging van de tem
peratuur kan sla, die in de komende weken
moet worden geoogst, rand krijgen. Dit kan
worden tegengegaan door 's morgens vroeg een
flinke broes te geven. Daarnaast kan licht
schermen aanbeveling verdienen.
vermeerderd zaad biedt de beste garanties voor
een goede gezondheid.
Het is nodig het zaad te behandelen tegen de
bonenvlieg met Aldrin en met T. M. T. D. tegen
kiemschimmels. Gecombineerde middelen kun
nen ook worden gebruikt.
De hoeveelheid zaaizaad hangt af van het ras,
de kiemkracht, de grootte van het zaad en de
vruchtbaarheid van de grond. Van Dubbele Witte
z. draad gebruikt men 90 a 100 kg per ha, van
Prelude 100110 kg en van Widusa 80 a 90 kg.
De meest gebruikte rijenafstand is 44 cm, maar
houdt nauw verband met de wijze van oogsten en
de grondsoort. Machinale pluk vraagt een vol
doende brede rijenafstand. Rassen als Widusa,
Cordon en Tip-Top kunnen gerust op 50 cm wor
den gezaaid. Bonen bestemd voor nateelt vragen
wat meer zaaizaad en een wat nauwere rijen
afstand.
ONKRUID- EN PLANTENZIEKTEN-
BESTRIJDING
Vlak vóór opkomst kan gebruik gemaakt wor
den van 5 kg 80 D.N.O.C. of 8 kg D.N.O.C.
50 of 2 a 3 dagen vóór de opkomst het Di-
mexanmengsel zoals Aabitoxan, Trixabon e.a.
tegen 15 1. per ha. Overdosering kan schade geven
aan het gewas. Zwarte nachtschade is hiermee
niet te bestrijden.
Sinds kort is ook het nieuwe middel Ivorin
goedgekeurd. Eveneens vóór opkomst spuiten.
Het middel heeft een lange nawerking. Na op
komst kan in het zgn. „slaapstadium" nog Ivorit
worden gebruikt.
Ondiep schoffelen in bonen met ganzevoeten
kan goed, maar mag niet te lang voortgezet wor
den. Bonen wortelen zeer breed en ondiep en de
wortels worden gemakkelijk beschadigd. Voor
zichtig eggen is moelijk. Stamslabonen bestemd
voor machinale pluk moeten niet worden aan
geaard, omdat goed plukken hierdoor wordt be
lemmerd.
De gevoeligheid voor ziekten speelt bij stam
slabonen een grote rol. Vlekkenziekte, ook wel
„het vuur" genoemd, kan grote schade veroor
zaken in stamslabonen. De gangbare rassen zijn
alle vatbaar. Zaaibonen gebruiken, die vrij zijn
van de vlekkenziekte-schimmel is een eerste
voorwaarde. Herhaalde bespuitingen met Zineb
of Maneb dienen ter bestrijding.
Een ras als Prelude is bovendien vatbaar voor
vetvlekkenziekte. Hiervoor is een bespuiting met
koperhoudende middelen, te beginnen in jeugd-
stadium, nodig.
Het is gevaarlijk stamslabonen te telen in de
omgeving van gladiolen. Dit kan tot zeer grote
teleurstellingen leiden door het ontreden van
scherpmozaïk en tonsterfte, vooral bij Widusa en
Dubbele Witte zonder draad.
OPBRENGST
De productiviteit en de oogstzekerheid der ras
sen loopt wat uiteen. Een goed gewas stamsla
bonen geeft 10 tot 12 ton bonen per ha. De zaai
tijd speelt een belangrijke rol. De opbrengst van
de nateelt loopt sterk uiteen, gemiddeld 6 a 7
ton/ha. De plukverliezen lopen veel uit elkaar.
Handplukken geeft ongeveer 5 verlies, machi
nale pluk gemiddeld 15 Deze verliezen han
gen van allerlei omstandigheden af. Soms is er
een vergoedingsregeling voor de teler bij machi
nale pluk, in andere gevallen niet.
R. L. V. D. - W.N.-Brabant,
P. A. DEN HOLLANDER.
Onkruidbestrijding in aardbeien. Nu de aard
beien zich gaan ontwikkelen kan een onkruid
bestrijdingsmiddel worden toegepast.
Botrytis in voor jaars-andij vie. Ook voorjaars-
andijvie kan worden aangetast door Botrytis.
Tracht dit te voorkomen door enkele malen te
stuiven met TMTD.
De ziektebestrijding in het vroege voorjaar. De
ontwikkeling van onze fruitteeltgewassen gaat
nu zeer snel. Ook de belagers liggen op de loer.
Bladluizen kunnen massaal optreden; bloedlui-
zen worden aktief en vestigen koloniesvrucht-
bladrollers en heggebladrollers verlaten hun
winterslaap, terwijl ook de eitjes van spint lig
gen te wachten om uit te komen. Ook de schurft
en meeldauwbestrijding zal onze aandacht gaan
vragen. We doen daarom goed nauwkeurig te
luisteren naar diverse berichtgevingen en nauw
lettend toe te zien op de ontwikkeling van onze
fruitgewassen. Dit zal teleurstelling voorko
men. Raadpleeg de telefonische waarschuwings
dienst (01100—5335).
UORIGE week werd in Scheveningen de jaar
vergadering gehouden van de Nederlandse
veilingbestuurders, het Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen. De agenda van deze vergade
ring bevatte slechts enkele punten.
Met algemene stemmen werd de heer M. Prins
als voorzitter herkozen.
De bestuursvoorstellen om het beleid met be
trekking tot de afzetbevordering en de minimum
prijsregelingen onveranderd voort te zetten had
den ieders instemming.
Centraal Bureau-voorzitter Prins heeft op deze
dag een rede gehouden waarin hij veel facetten
van de tuinbouw in deze tijd heeft belicht.
Een bijzonder knappe rede, die dikwijls ook
hard was en waarin niet werd geschroomd te
wijzen op de zwakke plekken, die de Nederlands©
tuinbouw kent.
Veel indruk heeft zonder twijfel gemaakt de
uitspraak, dat van de vele tienduizenden, die
zich tot nu toe in ons land met tuinbouw bezig
houden, velen in de komende jaren steeds ver
der achterop zullen raken omdat zij de animo,
het inzicht, de capaciteit of de kapitaalsbasis
missen om mee te groeien met de ontwikkeling
van deze tijd.
Deze groep van ondernemers in de tuinbouw-
sektor kreeg het advies om het roer snel om te
gooien. Dit kan gebeuren door zich alsnog bin
nen de tuinbouw in te stellen op deze dynami
sche tijd of door elders een nieuw bestaan op
te bouwen.
De mogelijkheden tot omschakeling zijn in
deze tijd volop aanwezig. Dat wil echter niet
zeggen, dat het ook altijd even gemakkelijk
wordt gedaan. Verschillende faktoren spelen hier
bij een rol. Nuttig is het, dat de heer Prins op
landelijk niveau het kind bij de naam heeft ge
noemd. Wij kunnen slechts hopen, dat degenen,
die het betreft, er rekening mee zullen houden,
want zonder meer is duidelijk dat het voor de
concurrentiepositie van de Nederlandse tuinbouw
in het algemeen,, nu dringend noodzakelijk is
dat we bedrijven hebben die zijn aangepast aan
de eisen van deze tijd.
Er zijn veel mogelijkheden tot mechanisatie
en automatisering. Deze dienen benut te worden.
De tuinder, die denkt dat hij het nog kan halen
met enkel zijn arbeidskracht, zal waarschijnlijk
over kortere of langere tijd tot de conclusie komen
dat het niet gaat, omdat de menselijke arbeid te
duur wordt.
Nog teveel wordt er in onze sektor geen reke
ning gehouden met de eigen werkkracht, die men
inbrengt. Dikwijls wordt er gewerkt van de
vroege morgen tot de late avond, en dat is goed
en nuttig, maar wanneer men dan, dank zij lang
en hard werken lager komt dan het loon dat een
werknemer in een 45-urige werkweek verdient,
dan is er iets mis.
De groep van tuinders die de heer Prins be
doelde zal er goed aan doen zich terdege te be
zinnen op de huidige situatie. In deze dynami
sche tijd moet een bedrijf steeds groeien. Stil
stand betekent achteruitgang; dit dient goed be
dacht te worden.
Gelukkig mogen we constateren, dat er in onze
provincie een grote tuindersstand is die blijk
heeft gegeven de eisen van deze tijd te verstaan.
Daarom zijn we ook niet ongerust over de toe
komst van deze bedrijfstak in ons gebied. Er is
genoeg enthousiasme en wil om er wat van te
maken, er is vakmanschap en we kunnen be
geleid worden door gedegen onderwijs en voor
lichting.
Allemaal faktoren dus die vertrouwen schen
ken. We kennen echter ook nog heel wat be
drijven, die in de eerste plaats te klein zijn en
waar wordt voortgeploeterd op de wijze zoals ook
de ouders en grootouders het deden. Deze men
sen bewijzen zichzelf, hun gezin, ja heel de tuin
bouw een dienst wanneer ze uitstappen. Wanneer
ze wat ouder zijn kan het O. en S.-fonds hierbij
een grote steun bieden. We kunnen enkel maar
hopen, dat ook voor de jongeren er nog een
keer een bevredigende „uitstapregeling" zal ko
men, want hieraan bestaat naar onze mening een
nog grotere behoefte dan aan de regeling voor
ouderen.
Samenwerking tussen en concentratie van vei
lingen werden van zeer grote betekenis genoemd,
een geluid dat niet voor het eerst uit de mond
van de heer Prins werd vernomen en op welk
gebied thans wel belovende ontwikkelingen aan
de gang zijn.
We weten dat ook in Zeeland de veiling-samen-
werking de aandacht heeft. Laten we hopen, dat
er voor de tuinbouw iets goeds uit naar voren
komt.
Tot de volger.de week.
Geen aldrin bij de teelt van wortels. Denk er
aan dat het verboden is om aldrin te gebruiken
voor de bestrijding van wortelvlieg. We gebrui
ken nu o.a. BASUDINE.
Valse meeldauw in koolplanten. Koolplanten
kunnen zwaar worden aangetast door valse
meeldauw Tracht dit te voorkomen. Er moet
ruim worden gelucht, daarnaast regelmatig
stuiven met zineb.