I int lui Syi iJ I Cl cl Schouwen- Duiveland geen eiland meer Stabiliteit van belang VRIJDAG 2 APRIL 1965 P pip frfl Jp p p p p fjrjl p ijjfl Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland Frankering bij abonnement: Terneuzea 53e Jaargang No. 2774 OP 1 april 1965 is tie Grevelingentfam tussen Duiveland en Flakkee klaargekomen en opengesteld voor het verkeer. Een uitermate be langrijke gebeurtenis. Sehouwen-Duiveland was tot nu toe het enig overgebleven eiland in onze provincie. Als laatste in de reeks is het nu, naar het noorden, vast verbonden. Voor ons nog onvoor stelbaar en onwezenlijk, maar straks al gauw alge meen aanvaard, omdat al het nieuw verkregene zo snel normaal wordt gevonden. Eeuwen lang is het isolement gevoeld, eeuwen lang ook duurt de heroïsche strijd tegen liet water. Met bewondering denken wij aan onze voorouders die .met in onze ogen nu beperkte middelen deze strijd moesten strijden. Hoe hard de klappen kunnen aankomen, wij weten het maar al te goed. Veel is veranderd in de loop der eeuwen. In 1575 doorwaadden de Spanjaarden het Zijpe, nü is het daar 30 a 40 meter diep en er staat een zeer sterke stroming. In vroeger eeuwen kon men elkaar tussen Noord-Beveland en Schouwen toeroepen, nu ligt daar de brede Oosterschelde, waar in de loop der eeuwen 3000 ha land en 13 dorpen in zee zijn ver dwenen. Er is steeds verlies geweest, steeds werd de mens in het defensief gedrongen. Pas het aanvaarden van de Deltawet de af damming van de zeegaten gaf het sein tot de aanval, en was het antwoord op de bekende dreigende versregels van de Oosterschelde: „Wie voor mij vreest en van mij vliedt Verteert zichzelve en komt tot niet". VOOR onze land- en tuinbouw is deze dam van enorme betekenis. De urenlange wachttijden te Zijpe behoren tot het verleden. Het vrachtver voer met de akkerbouwprodukten, als aardappe len en stro enz., met de tuinbouwprodukten als bijv. het fruit en verder ook het veetransport loopt nu allemaal vanzelfsprekend veel gemakkelijker en economischer. Ongetwijfeld kan de afvoer en vooral de afzet van diverse produkten nu veel beter en meer geregeld verlopen. Sehouwen-Duiveland komt dichter bij de rand stad Holland te liggen. Als groot afzetgebied is dal natuurlijk van veel belang, vooral voor de tuin bouw. Éen zekere groei van deze bedrijfstak is dan ook stellig te verwachten. Maar ook zal via deze dam de zuigkracht van de grote stad zich doen voelen; nü in Noord Zee land, straks via de Oosterscheldebrug tot in Mid den Zeeland toe. Steeds verder gaat het in de richting werkstad Holland, toeristenoord Zeeland- Het wordt een harde strijd om als boeren gemeenschap in dit gebied „van komen en gaan" zich aan te passen en ook nog een volwaardige partner te blijven. Niet onderling krakelen, maar samenwerken en organiseren, niet eritiseren maar opbouwen en durven handelen, dit is de enige uitweg voor onze boerengemeenschap om zich te handhaven tus sen de dammen, dijken en kanalen in ons mooi maar nieuw Zeeland. De bewoners van Sehouwen-Duiveland, die de laatste tientallen jaren zoveel beproevingen heb ben doorstaan, zijn oprecht verheugd en dankbaar nu de Grevelingendam is tot stand is gekomen. A. M. GELUK. Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN IIET heeft er veel van of de lente op het moment dat wij dit schrijven volop is begonnen. Daarmede zou het zaaien voltooid kunnen worden en de op de vorige vergadering van het Dagelijks Be stuur door de Algemeen Voorzitter van de Z. L. M. geuite wens in vervulling zijn gegaan. Hij hoopte namelijk de leden van het Bestuur op 5 april terug te zien en dat dan alles „erin" zou zitten. Wij waren dit weekeinde in Noord-Frankrijk en ook daar had men veel gezaaid, maar nog bijna geen bieten. Er is dus niet veel verschil met onze provincie, dit jaar. Voor onze boeren breekt nu weer de tijd aan waarop de vele werkzaamheden op elkaar gaan volgen tot de oogst van een jaar werken kan worden birnengehaald. Laten wij hopen, dat het een goede oogst mag zijn, want ondanks alle moeilijkheden met afzet, wereldmarkt en dergelijke is een goede opbrengst iets, waar de mensheid toch dankbaar om dient te zijn. Er is immers in de wereld een voedseltekort en in zijn totaliteit geen overschot. Enorme problemen op politiek en economisch vlak: verhinderen nog altijd het overtollige voedsel op de ene plaats te brengen naar die landen en stre ken, waar men met tekorten kampt. Er wordt door allerlei internationale instellingen gewerkt om deze vraagstukken nader tot een oplossing te brengen. En wanneer wij de cijfers zien en de waarschuwing van de directeur van de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, Dr. Sen, ter harte nemen, dringt de tijd. Hij wees erop, dat in verschillende delen van de wereld de groei van de bevol king veel sneller gaat dan de groei van de landbouwproduktie. Dit geschiedt juist in die gebieden, waar de voedselsituatie al pijnlijk is, zoals Zuid-Amerika en de landen van het Verre Oosten. (Zie verder pag. 343

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 1