mJIIIII41 IJ I Consolideren Probeer spuitschade te voorkomen wtMWm VRIJDAG 26 MAART 1965 v-/'Wt/PyS: Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuitibouw en Veeteelt in Zeeland ONS COMMENTAAR Frankering bij abonnement: Terneuzen 53e -Jaargang No. 277* 2%^ gNf Het is opmerkelijk hoe snel bepaalde woorden zich tot gevleugelde woorden ontwikkelen. Het worden dan wel haast modewoorden, die de schijn hebben nu eens kort en bondig- te zeggen waar het op staat of de weg aan te geven waardoor men uit moeilijke problemen komt. Het gevaar van deze woorden is niet alleen diat ze soms te pas en te onpas worden gebruikt, maar ook dat ze voorbij gaan aan de bijzondere positie van het individuele bedrijf of van de groep bedrijven, waarop het modewoord van toepas sing wordt verklaard. Tenslotte is het ook niet onbelang rijk dat deze woorden vaak toch wel voor een soms groot soms klein deel een kern van juistheid in zich dragen, iets waardoor vaak degenen die wat verder afstaan van de landbouwproblematiek worden aangesproken. En dit kan in politiek opzicht toch wel een rol meespelen, vooral om dat wel eens de indruk wordt gewekt dat de kern van waar heid nog steeds niet door de landbouw is ontdekt laat staan dat er iets aan gedaan wordt. We hebben in de jongste na oorlogse landbouwhistorie al verschillende van deze mode-woorden gehad. -Mechaniseren en rationaliseren zijn misschien wel de oudste. Hét valori seren kwam hier een aantal jaren geleden hij en nu lijkt het dat we zitten met het woord consolideren. We wezen vorige week naar aanleiding van liet prijs beleid reeds op het begrip consolideren. Het was, indien wij het goed hebben, de minister van Landbouw, die dit begrip voor het eerst in Ce Kamer en later ook in verschillende toespraken hanteerde. Zijn woorden kwamen kort gezegd hierop neer dat voor de Nederlandse landbouw het prijs beleid gehandhaafd diende te worden op het bestaande ni veau en dat de boeren vooral moesten letten op de kost prijsverlaging, die op de bedrijven mogelijk was. We menen dat dit laatste wat betreft de kostprijs verlaging niets nieuws is. Hierop is en wordt van ver schillende zijden, mede door de organisatie, steeds op gewe zen. En door de boer zelf wordt het mogelijke en soms wel eens het onmogelijke gedaan om een goed rendement te verkrijgen. HET eerste door de minister genoemd het handhaven van het prijsbeleid op het bestaande niveau, het con solideren, is wel iets nieuws. Het ondergraaft namelijk het principe dat het prijsbeleid is gebaseerd op de rentabiliteit van de bedrijven. Men redeneert nu ongeveer aldus: „He rentabiliteit is tod» niet onaardig verbeterd het afgelopen jaar, dus we kunnen het prijsbeleid wel ongeveer handhaven. Hat past bij de anti- inflatie politiek die de Nederlandse overheid voert en waar bij lonen en prijzen in bedwang moeten worden gehouden. Bovendien loopt de afzet van de Nederlandse agrarische produkten in het buitenland minder gevaar en voorts zijn wij in de E.E.G. niet de boosdoeners met hoge prijzen." Kortom de redenering lijkt overtuigend. Men vergeet dan naar onze mening een aantal punten te vermelden, die de balans naar de andere kant doen over slaan. Wat de rentabiliteit betreft dient men niet alleen te wijzen op een verbetering maar ook op de slechte positie die enkele jaren geleden werd ingenomen en de achterstand die daardoor is ontstaan. Bovendien tonen de cijfers dat op dit moment de rentabiliteit van het Nederlands landbouw bedrijf onvoldoende is. En dit zijn dan berekeningen waar bij van normale weers- en andere omstandigheden is uit gegaan, dat wil zeggen dat het risico voor de boer is. Het gaat voorts naar onze mening niet alleen om een prijspoli tiek voor de landbouw waardoor een inkomen kan worden behaald (als alles meeloopt) dat de vergelijking met d.at van andere bevolkingsgroepen kan doorstaan. Het gaat bovendien om een goede concurrentiepositie van onze Ne derlandse agrarische sector in het geheel van de E. E. G. He algemene opvatting is toch dat de Nederlandse boer en tuinder qua kunde en vakmanschap niet achteraan komt in vergelijking- met zijn collega's in andere landen. Laat men dan zorgen dat de in de Nederlandse samenleving belang rijke agrarische ondernemingen economisch sterk staan om eventueel zich te kunnen aanpassen en de concurrentie het hoofd te kunnen bieden in nieuwe situaties. A. SPRUIT R. T. C. - Goes EEN GOEHE BUUR IS.... IN het verleden zijn veel burenruzies ontstaan doordat vee was uitgebroken en schade had aangericht aan bij de buren te velde staande gewassen. Dammen en afrasteringen' werden dan hersteld om herhaling te voorkomen. Door het gebruik van chemische middelen is het gevaar tot veroorzaken van schade aan andermans gewassen toegenomen. De omvang van de schade blijkt vaak groter te zijn dan in het verleden door vee werd aangebracht. Vooral de chemische onkruidbestrijdingsmiddelen staan in een kwade reuk. Met name vooral de middelen Reglone (diquat), Gramoxöne (para quat), MCPA en chloor-IPC. (Zie verder pagina 309) OP deze gronden is een prijsbeleid dat nu eens wat uitgaat boven de gegevens van de ren- tabiüteitsberekeningen heel goed verdedigbaar. Vooral na tijden waarin de economische kracht van de bedrijven bepaald niet is toegenomen. Hier komt nog bij dat in de andere landen van onze E. E. G. de landbouw lang niet altijd tever geefs een beroep doet op de eigen overheid. Terecht wordt door de nationale regeringen in onze partnerlanden door middel van diverse maatregelen getracht de positie van de eigen agrarische sector zo sterk mogelijk te maken. Zolang en voorzover de zes regeringen het on derling nog niet eens zijn over het te voeren E. E.G.-landbouwbeleid ligt hier naar onze me ning juist de primaire taak van de nationale overheid. Juist in de overgangsperiode naar de volledige E.E.G., waar wc ons nu in bevinden, kan de bonding- van de nationale overheid i4 fnuikend werken of in economisch en financieel opzicht een hart onder de riem zijn. Consolideren van het prijsbeleid op een ab soluut (gezien de rentabiliteit) onvoldoende ni veau zowel als consolideren van het subsidie beleid op een relatief (gezien wat onze partners doen) onvoldoende niveau zal niet nalaten fcn korte tijd onze positie ongunstig te beïnvloeden. Als de Nederlandse landbouw consolideert wat doet dan de rest van Europa? Laten we hopen dat in een tijd van kabinetsformatie de proble men die achter de woorden „ontwikkelen" en „versterken van positie" schuil gaan veel wor den besproken. Pr.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 1