Landbouwschap en de heffingen Hoe zit dat E OLVEH VAN 18 7 9 263 Werkgevers- en arbeidszaken SOCIALE VERZEKERINGSPLICHT VOOR LEERLINGEN EN DE REGISTRATIE JAARKONTRAKTEN VASTE ARBEIDERS Ook in E.E.G. minder werk in de landbouw LEVENSVERZEKERING - PENSIOENCONTRACTEN WINSTDELING VOOR ALLEN 1 VRIJDAG 12 MAART 1965 IIET Landbouwschap heeft als samenwerkingsorgaan van de Nederlandse landbouw veel taken uit te voeren. Dit werk is er in de tien jaren van het bestaan niet minder op geworden en nog steeds komen er taken bij. Het spreekt vanzelf, dat voor deze omvangrijke arbeid geld nodig is. Het geld, waarmee het Landbouwschap werkt, wordt door de Nederlandse boeren en tuinders zelf bijeengebracht, door middel van de heffingen die het Land bouwschap oplegt en uit een deel van de melkprijstoeslag. Aldus worden de lasten zo eerlijk mogelijk verdeeld, al zullen er altijd wel onvolmaakt heden blijven in die verdeling. Een al te grote verfijning zou een zeer om vangrijk en bijzonder kostbaar administratief apparaat vereisen. Deze kos ten zouden onevenredig zwaar op het huishoudboekje van het Landbouw schap drukken, zodat hetgeen enerzijds werd gewonnen anderzijds weer verloren zou gaan. Er worden over de heffingen en over de financiën van het Landbouwschap in het algemeen nogal wat vragen gesteld. Ondanks de voorlichting hierover schijnt dit alles voor velen toch nog een ondoorzichtige zaak te zijn. Vandaar dat wij er hier nog eens nader op in willen gaan. Ï\E algemene heffing bedraagt voor 1965 5, per ha bouw- en weiland. De heffing neemt toe bij intensiever grondgebruik. Bij vollegronds- tuinbouw en fruitteelt betaalt men 10,60 per ha. De boomkwekers betalen 25,per ha, de bloem bollentelers 40,per ha en bij tuinbouw onder glas betaalt men 60,per ha. Heeft men meer dan 1000 stuks pluimvee, dan krijgt men cent per dier te betalen. Heeft men meer dan acht var kens per ha, dan betaalt men per boventallig var ken 65 cent. Is men lid van één der drie erkende landbouw organisaties, dan krijgt men een korting op de betaling van het Landbouwschap van hoogstens 70 van de aan de organisatie betaalde contri butie. Dit mag echter niet meer zijn dan de helft van onze aanslag voor de algemene heffing. Bijvoorbeeld iemand met 10 ha bouwT of wei land zonder een extra-intensieve bezetting met pluimvee of varkens krijgt van het Landbouw schap voor 1965 een algemene heffingsaanslag voor 10 x 5,50,Stel nu dat hij georga niseerd is en dat zijn organisatie, (zoals bijv. de Z. L. M.), naast een grondbedrag van 10,een bedrag van 3,50 per ha vraagt. Als hij aan het Landbouwschap de desbetreffende kwitantie over legt van hetgeen hij aan onze organisatie heeft betaald in dit geval dus 10,10 x 3,50 of 45,zou hij bij het Landbouwschap recht hebben op 70 korting van 45,of totaal ƒ31,50. Er wordt, zoals hiervoor reeds uiteengezet ech ter niet verder gegaan dan tot 50 korting op de algemene heffing, dus in dit geval ƒ25,kor ting. De totale contributie-aftrek voor de 220.000 door het Landbouwschap uitgezonden aanslagen per jaar moet niet onderschat worden. Dat is voor 1965 een totaalbedrag van bijna 4 miljoen 400 duizend gulden. Netto ontvangt het Landbouw schap voor zijn algemene werk over 1965 dan ruim 8 miljoen gulden, waarmede dus al het lan delijk werk en de subsidies, maar ook al het ge westelijke werk van het Landbouwschap moet worden betaald. Per aangeslagene wordt gemid- vorige week werd in deze rubriek ingegaan opde sociale verzekeringsplicht voor arbeid van korte duur in buitengewone gevallen. Scholieren die tijdens hun vakantie oogst- of verplegings- werkzaamheden verrichten vallen buiten de verplichte verzekering krachtens de ziektewet, de kinder bijslagwet en de werkloosheidswet. Voor andere categorieën, zoals gehuwde vrouwen en meisjes die in de huishouding werken geldt geen verzekeringsplicht indien minder dan 500 per jaar wordt verdiend, korter dan zes weken en overig niet in loondienst wordt gewerkt. Al deze categorieën vallen echter wel onder de verzekering krachtens de Land- en TuinbouwongevaTenwet. De verzekeringsplicht van leerlingen van Land- en/of Tuinbouwscholen, die voor hun praktische scholing een bepaalde tijd op een bedrijf werkzaam zijn (stagiaires) is door het bestuur van de Agra risch Sociale Fondsen eveneens aangepast aan de praktijk. Deze leerlingen zullen over het; algemeen min of meer op het betreffende bedrijf produktieve arbeid verrichten en daarvoor een beloning dan wel zakgeld ontvangen. Verzekeringsplicht wordt in verband hiermede voor deze praktikanten aangenomen: voor de ziektewet, ziekenfondsbesluit, werkloosheidswet en interim invaliditeitswet indien meer dan 14 van het C. A. O.-loon wordt verdiend en tevens meer dan 500 per jaar en langer dan 6 weken per jaar wordt gewerkt. Voor de wachtgeldpremie voor a. buitenlandse stagiaires. In alle gevallen gereduceerde wachtgeldpremie. b. praktikanten van middelbare en hogere land- en tuinbouwscholen en van de landbouwhogeschool te Wageningen. In alle gevallen gereduceerde premie, mits uit het loonboek duidelijk blijkt dat het een leerling/student betreft van een middelbare of hogere land- of tuinbouwschool. c. leerlingen van lagere land- en tuinbouwscholen. Gereduceerde premie, indien een contract is opge maakt en op tenminste 156 dagen wordt gewerkt. Gevallen, waarin tussen de vijf en zes maanden of nog minder is gewerkt, worden voorgelegd aan de landelijke kleine commissie. Aan de landelijke kleine commissie kan voorts worden verzocht om ten aanzien van stagiaires van andere dan de hierboven genoemde onderwijsinstellingen in concrete gevallen overeenkomstige be slissingen te nemen. REGISTRATIE JAARKONTRAKTEN VASTE ARBEIDERS Het vorige jaar zijn de Agrarisch Sociale Fondsen te Goes ter besparing van kosten en uja over gegaan. op een andere regeling van de registratie van de vaste jaarkontrakten. De distriktsagenten bezochten niet meer de werkgevers en de registratie werd administratief te Goes verzorgd en bijge houden. Zoals bekend is het van belang dat de kontrakten van de vaste arbeiders bij het A. S.F. geregistreerd zijn. Alleen in dat geval kan de verlaagde premie W.W. in rekening worden gebracht. Vindt geen tijdige registratie plaats dan wordt de normale W. W. premie berekend. Deze is 5,2 hoger dan de verlaagde premie, dus een besparing van 52,per 1000,arbeidsloon. Voor vaste arbeidskrachten die reeds bij het A. S. F. geregistreerd zijn ontvangt de werkgever te zijner tijd (in april) een kaart waarop hij de verlenging voor het kontraktjaar '65/66 en eventuele nieuw af gesloten kontrakten kan aantekenen. In dat laatste geval dient het betreffende kontrakt ter inzage met de kaart mee opgezonden te worden. Tussentijds aangenomen vast personeel moet binnen 14 dagen na aanneming aangemeld te worden onder ter inzage zending van het kontrakt. Vergeet dit niet! Anders kost het onnodig hoge premie! B. deld nog geen 40,per jaar betaalt voor do algemene heffing. In het betreffende voorbeeld betaalt een ongeorganiseerde boer op 10 ha du* 50,— per jaar. En een georganiseerde boer aan het Landbouwschap 25,— Aan zijn organisatie betaalt een ge organiseerde boer in het door ons genoemde voorbeeld boven dien per jaar 45,— 70,totaal Voor dit totale bedrag worden door de organisa tie en het Landbouwschap zijn belangen dus behartigd in de meest ruime zin van het woord Niet een gering^ bedrag, maar wel een verant woord bedrag. Eén cent per jaar bij de melkprijs betekent een meerdere opbrengst per melkkoe van 40,per jaar. Vanaf 1 november 1962 is totaal 4 a 5 cent als richtprijs voor de melk meer gekregen; deze steeg van 27 cent tot 31 a 32 cent. Maar er is nog zoveel meer goed werk bij het Landbouwschap, landelijk en gewestelijk te doen en ook gedaan. Er zijn nog steeds boeren, die beweren dat zy de heffingen niet betalen en het Landbouwschap toch geen maatregelen tegen hen neemt. Inderdaad komen er gevallen voor, waarin men wegens bij zondere omstandigheden uitstel van betaling vraagt. Dit wordt meestal wel verleend, als de argumentatie redelijk is. Vaak zelfs uitstel voor geruime tijd. In zeer speciale gevallen, waarbij sprake is van absolute onmogelijkheid om te be talen door bijzondere gezinsomstandigheden (wij bedoelen hier gevallen, die aan de zg. sociale steun toe zijn), kan het dagelijks bestuur van het Landbouwschap zelfs zo ver gaan om de heffing oninbaar te verklaren; in die sporadische gevallen betekent dit dan dat betrokkene inderdaad de hef fing niet behoeft te betalen. Dit zijn echter de mensen, die niet te koop lopen met hun moeilijk heden en er niet prat op gaan dat zij hun heffing niet betalen. In de tweede plaats is bepaald, dat, wanneer de algemene heffing minder dan 12,50 bedraagt, er geen aanslag wordt opgelegd (vorig jaar was deze grens 10,maar aangezien de heffingen met 25 zijn verhoogd, is ook het minimum van 10,op 12,50 gebracht). De bedoeling van dit minimum is om de aller kleinste bedrijven zoveel mogelijk tegemoet te komen, terwijl het ook een aanzienlijke vereen voudiging in de administratie geeft, omdat hier door voor een derde deel van het totaal aantal geregistreerde bedrijven geen aanslag behoeft te worden gereed gemaakt en verzonden. Daarnaast is er echter ook een aantal mensen, die wel moeten betalen, maar dit niet doen en daar nog mee te koop lopen ook. Zij beroemen zich erop dat het Landbouwschap hen toch niet aanpakt. Van anderen krijgt het Landbouwschap dan het verwijt dat het in deze niet snel genoeg en niet fors genoeg optreedt. Hierbij moet men echter bedenken dat het Landbouwschap by het innen van de heffingen gebonden is aan wette lijke regels. De wettelijke weg kan nog wel eens een lange weg zijn. Bovendien neemt de nauw keurige verwerking van 220.000 heffingsaanslagen ook geruime tijd in beslag. Het Landbouwschap vergeet echter geen enkele heffingsplichtige. Men sen, die overal rondbazuinen dat zij lekker toch niet betalen en dat hun niets gebeurt, zullen eer der of later tot de ontdekking komen dat zij zich zelf grote financiële schade berokkenen. In géval len, waarin men het tot een dwangbevel laat komen, is men reeds 25,extra kwijt. Moet uiteindelijk tot verdergaande maatregelen over gegaan worden, dan kan de schade voor betrok kene oplopen tot meer dan 700, Wettelijke maatregelen staan het Landbouw schap ten dienste om alle gevallen af te handelen naar recht en billijkheid. Laat het daarop niet aan komen, anders zal - en dit tot hun eigen grote financiële schade uiteindelijk ondervinden. IN acht .jaar tijd is bijna een kwart van het aan- tal mensen, dat in de landbouw in de E. E. d een bestaan vond, omgezwaaid naar een ander be roep- Het grootst was de afvloeiing aldus het maandblad „Europese Gemeenschap" in Luxem burg; daar verminderde het aantal arbeidskrachten in de landbouw van 1954 op 1962 met 31,3 Het laagst was dit cijfer in Nederland: 16,7 (in België 25,5 Toch werkte in de Europese Gemeenschap in 1962 nog 18,9 van alle arbeidskrachten in de landbouw (in 1954 26,5%). VS

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 7