DE BAL VAN EMMELOORD
Officiéél orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN
Fwnkwtiig bij abomiemen-*; TOiifeaiw
VRIJDAG 26 FEBRUARI 190*
33e Jaitrgan# No. 2T00
DL MELKPRIJS
HET melkprijsjaar loopt van 1 april tot en met
31 maart volgens het aanvaarde E. E. G.
zuivelreglement. Volgens een bepaling in dit regle
ment zou de Europese Commissie voor 1 april van
dit jaar gelijke richtprijzen voor de melk aan de
Raad van Ministers moeten voorleggen, die dan op
een door deze Raad nader vast te stellen datum in
werking zouden treden. De Europese Commissie
heeft echter in afwijking hiervan om allerlei tac
tische redenen opnieuw een zogenaamde prijsvork
voorgesteld. Dat wil zeggen een maximum, waar
boven geen der zes regeringen hun nationale richt
prijs voor de melk mogen vaststellen en een mini
mum, waar beneden zij dit niet mogen doen. Als
maximum wordt voorgesteld 40 Duitse pfennig of
36,2 cent en als minimum 34 pfennig of 30,7 cent.
Wanneer dit voorstel door de Raad van Ministers
zou worden aanvaard, dan betekent het dat de
Italiaanse richtprijs van 42 pfennig met 2 pfennig
omlaag moet en de Franse van 32 met 2 pfennig
omhoog. De Nederlandse richtprijs was verleden
jaar 31 cent of 34,25 pfennig en zit dus nog juist
boven het minimum.
yOKIGE week schreef de sekretaris der Z. L. M..
ir< Prins, zyn commentaar op de prijzen voor
de akkerbouwprbdukf enzoals die door minister
Biesheuvel voor de oogst 1965 zijn vastgesteld.
Terecht wees hij erop, dat het beleid ten aanzien
van koolzaad en vlas een zekere teleurstelling op
roept. Voor de tarwe, de voedergranen en de sui
kerbieten kwamen de verwachte resultaten uit de
bus. Verwacht, omdat hier de Brusselse beslissin
gen een overwegende invloed op hebben uitge
oefend. De prijsvaststelling van onze belangrijkste
landbouw prod ukten verplaatst zich hoe langer lioe
meer naar de E. E. G. instanties. oor de granen
ligt de bevoegdheid na 1967 geheel in handen van
de Raad van Ministers en tot 1987 is dit praktisch
het geval. Gemeenschappelijke prijzen zijn op 15
december van het vorige jaar uit de bus gekomen
en het spreekt vanzelf, dat de zes regeringen bij
de prijsvaststelling voor de oogsten 1965 en 1986
Juin oog op deze gemeenschappelijke prijs gericht
houden. Maar ook voor de produkten, waarvoor
een besluit tot gelijke prijzen voor het gehele
E. E.G. gebied nog niet gevallen is, wordt niet
name door minister Biesheuvel reeds rekening ge
houden met wat er straks zal worden vastgesteld.
Op het ogenblik is in eigen land en tevens in
E. E. G.-verband de bepaling van de melkprijs en
van de rundvleesprijs, in sterke mate in discussie.
MERKWAARDIG
IN dit verband doet bet een weinig merkwaardig
aan te horen, dat minister Biesheuvel er op de
algemene vergadering van de C. B. T. B. in
Emmeloord bij de standsorganisaties heeft aange
drongen ervoor te zorgen, dat zij in Brussel via de
COPA meer gewicht bij de E. E. G. landbouwdien-
sten van dr. Mansholt in de schaal dienen te wer
pen, opdat zij meer invloed gaan krijgen bij het
opstellen van de voorstellen. Want er is een be
hoorlijk contact tussen het Presidium (bestuur)
van de COPA en dr. Mansholt. Natuurlijk moet de
werkwijze van de COPA en het apparaat, waar
over het beschikt in de komende jaren verbeterd
en verstrekt werden. Alle lid-organisaties uit de
zes landen zullen nog veel meer dan thans het
geval is, moeten gaan inzien, dat het zwaartepunt
van het landbouwbeleid bij de E. E. G.-organen
komt te liggen. Maar ook deze COPA bevindt zich,
zoals de gehele E.E.G., in een stadium van opbouw,
Echter; en dit weet onze minister heel goed, de
beslissingen vallen niet in de Europese Commissie,
(Zie verder pag. 203)
ADDERTJE ONDER HET GRAS
PR zit echter in het voorstel van de Europese
Commissie nog een lelijk addertje onder het
gras. De vier andere E. E. G.-landen, wier richtprijs
1964/65 lag binnen de voorgestelde vork van 36,2—
30,7 cent, zouden hun richtprijzen voor het melk
prijsjaar 1965/66 niet mogen verhogen. Voor deze
landen, waaronder Nederland, zou een aanvaarding
van dit voorstel een bevriezing betekend hebben van
de bestaande situatie, terwijl toch overal de kosten
gestegen zijn. Op grond van deze gestegen kosten
vraagt de hoofdafdeling veehouderij van het Land
bouwschap een richtprijs van 34 cent met dc
daarbij behorende maatregelen, opdat de melk
veehouder deze prijs ook werkelijk haalt. Ook In
België vragen de drie aldaar bestaande landbouw
organisaties een hogere prijs.
In het verband van de C. O. P. A., het samen
werkingsorgaan van de landbouworganisaties in
de zes E. E. G.-landen, wordt voor 1967 op grond
van berekeningen uit Franse en Belgische brcn en
op grond van het feit, dat de rundvleesproduktie
in de E. E. G. een stimulans behoeft een richtprijs
van 42 pfennig gevraagd. Hierover is een bespre
king met dr. Mansholt en zijn hoge ambtenaren
aan de gang.
Evenals bij de vaststelling van de prijzen
voor de akkerbouwprodukten, heeft het er alle
schijn van, dat Minister Biesheuvel bij de vast
stelling van de Nederlandse richtprijs voor de
melk, zich aan zal passen op hetgeen in Brus
sel overeengekomen wordt.
TOCH BEVRIEZING?
AP VALLEND is bijvoorbeeld, dat het voorstel
van de Europese Commissie voor de prijsvork
voor het rundvlees, dat aanvankelijk een maximum
van 260 en een minimum van 240 D. Mark per 100
kg levend gewicht zou bevatten, op aandringen
van Nederland verlaagd zou zijn tot 255 en 235
D. Mark. Aldus lazen wij in het Duitse blad
„Europa Nachrichten", dat meestal zeer goed geïn
formeerd is. Nu weet iedere deskundige, dat er
een nauw verband bestaat tussen de melkproduktie
en de rundvleesproduktie en dus tussen de prTjzen,
die voor deze produkten worden vastgesteld. Het
zou dus Nederland zijn, dat naast Frankrijk, op
matiging van deze prijzen aandringt.