Uit de school geklapt g
Verzurende werking van mengmeststoffen
95
Wat wij weten moeten van motorolie
II
„Prefix" tegen onkruid
Direktie N. I. B. E. M.
Reina-vezelvlas op Franse
rassenlijst
VRIJDAG 29 JANUARI 1965
|\E vorige week bespraken wij in het kort de SAE klassificatie voor motor- en transmissie-oliën.
Onderstaand geven wij deze week enige tabellen waaruit de grenzen afgelezen kunnen worden
van de verschillende klassen.
De grenzen van de klassen zijn als volgt vastgesteld:
SAE KLASSIFICATIE MOTOROLIE
SAE
getallen
5 W
10 W
20 W
20
30
40
50
Viscositeit in seconden Saybolt Universal
Bij 0° F - 17,8° C)
Minimum
6.000
(noot A)
12.000
(noot B)
Maximum
Minimum
Bij 210° F 98,8"
Maximum
C)
4.000
39
minder dan
39
12.000
39
48.000
39
45
minder dan 58
58
minder dan 70
70
minder dan 85
85
110
noot A: minimum viscositeit bij 0° F kan worden verwaarloosd mits de viscositeit bij 210° F niet
lager is dan 40 sec. Saybolt Universal;
noot B; idem, mits de uitstroomtijd bij 210° F niet lager is dan 45 sec.
SAE KLASSIFICATIE TRANSMISSIEOLIE
Viscositeit in Seconden Saybolt Universal
SAE
getallen
75
80
90
140
250
Bij 0° F —17,8° C)
Minimum Minimum
15.000
15.000
(zie noot C)
Bij 210°
Minimum
F 98,8° C)
Minimum
75
120
200
120
(noot D)
200
smeermiddel
moet nog goed
vloeien bij de
laagste tempe
ratuur waar
voor het wordt
aanbevolen
noot C: minimum viscositeit bij 0° F kan worden verwaarloosd mits de viscositeit bij 210° F niet
lager is dan 48 sec. Saybolt Universal;
noot D: maximum viscositeit kan verwaarloosd worden mits de viscositeit bij 0° F niet hoger is dan
750.000 sec. Saybolt.
DEGIN 1964 werd „Prefix" als het nieuwste
Shell onkruidbestrijdingsmiddel voor selec
tief gebruik geïntroduceerd.
Thans is „Prefix" ook beschikbaar voor totale
onkruidbestrijding (allesdoder) met vele toepas
singsmogelijkheden zoals:
industrieterreinen
spoorwegen
parkeerplaatsen
opslagplaatsen
grind- en zandpaden
bermen en stroken langs wegen en paden
tegel- en klinkerbestratingen
erven en tuinen
sportparken
bodems van droge sloten.
„Prefix" korrels zijn hard en daardoor gemak
kelijk met de hand te strooien. Ingewikkelde en
kostbare spuitapparatuur is dus niet meer nodig.
Bovendien is „Prefix" niet giftig voor mens en
dier en niet corrosief, d.w.z. het tast hout en me
taal niet aan en is niet geleidend. Het mag dus
gebruikt worden bij electrische installaties.
Toepassing kan gedurende het gehele jaar plaats
vinden. Het meest effectief werkt het middel ech
ter tussen begin februari en eind maart, dus eni
ge weken voor de groei van de meeste onkruiden
begint.
Mits aangewend op het gunstigste tijdstip en
bij gebruik van de goede dosering (afhankelijk
van het terrein minimaal 100 kg per ha) mag ge
durende een geheel seizoen of soms langer op een
goed bestrijdingseffect gerekend worden.
„Prefix" (26 dichloorthiobenzamide) werkt als
een „zegel" in de bovenste 5.7 cm van de grond
waardoor zadenkruiden, wortelonkruiden en kiem-
planten van onkruiden geen kans krijgen zich in
deze laag te ontwikkelen.
In de notulen van de in november gehouden H. B.-
vergadering is opgenomen een mededeling van de
heer J. B. Becu, dat Dr. H. van Veldhuizen wegens
het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zou
aftreden.
Van bevoegde zyde vestigt men er onze aandacht
op dat Dr. Van Veldhuizen in ieder geval nog tot
1967 direkteur van het N.I.B.E.M. blijft, daar hij in
dat jaar 65 jaar wordt.
INGEZONDEN
IN het Kerstnummer van uw Zeeuws Land- en Tuinbouwblad is een artikel opgenomen van ir.
K. Poll van de Deltachemie N. V. gericht tegen wat hy noemt tegenstanders van mengmest
stoffen. Met twee voorbeelden licht hij toe, hoe deze produkten naar zijn mening ten onrechte in
een kwaad daglicht worden gesteld. Een van die voorbeelden slaat op een publikatie van onderge
tekende, waarin wordt uiteengezet dat van vele mengmeststoffen een verzurend effect mag wor
den verwacht. Volgens ir. Poll is deze publikatie voorbarig, zijn de conclusies alleen gebaseerd op
theoretische overwegingen en niet in overeenstemming met zijn jarenlange ervaring en resultaten
van onderzoek. Wij achten het gewenst een antwoord op deze kritiek te geven om te voorkomen
dat een aantal gebruikers van mengmeststoffen zich in dit opzicht ten onrechte door hem laat ge
ruststellen.
ENIGE jaren geleden bestond er een „Com
missie Mengmeststoffen", waarin naast ver
tegenwoordigers van Landbouwhogeschool en in
stituten ook de industrie zitting had. Deze com
missie richtte een verzoek aan het instituut voor
Bodemvruchtbaarheid in Groningen een onder
zoek te doen naar de invloed van mengmeststof
fen op de kalktoestand van de grond. Een derge
lijk probleem wordt meestal aangepakt met be
hulp van proeven, maar omdat te voorzien was
dat het onderzoek op die wijze lang zou duren
en kostbaar zou zijn, werd naar een andere mo
gelijkheid omgezien. Wij vonden die door uit te
gaan van de werking van de enkelvoudige mest
stoffen waarover veel was gepubliceerd, en daar-
UET CEBECO-vlasras Reina, dat in 1962 in do
Nederlandse rassenlijst werd opgenomen, is
nu ook op de officiële Franse rassenlijst geplaatst.
Reina is een ras met opvallend goede eigenschap
pen, zoals bijv. een hoge opbrengst, resistentie, als
mede een hoog lintgehalte en een uitstekende lint
kwaliteit. Op grond van de twee laatstgenoemde
eigenschappen hebben ook de vlassers in binnen-
en buitenland veel belangstelling voor Reina,
Zoals bekend vindt er vanuit Nederland reeds
vanouds een belangrijke export plaats van zaai-
lijnzaad, met name naar Frankrijk. Daarom is het
uiteraard van belang dat Reina nu in Frankrijk
officieel erkend is, omdat hierdoor de mogelijk
heden voor de export van zaailijnzaad ongetwijfeld
groter zullen worden.
uit die van de mengmeststoffen af te leiden. In
wezen komt daar heel weinig theorie bij te pas;
de werking van de enkelvoudige meststoffen, die
de basis is voor onze voorspelling omtrent die
van mengmeststoffen, is namelijk proefondervin
delijk vastgesteld.
Het bezwaar van ir. Poll dat wij zuiver theore
tisch te werk zijn gegaan, is dus niet juist. Wel
is het waar dat wij de uitkomsten van onze voor
spelling met opnieuw in proeven hebben getoetst.
Wij vonden dit gezien de logica van de op basis
van bestaande proefresultaten gevolgde gedach-
tengang, die aan de voorspelling ten grondslag ligt,
en ook in verband met de hoge kosten van proe
ven niet urgent.
TOCH kunnen wy ons voorstellen dat men de
volgens onze berekeningen te verwachten
effecten ook wel eens graag in werkelijkheid wil
zien. Er zyn dan ook door de land bouw voor
lichtingsdienst en door enkele industrieën proef
velden aangelegd, die nu enkele jaren lopen en
onze verwachtingen bevestigden.
Wij mogen hier natuurlijk het onderzoek van
ir. Poll zelf niet over het hoofd zien. In zyn ar
tikel vermeldt hy een proef met verschillende
mengmeststoffen en vindt slechts minieme effec
ten. De vraag is nu welke produkten hij gebruikt
heeft. Er zijn namelijk mengmeststoffen die sterk
verzurend werken, maar er zijn andere, die de
grond maar weinig verzuren of zelfs alkalisch
werken.
Nog belangrijker is de vraag over hoeveel
jaren zich het onderzoek uitgestrekt heeft. Doet
men dit slechts één jaar, dan is het effect maar
gering. Zelfs een produkt als zwavelzure am
moniak dat bekend staat als sterk verzurend,
zal bij toepassing in een gift van 5 baal per
ha op een vrij humusarme grond (3,5 de pH
met niet meer dan ongeveer 0,15 verlagen. Op
een humusrijke grond is die verlaging nog min
der.
Het gevaar van de verzurende werking van
vele mengmeststoffen komt dus pas tot uiting,
indien men ze jaar in jaar uit toepast en ver
zuimt tijdig tegenmaatregelen te nemen.
Het „waarom" van de verzurende werking is
vrij ingewikkeld. Om het in wat vereenvoudigde
vorm te zeggen, komt het hierop neer, dat de
meeste mengmeststoffen relatief minder basen be
vatten dan de gebruikelijke enkelvoudige (zwa
velzure ammoniak niet meegerekend). Het am
monium-bestanddeel moet men in dit verband niet
tot de basen rekenen maar tot de zuren, omdat
het in de grond door nitrificatie in nitraat wordt
omgezet.
EEN ander bezwaar van ir. Poll tegen onze
publikatie is, dat wij niet naar de samen
stelling van de produkten gevraagd hebben en
dat deze uiteraard alleen aan de fabrikant bekend
zou zijn. Het eerste is onjuist. Wij hebben bij ver
schillende producenten geïnformeerd en ook bij
Deltachemie, maar hebben van deze laatste in te
genstelling met de anderen geen antwoord ge
kregen. Overigens moet het voor iedereen, die
onze publikatie goed leest, duidelijk zijn dat wij
de samenstelling van de produkten voorzover we
die moeten kennen, desnoods zelf kunnen vast
stellen of dat elders laten doen.
Om misverstand bij de lezers te voorkomen
moeten wij tenslotte de bewering van ir. Poll, dat
wy tegenstanders zouden zijn van mengmeststof
fen, rechtzetten. Ons instituut rekent zich tot taak
voor- en nadelen van alle mogelijke meststoffen
in het belang van boer en tuinder te noemen. Wy
hebben de voordelen van mengmeststoffen aller
minst verzwegen. Ir. Prummel heeft gepubliceerd,
dat deze produkten in hun werking op de plant
even goed of zelfs beter kunnen zijn dan enkel
voudige meststoffen. Uit het feit dat dr. Ferrari
een studie verrichtte over het meest gewenste as
sortiment, moge blijken dat wy de ontwikkeling
geenszins tegenhouden. Wat wij willen, is een
verantwoorde toepassing van-de produkten. Daar-
om ook hebben wij ons in ons artikel over de ver
zurende werking niet beperkt tot constatering van
dit nadeel, maar tevens aangegeven, hoe men moet
tewerkgaan om er geen hinder van te ondervinden.
Ir. C. M. J. SLUIJSMANS.
Instituut voor Bodem
vruchtbaarheid Groningen.