Kansen voor gespecialiseerde tuinbouw Noodzaak samenwerking veilingen in Zeeland 24 ZEEUWSE SPUITDAG 19 65 Woensdag 13 januari - 10 uur „Prins van Oranje" - GOES ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD De economische ontwikkeling van West Euro pa biedt grote kansen voor de Nederlandse en dus ook voor de Zeeuwse tuinbouw, mits er een aanpassing van het produktie- en afzet-apparaat in Zeeland komt. De verkeerstechnische ontsluiting van Zeeland brengt een grote verbetering in de verkeerslig- ging. Het grootste probleem in Zeeland is echter: 1. Hoe het kleinbedrijf met velerlei kleine produkten en seizoenarbeid om te vormen is in een klein bedrijf, gespecialiseerd op weinig grote produkten, die het gehele jaar werk verschaffen. Dit is vooral voor jonge telers van belang. 2. De Zeeuwse tuinbouw groeit wel in de breedte, maar niet in de diepte; de basis wordt steeds breder, maar de ondergrond wordt niet vaster. Tot deze conclusie kwam de heer L. Gijsberts, marktonderzoeker van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen op de gehouden tuinbouw- middag van de Kring Oost Zuid-Beveland van de Z.L.M. In zijn bijzonder interessante lezing over de perspectieven voor de teelt van Zeeuwse groen ten en fruit werden de omzetten van de Zeeuw se veilingen en de veranderingen in de omzetten naar produkt aan de hand van een stencil met ejjfers toegelicht. In Nederland stegen in de periode van 1950 1963 de veilingomzetten met 122 en die van de Zeeuwse veilingen namen slechts toe met 95 Het hard fruit steeg in deze periode in Zeeland met 101 maar die van aardappelen werd zelfs meer dan 3 x zo hoog. GERINGE OMZET PER VEILINGSLID Voor de produkten met meer dan 50.000 omzet, gemiddeld over de jaren 19601963, nam bij frambozen, kasaardbeien, tomaten, augurken, bloemkool, knolseldery en witlof, de stijging toe met meer dan 200 In de periode van 19501963 had voor deze produkten een stijging plaats van 619 Het aandeel van de kasgroenten in de omzet op de Zeeuwse veilingen kwam van 1 op V/2%. Lande lijk was dit cijfer van 26,4 toegenomen tot 41 Het aantal veilingen in Zeeland bleef 9 en het aantal aanvoerders steeg van 5878 tot 6431. Het aantal leden hield hiermee geen gelijke hoogte; dit werd in deze 10-jarige periode gebracht op 4614 in 1963 tegen 4232 in 1953. De gemiddelde omzet per aanvoerder nam toe met 67 van 2870 in 1953 tot 4830 in 1963. Bij de verdeling van de omzet in het boekjaar 1962/63 over de veilingleden valt op, dat 600 leden in dat jaar niet geveild hebben. Daarbij hadden 2309 leden een omzet van minder dan 5000 en 1294 leden een omzet tussen 5000 en ƒ25.000. Slechts 205 leden veilden in de omzet- grootte van ƒ25.000ƒ50.000. Behoorlijke om zetten van boven de 50.000 behaalden nog maar 96 leden. AFZET NAAR BESTEMMING Het afzetpatroon naar bestemming wijkt bij de Zeeuwse veilingen nogal af van het landelijk beeld. Bij vergelijkingen, gemaakt over de periode van 19531963 voor Nederland en Zeeland, blijkt het volgende: Detailhandel Groothandel Export Industrie Opvallend in deze cijfers is de daling van de afzet in Nederland aan de groothandel, terwijl in Zeeland juist de sterkste uitbreiding te zien is. Landelijk is er een behoorlijke groei in de afzet Tan exportprodukten, in Zeeland is deze daaren tegen zeer sterk afgenomen. De noodzaak tot concentratie wordt dan ook In het bijzonder aanwezig geacht bij de groot handelsveilingen. VOLGT ZEEUWSE TUINBOUW JUISTE KOERS? De grote kracht van de Nederlandse tuinbouw is de sterke expansie van de teelt van kapitaal intensieve exportprodukten, die het buitenland weinig teelt. Deze kracht wordt in Zeeland nog veel te weinig benut. De groei van de Zeeuwse tuinbouw is alleen te bespoedigen indien bijgestuurd wordt. De heer Gijsberts trok een vergelijking met de koers, die de Nederlandse tuinbouw in het algemeen vaart, en kwam tot de conclusie dat Zeeland moet bijsturen in de richting van: 1. veel meer doorgevoerde specialisatie (assor timent van 47 produkten is veel te groot); Nederland in 1953 1963 15 11 33 26 41 54 11 9 100 100 Zeeland in 1953 1963 12 10 34 57 40 17 14 16 100 100 2. uitbreiding teelt van kapitaalintensieve pro dukten (zoek produkten met economische groeikracht, glasprodukten); 3. teelten van arbeidsintensieve produkten niet stimuleren; 4. stimuleren van de tuinbouw als hoofdbe drijf (bedrijfsgrootte); 5. tuinbouw niet stimuleren als nevenbedrijf; 6. stimuleren teelten van produkten die ge schikt zijn voor exporthandel en nieuwe kleinhandelsvormen Het grote probleem in Zeeland is, dat er te weinig exportprodukten in grote partijen zijn. De Zeeuwse tuinbouw heeft veel minder van E. E. G.-liberalisatie geprofiteerd dan ande re tuinbouwgebieden, zoals bijv. het West- land. de Kring en Noord-Limburg; De Zeeuwse tuinbouw heeft veel minder van de modernisering van de buitenlandse kleinhandel geprofiteerd; 7. concentratie van het aanbod van exportpro dukten stimuleren; 8. de aantrekkelijkheid van Zeeuwse tuinbouw als groentenleverancier verhogen. De consequentie van het zeer ruime Zeeuwse groenten- en fruitassortiment is, dat bedrijfs economisch de verhandelings- en vervoerskosten per colli en per gulden hoog zijn. Afzettechnisch zijn er te veel kleine partijen, te weinig unifor miteit in kwaliteit en sortering, waardoor dikwijls gebrekkige prijsvorming optreedt. Commercieel gezien is het Zeeuwse aanbod van kleinere pro dukten dikwijls niet voldoende interessant voor de exporthandel. NIEUWE EISEN GESTELD DOOR EEN MODERNE MARKT Er doen zich vele veranderingen voor in de eisen van de Europese consument. De moderne consument is zeer koopkrachtig en heeft voor keur voor de beste, veelal duurdere, produkten en kwaliteiten. Hij is weldoorvoed, is kieskeurig en gemakzuchtig en heeft liever lichte kost, geen vetten, koolhydraten en suiker. Hij heeft graag keukenklare produkten in blik, glas, diepvries, gedroogd, gewassen, gesneden, geschild of ge schrapt. De moderne consument is autobezitter en trekt naar supermarkten en shoppingcentres, verkeert steeds in tijdnood en heeft liever panklare maal tijden. De tijdsbesparing in een zelfbedieningswinkel voor de huisvrouw, die veelal geen hulp meer kan krijgen, kan vaak 2/3e zijn. Steeds meer wordt de consument gebombardeerd met recla memiddelen, zoals T. V., radio, week- en dag bladen. Hij koopt steeds meer impulsief door het zelfbedieningssysteem. Op deze consument moet ook de Zeeuwse tuin bouw afstemmen. Daarnaast zijn er de veranderingen in het dis tributie-apparaat, waarin steeds verder voort gaande concentratie plaats vindt. Het resultaat daarvan is, dat de groothandel en de kleinhan del in binnen- en buitenland sterkere markt- partners met andere eisen dan vroeger worden. De Zeeuwse veilingen en telers kunnen profi teren van deze veranderingen, mits zij zelf mee groeien. SPEEL GEEN KRUIDENIER VOOR DE TOERIST Is er ook expansie van de afzet via lokaal toerisme mogelijk? De heer Gijsberts ging ook nader in op de mogelijkheden van afzet aan toe risten in de kustgebieden. Dit zijn interessante afnemers. De toeneming van het toerisme kan de vraag naar Zeeuwse produkten doen stijgen. De be tekenis hiervan moet men niet overdrijven, want slechts drie maanden per jaar is er extra afzet (juni t/m augustus). Een gedeelte der toeristen komt uit andere afzetgebieden (Noord-Neder land), waardoor dus een verschuiving van de vraag optreedt. Ook de weersomstandigheden brengen een on zeker element met zich mee (afzet aan stranden). Het afzetapparaat in kustgebieden is dikwijls niet efficiënt, en werkt met slechts een beperkt assor timent. Via strandtenten voornamelijk appe len, peren, pruimen, vrij dikwijls buitenlands fruit in juni en juli met een vrij lage omzet- snelheid en hoge marges, kampwinkels geen groot assortiment en ook vrij hoge marges, groen tewinkels in badplaatsen, wijkrijders en teler verkoop, wordt in deze afzet voorzien. Daarbij ontstaat een zelfde euvel als veelal op het platteland aanwezig is, namelijk vrij hoge marges vergeleken met de steden, waardoor een rem op de afzet ontstaat. Spreker haalde als voorbeeld aan de marges in augustus 1964 in strandtenten, kampwinkels en groentewinkels in badplaatsen, door controleurs van het C. B. in alle delen van Nederland. Onder de marge werd hier verstaan het verschil in veilingprijs en de prijs betaald door de consument. Van James Grieve en Clapps kwamen de vol gende marges voor: James Grieve Clapps per kg per kg 1 x 20 cent 1 x 10 cent 4 x 30 4 x 30 6 x 40 4 x 40 4 x 50 6 x 50 2 x 70 1 x 70 4 x 80 4 x 80 1 x 90 1 x 110 1 x 110 1 x 120 De marge volgens C. B. S.-onderzoek was voor James Grieve 26 cent en voor de Clapps 43 cent. Deze waarnemingen werden door het C. B. S. ver richt in 23 Nederlandse verzorgingscentra. (Zie verder volgende pagina.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 22