Paard en Pony als middel van ontspanning
1145
Door
WOUTER SLOB
DONDERDAG 24 DECEMBER 1964
De jeugd heeft er plezier aan.
Harddraven is in 't algemeen minder populair dan rennen, waarbij
het dus om het snelst in galop gaat. In Nederland lijdt de rensport en vol
bloedfokkerij echter geen bloeiend bestaan. Dat is met de drafsport heel
anders. Het is moeilijk te verklaren waarom dat zo is. De drafsport. het
rijden met snel dravende paarden, is hier altijd al populair geweest. Al
in de 17e eeuw en misschien al vroeger werden er op korte aistanuen
(korte banen) wedstrijdjes gehouden tussen snelle paarden. Maar dat ging
altijd in draf, nooit in galop.
Die draverijen vond men vrijwel uitsluitend in het westen en noorden
van ons land: Groningen en Friesland, Noord- en Zuid-Holland. En dat
zijn tevens provincies, waar men niet over wijde heidevelden en bosge
bieden beschikte, waar galoppaarden gebruikt zouden kunnen worden.
Wèl hielden de boeren er kleppers, vlotte wegpaarden, waarmee zij vlug
langs de dikwijls zeer smalle en bochtige dijken reden. Of langs de uiter
mate smalle landweggetjes, want de grond in de polderstreken ont
woekerd aan de zee was veel kostbaarder dan de zandgrond elders,
waar men dus wèl brede wegen had. Maar daar leefden weer geen ge
fortuneerde boeren, die er paarden op na konden houden en de landheren
deden weinig aan fokkerij. Zulks in tegenstelling tot vele buitenlandse
landeigenaren.
Een poging van Koning Willem II om in het midden van de vorige
eeuw hierin verandering te brengen, mislukte volkomen. De renpaarden
verdwenen, evenals de renbanen te Zandvoort, Scheveningen, Arnhem
en 't Loo, maar de boeren bleven wèl harddraven
r"P HANS is ons draf- en renwezen een bloeiende zaak geworden, welke
menige fokker geen windeieren legt, veel paardenliefhebbers een
aardig en interessant tijdverdrijf en duizenden toeschouwers een vrjje-
tijds-bestediiig biedt.
In de Verenigde Staten is de paardensport „sport nummer één", zelfs
belangrijker dan het zo populaire baseball en voetbal.
Dat zegt toch wel wat. Miljarden dollars gaan er in om en de paarden
fokkerij en paardensport (training en rijden van renpaarden en dravers)
is er een goede broodwinning voor duizenden.
(Zie verder pag. 1150.)
IJ ET ziet er naar uit, dat het paard in de sterk
ontwikkelde landen van de wereld zjjn tijd
heeft gehad. Tenminste als werkpaard. Ook als
legerpaard. Maar niet als sportpaard. Nimmer z(jn
er zoveel renpaarden gefokt en gehouden als te
genwoordig. Nimmer zijn de prijzen, welke voor
Volbloeds werden betaald zó hoog als tegenwoordig.
Sommige hengsten zijn zo duur, dat één particulier
ze niet meer kan of wil betalen. Er worden dan
syndicaten gevormd, waarin men een aandeel kan
nemen en zo „portie" kan krijgen in een paard van
meer dan een miljoen gulden waarde
Ook de harddravers zgn duur, voor zover ze
tenminste voldoende snelheid hebben getoond. Dra
vers, die niet snel genoeg zijn, brengen daarentegen
weinig meer op dan slachtwaarde. Volbloeds, welke
niet snel genoeg voor de (galop-)baan zijn, kunnen
altjjd nog verkocht worden voor de ruitersport of
als springpaard of misschien zelfs als het
hengsten betreft voor de fokkerjj van halfbloed-
paarden.