H0' zal de landbouw in ons land in de toekomst moe ten worden bedreven? Wij weten wel ongeveer welke richting het uit moet produktie in grotere eenheden door onderlinge samen werking of bedrijfsvergroting, een ver doorgevoerde mechani satie en verbetering van de ex terne produktieomstandigheden maar een duidelijke visie waar wij in de toekomst naar toe moe ten ontbreekt toch veelal. Het is vooral 0111 deze reden dat er per provincie „Raden voor Bedrijfsontwikkeling worden in gesteld, waarin het bedrijfsleven en de overheid samen zullen moeten worstelen 0111 een ant woord te vinden op de vragen. Samen moeten wij trachten een visie te ontwikkelen op de toe komst, om daarmede richting en inhoud te geven aan het regio nale structuurbeleid". Aldus de Minister van Landbouw op de algemene vergadering van de Groninger Mij. van Landbouw kortgeleden te Groningen gehou den. Het is de bedoeling met oeze nieuwe organisato rische opzet beter leiding te geven aan de ontwik keling van de landbouw in de verschillende provin cies. HET NEDERLANDSE MARKT- EN PRIJSBELEID MINISTER BIESHEUVEL behandelde in zijn rede onder meer de gevolgen en vooruit zichten in de E. E. G. eerst in algemene zin voor het Nederlandse markt- en prijsbeleid en vervol gens per produkt. Op een verdere verhoging van de op Mansholt-peil liggende tarweprijs moet voorshands niet gerekend worden. Dit kan alleen als voor de gehele Gemeenschap de tarweprijs wordt verhoogd en daar ziet het voorlopig niet naar uit. Het voedergraanprijspeil zal in de komen de jaren nog wat verder worden opgetrokken. Voor gerst en haver bedraagt de afstand tot het Mans- holtpeil nog 2,50 per 100 kg, terwijl bovendien de onderwaardering van de uitheemse voedergra- nen geheel zal komen te vervallen, zodat de prijzen van gerst en haver in de komende jaren dus neg met ƒ2,50 omhoog zullen gaan en de prijzen van de uitheemse voedergranen met ca. 5,a 6, per 100 kg. Deze verhoging kan met het oog op de belangen van de veredelingsproduktie slechts ge leidelijk worden doorgevoerd. Suikerbieten en suiker. Het afgelopen jaar is de suikerbietenprijs belangrijk verhoogd, n.l. van 54,tot 65,per ton. Dankzij dit beleid is het suikerbietenareaal met 10.000 ha uitgebreid. Hoe wel er nog geen EEG-suikerverordening is daar wordt wel aan gewerkt moeten wij er in ons prijsbeleid wel rekening mee houden, dat wij met ©nze suikerprijs boven het EEG-gemiddelde liggen van 64,(Duitsland 68,50, Frankrijk ca. 48, België 67,50, Nederland 65,Italië 70,Wij zullen het komende jaar moeten oppassen om niet door het evenwicht tussen eigen produktie en bin nenlandse consumptie heen te schieten. Een sui kerbietenareaal dat als gemiddelde over een aantal jaren een hoeveelheid suiker oplevert die overeen komt met de binnenlandse behoefte, is om alleilei redenen gewenst. Vlas. De laatste jaren is door het uitblijven van Russisch aanbod de vlashemel weer wat opge klaard. Daardoor kon het areaal weer een uitbrei ding ondergaan van 21.000 ha in 1961 tot 30.000 ha VOORUITZIEN in 1964. Een welkome mogelijkheid tot verbetering van de vruchtwisseling. De vlasteelt zal echter altijd een speculatieve teelt blijven. Consumptieaardappelen. Het jaar 1964 laat zich voor de consumptieaardappelen gunstiger aanzien dan 1963. Wij hebben een hoge ha-opbrengst van prima kwaliteit, terwijl in de andere West-Euro- pese landen de oogst nogal wat van de droogte ge leden heeft. De export ligt dan ook op een hoog niveau. Melk en rundvlees. Voor de toekomst moeten wij heel voorzichtig zijn met een verdere verhoging van de melk- en rundvleesprijzen. Elke verhoging van de richtprijs moet immers gepaard gaan met een verhoging van de prijzen van consumptiemelk, boter en kaas. De ontwikkeling van de binnenland se consumptie maant tot grote voorzichtigheid. Hetzelfde geldt voor het rundvlees, waar het ge vaar reëel is dat een te hoog opgevoerd rundvlees prijspeil leidt tot een te grote verschuiving van de consumptie in de richting van varkensvlees. Dat mag op dit moment, nu wij aan de voet van de varkensberg staan, mooi zijn: op langere termijn is het een nationaal belang én een veehoudersbelang dat het Nederlandse volk ook zijn portie rundvlees blijft nuttigen. Stijging van arbeidslonen en sociale lasten zal, voor een belangrijk gedeelte moeten worden opge vangen door een doelmatiger produktie, die alleen te bereiken valt door een structurele verbetering van ons huidige agrarische produktieapparaat. MEEGROEIEN MET DE ONTWIKKELINGEN WAT de vooruitzichten betreft meende Minister Biesheuvel dat door de groeiende internatio nale economische samenwerking onze landbouw- afzet minder kwetsbaar zal worden voor handels politieke beperkingen ons door invoerende landen opgelegd. Er ontstaan nieuwe kansen en onze goe de bedrijven kunnen de concurrentie in EEG-ver- band zeker aan. Wel zal het landbouwbedrijfsleven een ópen oog moeten hebben voor de noodzaak van ver betering van de inrichting en de uitrusting van onze landbouwbedrijven. Hetzelfde geldt ook voor onze landbouwproduktenverwerkende in dustrieën. Voor beide geldt de regel: als wij mee willen delen in de stijgende welvaart, zullen \vU er met elkaar voor moeten zorgen dat wij mee groeien met de ontwikkeling die zich buiten de landbouw in zo'n snel tempo voltrekt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 17