Rede Ir. M. A. Geuze 11.35 VRIJDAG 11 DECEMBER 1964 wegvallen zal de concurrentie zich dus meer op het gebied van lage kosten, vakman- schapgoede bedrijfsomstandigheden, kwali- teitsprodukten e.d. gaan afspelen. Niet alle tegenwoordige producenten zullen deze concurrentie aankunnen. Er zullen afvallers zijn. Dat is overigens een onvermijdelijk gevolg van concurrentie. Het is dus ook voor ons land van het grootste belang dat de structuur van de boerenbedrijven wordt aangepast aan de eisen die de E. E. G. stelt om de concurrentie vol te kunnen houden. Met een aangepaste structuur bedoel ik o.a. dat de produktie-eenheden voldoende groot zijn, dat de verkaveling van de bedrijven goed is, dat onze landbouwgebieden ontsloten zijn, dat de inrich ting van de bedrijfsgebouwen aan de eisen van onze tijd voldoet. De boeren zullen zelf alles in het werk moeten stellen om hun bedrijven aangepast te krijgen, wat grootte, mechanisatie en arbeidsbezetting betreft. BEDRIJFSGROOTTE In Nederland zijn nog 38 van het aantal be drijven, kleiner dan 5 ha, ongeveer 25 van de bedrijven tussen de 5 en 10 ha groot, eveneens on geveer 25 1020 ha beslaat en circa 12 gro ter is dan 20 ha. Voor de E. E. G. liggen deze per centages voor de kleinste bedrijven nog ongun stiger. Het aantal bedrijven met meer dan 50 ha is ech ter 1 r/o groter. Voor Zeeland zijn de cijfers gunsti ger. Het aantal bedrijven groter dan 20 ha is in Zeeland 8% hoger dan het gemiddelde in Neder land. Er zijn in de laatste 10 a 12 jaar heel wat kleine bedrijven verdwenen en in de naaste toekomst zul len er vooral onder de 10 ha nog meer bedrijven beëindigd worden. Het verschijnsel van het verdwijnen van kleine niet rendabele produktie-eenheden doet zich overi gens niet alleen in de landbouw voor, maar ook in de middenstand. Zo liep bijv. in Nederland het aantal broodbakkers terug met 25 en het aan tal levensmiddelenwinkeliers met circa 18 Dr. Van Beukering zag de noodzaak van grotere eenheden niet alleen als economisch, maar ook als sociaal wenselijk. INVESTEREN EN MECHANISEREN MEN zal het voorts wellicht meer moeten zoe- ken in een verder doorgevoerde mechanisatie, als deze kan leiden tot lagere produktiekosten, ooral door besparing van hoge arbeidskosten. Voor dergelijke investeringen is veel geld nodig en dat is in vele gevallen een. bijzonder moeilijk punt. Toch moet een boer in de maatschappij van van daag niet te bang zijn vreemd geld aan te trekken, indien hij daartoe de mogelijkheid krijgt. Zo zou hij bijv. ook een zo ruim mogelijk gebruik van net Borgstellingsfonds moeten maken. Ik weet niet of dit altijd wel gebeurt, maar de cijfers zouden wel (Vervolg van pag. 1113.) valt, dat na 1 januari a.s. tevens strenger zal wor den opgetreden tegen verkeersovertreders en weg misbruikers. De verzekeringsmaatschappijen zouden o.i. in dezen ook hun steentje kunnen bijdragen door het eigen risico per schadegeval op te voeren en niet zoals per 1 jamiari 1965 wordt gedaan het eigen risico bij W.A.-schade af te schaffen. Ons inziens een domme maatregel, welke alleen maar een premieverhogend effect geeft. Het is toch al zo, dat de laatste 2 jaren de pre mietarieven bij de particuliere maatschappijen omhoog zijn gevlogen en dat als gevolg van de wettelijke maatregelen, per 1 januari 1965 er nog eens een premieverhoging bijkomt. Wij zullen ons gezamenlijk moeten inspannen het ongeval lenrisico te verminderen. Het meeste effect wordt bereikt door de veroorzaker zelf financieel te treffen! HE Z. L. M. doet overigens nog meer op het terrein van de verzekeringen. Via een twee tal Stichtingen, opgericht in 1952 en 1953, wordt de leden deskundige voorlichting geboden op het moeilijke terrein van de levensverzekering en brandverzekering. Met name wat de levensverzekering betreft wordt van de geboden gelegenheid o.i. te weinig gebruik gemaakt. Eén dezer dagen is juist weer aan alle leden een kaartschrijven verzonden, waarin op deze voorlichting wordt gewezen. Z. L. M.-ers maak daarvan gebruik! Deskundig en gratis advies wordt U namelijk niet dagelijks geboden. Een poliscontróle op een regenachtige dag in december of januari kon wel eens meer geld opleveren dan een goede oogstdag in augustus. Verdei4 hebben we Landbouw Risico, waarbij men de W.A.-verzekering voor het bedrijf, de vrijwillige ongevallen-, ziekengeld- en arbeids ongeschiktheidsverzekering kan onderbrengen. Deze Onderlinge werkt landelijk en heeft momen teel rond 21.000 leden. De afdeling Zeeland van Landbouw Risico telt 2450 leden met een 2200 W.A.-verzekeringen, 1200 ongevallen-, 520 ziekengeld- en 100 arbeidsonge schiktheidsverzekeringen. Tenslotte is op het Landbouwhuis het Secreta riaat gevestigd van de Onderlinge Fruittelers Hagelverzekwing Maatschappij. Deze Onderlinge bestaat reeds vanaf 1949, is toegankelijk voor alle fruittelers in Zeeland en West-Brabant en telt 360 leden. De Onderlinge Hagelverzekering moest dit jaar de vuurproef ondergaan als gevolg van de enorme schade tot een bedrag van 1.350.000, Dank zij de landelijke samenwerking, een goede reassurantie en andere voorzieningen kan de On derlinge aan zijn verplichtingen voldoen. Vanaf de oprichting in 1949 werd in totaal aan schade reeds uitgekeerd een bedrag van 3.150.000, Een bewijs temeer hoe belangrijk het voor de fruittelers is dit gevreesde hagelrisico te verzeke ren. Waar de fruittelers dit risico moeten verzeke ren kan evenmin een vraag zijn. Ons advies is niet uit te stellen, omdat een krachtige onderlinge samenwerking in dezen van eminent belang is. eens een aanwijzing kunnen zijn, dat dat niet over al het geval is. Alles wijst er op, dat de landbouw nog voor grote veranderingen zal komen te staan. De ont wikkeling in de komende tien jaren zal zeer snel verlopen. Het toekomstige boerenbedrijf zal meer en meer van industriële allure worden. Voor diegenen, die niet op tijd hun bedrijf kun nen aanpassen, zal dit niet aangenaam klinken. Maar een aan de gang zijnde ontwikkeling is nu eenmaal niet tegen te houden. VOEDSELMARKT ALS KOPERSMARKT HE producent zal voldoende rekening moeten houden met de wensen van de consument. De koper immers geeft, al dan niet beïnvloed door reclame en propaganda, nauwkeurig aan wat hij wil hebben en in welke vorm be- of verwerkt en hoe verpakt. Daarom zullen producent, handelaar, verwerken de industrie en detaillist op de wensen van de consument moeten vooruitlopen en datgene moe ten produceren, verwerken en verhandelen wat de consument wil hebben en tegen de prijs die de consument wenst te betalen. Ten toonstellingen, voorl iehting, on persoonlijke propaganda en dergelijke zullen meer dan in het verleden nodig zijn om meer bekendheid te geven aan de kwaliteit van het Nederlandse produkt ter bevordering van de afzet in binnen- en buitenland. De heer Van Beukering kwam tot de conclusie dat er, gezien de ontwikkeling van de vraag sinds de oorlog en vanaf nu, kwantitatieve mogelijk heden zijn voor een goede afzet van agrarische produkten. De vraag blijft, wie het gevraagde consumptie pakket zal leveren, waar geproduceerd zal wor den, dus in welke landen of streken en door welke boeren. De toekomst voor de boer in Nederland en met name ook hier in Zeeland, ziet er niet somber uit. Als hij de concurrentie van de E. E. G-producen- ten onderkent en zijn bedrijfsstructuur weet aan te passen aan de moderne tijd. Hij moet er zich van bewust zijn, dat hij in samenwerking met handel en industrie aan de wensen van de consument dient te voldoen. Bij uw bestuur van uw organisatie worden de tekenen van deze tijd, die naar de toekomst heen- wijzen, begrepen. Al het mogelijke wordt gedaan om er aan mede te werken het bestaan in de land bouw van de bedrijfsgenoten te verzekeren. Slechts diegenen kunnen van een bestaan in de landbouw verzekerd zijn, die voldoende capaciteit als ondernemer bezitten. De factor ondernemers- capaciteit is steeds belangrijker geworden. En zoals ook wel elders, zal het ook in de land bouw nog wel eens aan deze factor mankeren. Ik heb hierbij bepaald niet de Zeeuwse boer speciaal op het oog. Integendeel, de Zeeuwse boer is nim mer teruggeschrokken voor moeilijkheden en heeft zich altijd goed weten aan te passen, aldus de heer Van Beukering, die zijn rede besloot met er op te wijzen dat we bepaald wel weten, dat een boeren- levenswijze van „hoe genoeglijk rolt het leven des gerusten landmans heen", waarvan de dichter Poot zong, al lang geen realiteit meer is (voor zover het ooit liet geval geweest is), maar dat het boeren bedrijf een zakelijke onderneming is geworden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 19