HOGE OF LAGE PRIJZEN GROBOL DINGEN VAN DE WEEK Aanpassen en vernieuwen in de fruitteelt noodzakelijk DEGROOT&SLOTN.V: Direct inplanten of een jaar later Ook de bedrijven aanpassen ïuyu ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD yIJN hoge prijzen altijd voordeliger dan lage prijzen? Aldus vraagt dr. W. J. Sangers zich af in de Mededelingen van de Direktie Tuinbouw van oktober '64, onder de titel „Een blad zijde tuinbouweconomie" Voor een consument is dat géén zinnige vraag! Voor de agrarische producent kan het echter anders liggen. Bij het bezien van het prijsverloop van agrarische produkten moet men niet altijd zonder uit zondering vrolijk gestemd zijn bij hoge prijzen en de zaken somber inzien bij enige prijsdaling. Wij vermoeden dat de opvatting van hoge prijzen zijn goed" en „lage prijzen zijn fout" stamt uit de sfeer van de boer-akkerbouwuit een tijd ook waarin er nog bijna geen tuinbouwprodukten waren die een wat groter luxe-karakter hadden. Want daar zit het verschil in waardering in! Akkerbouwers of tuinbouwers met „grove" groenten zullen, indien de totale oogst van een produkt wat geringer is dan tevoren, maar bij hen naar verhouding niet kleiner dan bij hun collega's, zich meestal terecht over hogere prijzen verheugen. Immers, voor die produkten loopt de prijs, bij een vrij geringe procentuele aanbodsverkleining, meestal relatief snel op. De gezamenlijke bruto-opbrengsten van allen zowel als die van de afzon derlijke ondernemers stijgen dan vrij sterk, terwijl verschillende elementen van de kosten per een heid produkt nog maar weinig omhoog gaan. Daarentegen dalen bij een betrekkelijke kleine aanbods toename door grotere oogst, de prijzen van deze „grove" produkten vrij sterk, evenals hun bruto- opbrengsten (bij een nog weinig gezakte kostprijs): de vraag is zgn. inelasticch voor de prijsveran- deringen. T/OOR een tuinbouwer daarentegen die produkten met een wat groter luxe-karakter voort- f brengt, daalt de prijs bij gestegen aanvoer, naar verhouding minder drastisch. Het is waar schijnlijk dat een prijsdaling als gevolg van b.v. een gunstige oogst hier gepaard gaat met vergrote totale bruto- en netto-opbrengsten voor allen en ook voor de individuele tuinbouwer wiens oogst evenredig of sterker toenam dan die collectieve aanbodsvergroting. Binnen bepaalde grenzen volgen hier het consumenten- èn producentenbelang dezelfde koers naar een wat lagere prijs, uiteindelijk wor telend in het gedrag van de verbruikers. De kostprijs daalt dan vrij sterk als gevolg van deze betrekkelijk veel omvangrijker oogst, met name voor de kostenelementen, die niet het plukken, sorteren, veilen e.d. betreffen. Wij gingen er hierbij dus van uit, dat de toeneming van het totale aanbod het gevolg was van betere weersomstandigheden, van produktiviteitsverhoging e.d. en niet van b.v. produktiev erg roting door het vestigen van nieuwe bedrijven. pOTALE aanbodsvergroting met prijsdaling van een prijselastisch produkt kan voor een individu ele ondernemer met een relatief gelijk gebleven of gedaalde produktie natuurlijk alleen maar nadeel bieden. Als antwoord op die prijsdaling zal hij misschien proberen zijn produktie óók op te voe ren door bedrijfsuitbreiding of door méér „glas". Maar drukt nu zijn kostprijs niet of minder dan in dien hij b.v. oogstvergroting door produktiviteitsverhoging nastreeft. Beter dan dit geschrijf dat hier toch niet alles kan belichten, dienen enkele getallen over stooktoma- ten en druiven, illustrerend dat vreugde bij hoge, somberheid bij lagere prijzen voor de „gemiddelde producent" niet altijd op hun plaats zijn. (Vervolg van vorige pagina) meenten is er een plaatselijke politieverordening waarbij het verboden is oude drinkputten te dem pen daar deze geschikt zijn voor bluswater. Bij het omduwen van de bomen met een bull dozer worden de gaten vaak direct gedicht. Door de bomen eenmaal te heffen raakt veel grond los. Het zagen van de grotere takken kan zowel voor af als achteraf gebeuren. Hoewel voor ieder per ceel de kosten verschillend zullen zijn is het zagen van een boom ongeveer 3,504,per boom. Vooraf zagen geeft iets meer rommel door tak- breuk. Het hout is thans, vooral het dunne hout, van weinig waarde. Door het zagen zelf te doen kan men het arbeidsloon verdienen. De takken worden vaak verbrand. De stammen zijn moeilijk te verkopen. Het uitslepen van de stammen met de trekker en een ketting kost soms meer dan het hout aan waarde heeft. We hebben gezien dat men in verschillende ge bieden al aan het rooien is. Velen zullen er nog over moeten denken en na een berekening er ook toe overgaan. Op grond waar steeds appels hebben gestaan plant men vaak een andere fruitsoort. Vooral pe ren zijn daarvoor mogelijk. Door het optreden van bodemmoeheid kan de groei sterk achterblijven Onderzoek hiernaar is gewenst en eventueel kan een chloorpicrinebehandeling van ongeveer 1.800/ ha toegepast worden. Na het rooien zal men de grond normaal moe ten ploegen en eventueel één jaar een land- of tuinbouwgewas moeten telen. Bij een vlak perceel (Adv.) Door jarenlang selecteren van de Noord- Hollandse ul, nog steeds aan de spits van de Nederlandse uienselecties. Deze ui blijft In het voorjaar goed hard en is door zijn bolronde vorm en sterke huid zeer geschikt Yoor machinaal afstaarten. Door onze speciale verpakking blijft de kiemkracht in gesloten dozen langere tijd behouden. zaadteelt en zaadhandel Broek op Langedijk - Tel. 02267-841 kan diepploegen en direct daarna inplanten toch goede resultaten opleveren. Alvorens hiertoe over te gaan zal een advies vragen bij het Rijkstuin- bouwconsulentschap te Goes nodig zijn. Dit is kos teloos verkrijgbaar! Veelal liggen oude, verwaarloosde boomgaarden in akkers en is na het rooien een egalisatie ge wenst. Vormverbetering van het perceel en ega lisatie kan bij toepassing in de winter veel struk- tuurbederf geven. Eerst één jaar een ander ge was kan dan zeker gewenst zijn. Na een vroege stoppel is de uitvoering van het werk en ook een eventueel draineren veel beter te realiseren. Overschakelen van oud op nieuw moet goed gebeuren en in vele gevallen is een jaar wachten met inplanten dan ook aan te bevelen. Een onge lijk perceel blijft moeilijk bij de bewerking en een slechte of zelfs geen drainage heeft grote in vloed op de produktie en het optreden van vrucht boomkanker. Door de vele kleine percelen en de verspreide ligging is een gedeeltelijke vernieuwing slechts mogelijk. Diverse factoren werken daarom mede om bijvoorbeeld een snel en goed werken aan de ruilverkaveling in het gebied rondom Kapelle- Biezelinge te bespoedigen. De toename van de glasteelten en de klein fruitteelt bemoeilijken een oplossing in de toekomst. Met alleen rooien en planten zijn we er niet. Wij moeten scherp letten op wat er op ekonomisch gebied voor nieuwe mogelijkheden komen en wat de handel vraagt. Vooral moeten we denken over de verbetering en opvoering van de mechanisatie. De faktor ar beid maakt nu al ruim uit van de kostprijs van appels en peren. Dit wordt.nog meer. Daarom moe ten we mechaniseren en dan zullen we geen kleine oppervlakte fruitteelt of een klein bedrijf moeten hebben, dan is dat minder goed mogelijk. Niet al- ieen mechaniseren bij grondbewerking en ziekte bestrijding is nodig maar ook bij de oogst met betonpaden, plukstellingen, hefmast aan de trek ker, stapelaars enz. De laatste jaren zijn voor velen in het algemeen materieel gunstig geweest in de fruitsektor. Het schijnt vooral voor de oudere fruittelers vaak moeilijk te zijn om zich bij de nieuwe ontwikke lingen jian te passen. Alleen door drastisch in te grijpen zal het mogelijk zijn in de toekomst mee te blijven doen met fruit te telen. De kansen die er liggen moeten gezamenlijk aangepakt kunnen worden om niet achter te komen. Voor de telers en hun organisaties ligt hier nog veel werk te wachten. Ook de voorlichting zal hier bij inge schakeld moeten worden. d. R. IUE hebben in deze rubriek reeds meerdere keren geschreven over de noodzaak om als tuinders op de hoogte te zijn van de ontwikke lingen, die nationaal en internationaal aan de gang zijn. Daarbij denken we in de eerste plaats aan hetgeen er gebeurt binnen onze tuinbouw- sektor, hoewel ook politieke en economische ge beurtenissen ons niet onberoerd kunnen laten. We leven in een wereld waarin alles nauw met elkaar is verbonden. Steeds opnieuw staan we voor veranderingen. In West-Europa groeien we toe naar een gemeenschappelijke markt. On danks dreigementen van generaal De Gaulle en moeilijkheden met Duitse graanprijzen zal die gemeenschappelijke markt er komen. We zijn dikwijls geneigd om de berichten over de E. E. G., en alles wat zich daaromheen afspeelt, onge lezen te laten of ons hoogstens te beperken tot de koppen, die er over in de kranten staan. Niettemin hebben we groot belang bij deze ont wikkeling, vooral wij, die in de tuinbouwsektor werkzaam zijn. Op het ogenblik omvat onze bin nenlandse markt 12 miljoen mensen. Straks zul len we een binnenlandse markt hebben van 70 miljoen consumenten. In eerste instantie is ons altijd voorgehouden, dat binnen de Europese landen de produkties daar, zouden moeten plaats vinden waar ze van nature het best thuis horen. Op zichzelf is dat een schoon ideaal, waard om verwezenlijkt te worden. Als tuinders kunnen we enkel maar ons best doen om te trachten een behoorlijk deel van die Europese tuinbouwproduktie voor onze reke ning te nemen. Daarbij mogen we ons gesteund weten door onderzoek en voorlichting, die met het onderwijs er voor kunnen zorgen, dat we mee kunnen op Europees niveau. We mogen dankbaar zijn voor de wijze waar op in ons land onderzoek, onderwijs en voorlich ting ten behoeve van de tuinbouw is geregeld. De vooraanstaande plaats van onze tuinbouw is mede hieraan te danken en de mening, die we soms wel horen, dat in ons land door de overheid niets voor de tuinbouw wordt gedaan, is niet geheel op haar plaats. Miljoenen guldens wor den hiervoor jaarlijks uitgegeven en we zijn de laatste om de waarde hiervan te ontkennen. Toch vragen we ons af of er de laatste jaren in het buitenland niet een ontwikkeling aan de gang is, die ons tot nadenken moet stemmen en aanleiding kan geven tot ongerustheid over onze concurrentiepositie. We denken aan de subsidies, die uit de staatskassen worden gegeven voor de ontwikkeling van de tuinbouw (en niet alleen voor de tuinbouw Red.). Wanneer we horen, hoe dat op het ogenblik gaat in verschillende Europese landen, landen waar wij samen een eco nomische gemeenschap mee vormen, dan zijn we er niet gerust op en vragen we ons af of er bij ons op dit gebied niet méér dient te gebeuren. We lazen dezer dagen, dat de Duitse tuinders van hun regering aanzienlijke subsidies krijgen bij nieuwe investeringen. Deze subsidies lopen tot een derde van de bouwkosten van kassen en warenhuizen en verwarmingsinstallaties. Voor nieuwe fruitaanplantingen worden in Duitsland subsidies gegeven van 600 tot 1400 per ha. In België worden aanzienlijke rente-subsidies verstrekt op nieuwe investeringen. De Franse tuinders kunnen ook rekenen op aanzienlijke sub sidies van hun regering en ook in Italië gaat er veel weg voor dit doel. We kunnen hier niet diep op ingaan, we signa leren alleen het verschijnsel. Wanneer we daar tegenover stellen hoe het bij ons gaat, dan is er reden tot ongerustheid. We hebben als tuin ders de taak om „bij" te blijven met onze be drijfsvoering. Daarvoor is nodig, dat we voort durend nieuwe investeringen doen. Stilstand op dat gebied is achteruitgang. Onze regering volgt een politiek van duur geld om de investeringen af te remmen. Wanneer we voldoen aan de eisen van modernisering van onze bedrijven, dan kost dat veel geld, geld dat meestal geleend moet wor den tegen een in veler ogen hoge prijs. Wanneer we dan b.v. horen, dat onze Belgische collega's van hun regering een rente-subsidie krijgen van 3 op hun investeringen, en wij moeten lenen tegen 6 dan kan het moeilijk anders of hier door ontstaat een verslechtering va» onze concur- rentie-positie. Wanneer we dat horen, dan kan het niet anders of de vraag komt op of er bij ons niet méér dient te gebeuren. Dat is echter een heel moeilijke zaak, daar zijn we ook van overtuigd. Wel dit: we hebben vertrouwen in onze Minister van Landbouw Tot de volgende week.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 8