Aanpassen en vernieuwen in de fruitteelt
noodzakelijk
109!
V R IJ D A G 4 DECEMBER 1 fl 4
DE pluk van de enorme fruitoogst 1964 is nog maar kort voorbij. Veel
werk moet er nog gebeuren aan het sorteren van liet fruit. Met het
snoeien van de bomen is men reeds begonnen, toch vragen we nu juist uw
aandacht voor aanpassen en vernieuwen in de fruitteelt. We hebben hoge
opbrengsten gekregen in het afgelopen jaar, hoger dan men zich kon voor
stellen. Er waren grote opbrengsten per ha en per boom. Opbrengsten die
men in normale jaren niet gekend heeft.
Wanneer de prijsontwikkeling niet tegenvalt en gedurende het bewaar-
seizoen nog sprake zal kunnen zijn van een kleine prijsstijging, zal liet jaar
1964 voor de fruitteler met goede rassen van appels en peren niet ongunstig
zijn.
Echter de fruitteler die percelen heeft met een verouderd sortiment, een
verouderde boomvorm of plantafstand zal, wanneer hij gaat rekenen, tot de
conclusie komen dat er iets aan mankeert. Hij zal zich moeten afvragen of
het verstandig is dat hij doorgaat met fruit telen of dat hij moet gaan
omschakelen. Een oudere fruitteler kan misschien geholpen worden met de
mogelijkheid van het O. en S. fonds. De berekende produktiekosten van het
L. E. I. blijken immers in de laatste vijf jaren met gemiddeld 50 geste
gen te zijn.
Deze forse stijging van de produktiekosten zal voor de komende jaren
ook verwacht kunnen worden en zeker niet minder zijn.
Het omduwen begint juist onder de kroon. Men duwt schuin omhoog, waardoor de boom als het
ware uit de grond gebeurd wordt.
Vernieuwen
De fruitteler dient zich dan ook af te vragen, gezien de produktie per manuur van
spilaanplant of van lage boomvormen, die veel en veel groter is dan van struikvorm
of andere hoge boomvormen, of men niet een gedeelte van die oudere aanplant moet
rooien. Vervangen bijvoorbeeld door spillen of andere kleine boomvormen met mo
derne rassen.
Het vraagstuk van de kwaliteit van het fruit is dit jaar immers weer bijzonder op
de voorgrond getreden. Menige fruitteler die rekent zal dit er toe bewegen om zijn
aanplant aan te passen aan de nieuwe inzichten.
Ook het arbeidsvraagstuk dwingt tenslotte de fruittelers ertoe om zich toe te leg
gen op een aanplant die minder arbeid vraagt. Bij verandering in opstand zal men moe
ten streven naar de aanplant van rassen die vruchtbaar zijn en die door de consu
ment gevraagd worden. Een hogere opbrengst per ha geeft nu eenmaal een lagere kost
prijs per kg.
Alvorens een beslissing te nemen over de mate waarin gerooid of vervangen moet
worden, zullen we in het oog moeten houden, dat van het totale bedrijf verwacht moet
worden dat tijdens die vervangingsperiode een voldoende netto-opbrengst verkregen
kan worden.
Tot nu toe hebben de oude fruitpercelen economisch hun bestaansrecht te danken
gehad aan de gemiddeld gunstige prijzen van de afgelopen jaren.
Om een bedrijf in stand te houden zal men tijdig moeten vernieuwen. Ook in groter
verband gezien is, wat voor de individuele teler geldt, dit van belang. De plaats die
de Zeeuwse fruitteelt inneemt kan als bedrijfstak slechts gehandhaafd blijven indien
de vernieuwingen op tijd plaats vinden. Matige percelen blijven steeds een probleem
in het bedrijf. De beplantingsdichtheid is ook vaak een oorzaak van. een matige op
brengst, Wanneer men bij het snoeien hout gaat sparen zal het percentage klein en
minderwaardig fruit ook toenemen. Hier en daar enkele bomen vervangen verbetert
niet veel. Omenten is slechts in weinig ge vallen .met sukses te doen. Bij peren ligt dit
iets gunstiger dan bij appels, de zwaarte van de grond en het onderstamtype zijn ook
van belang.
De mogelijkheden om „spurtypes" te gaan gebruiken zijn nog te onzeker. Tevens
zijn ze nog niet te koop én menen wij dat voorlopig alleen de boomkwekers er goed
mee kunnen zijn. Bovendien is ze alleen toe te passen voor Golden Delicious op M II
en dan moet deze „spurtype" concurreren met type IX als onderstam. De vraag is
welke boom dan eerder vruchtbaar is. Voorlopig is de komst van het ras Golden Deli
cious uit de Verenigde Staten van Amerika naar onze mening veel belangrijker ge
weest.
Wip V^crint rnninlrtïp reikt met rooidemonstratie, praatavonaen en lezin-
Wie begint een ïooiaktie r gen Uit e?n onderzoek is gebleken dat door de
In de Betuwe en op diverse andere plaatsen in rooiakties in een gebied bijna 3 maal zoveel ge-
ons land, hebben de organisaties in samenwerking rooid werd als in een evenlange periode daar-
met de Rijkstuinbouwconsulentschappen een rooi- voor. Met de nieuwere opvattingen kunnen vele
aktie gevoerd. Een groot aantal mensen werd be- oudere mensen niet meer mee. Door gezamenlijke
rooiakties zijn ook de kosten van het rooien aan
zienlijk te verkleinen.
Er zijn vele mogelijkheden om het rooien me
chanisch te laten doen. Wanneer in een bepaald
gebied zo gewerkt wordt dat bij een opeenvolging
van bedrijven goed materiaal ingeschakeld wordt,
kan het rooien snel geschieden en behoeft het
niet duur te zijn.
Er zijn nog veel onrendabele percelen op te rui
men. Zeeland is landelijk gezien met d£ West-
Betuwe gemiddeld beter dan overig Nederland
wat betreft leeftijd en sortiment. Wel zijn er ook
in onze provincie veel kleine bedrijven. Van het
totaal aantal 1800 bedrijven met meer dan 25 are
fruit in Zeeland is 76 kleiner dan 3 ha en nog
altijd 88 kleiner dan 5 ha. Slechts 12 heeft
een voldoende oppervlakte. De verzorging van het
fruit wordt snel minder met een kleinere grootte
van het bedrijf. Van de meeste kleine bedrijven
komt vaak een slechte kwaliteit. Als een boom
gaard eenmaal geplant is blijft hij staan. Een snelle
aanpassing aan de markt, zoals bij groenten, is
dan ook niet mogelijk. Toch zal rooien in veel
gevallen het beste zijn. Door alle kosten en op
brengsten van een perceel te noteren en daarna
te gaan rekenen kunnen we te weten komen of
een boomgaard ekonomisch versleten is. Rooien
of omenten is dan geen moeilijke vraag meer. Door
gezamenlijk een rooiaktie te beginnen is nog veel
te verbeteren.
Enkele gegevens over het rooien
Grotere percelen oude hoogstamboomgaarden
zijn goed met de bulldozer met voorlader te rooien.
Het is mogelijk 5060 bomen per uur te rooien,
de kosten per boom bedragen dan ongeveer 1,50.
Voor struiken is de prijs 0,700,80 daar in dit
geval een dubbele hoeveelheid per uur te rooien
is. In het algemeen is een dragline onhandig in
het gebruik bij het rooien en werkt deze minder
snel. Het gebruik van een eigen trekker met een
lier heeft de laagste capaciteiten.
Een probleem is vaak het kwijtraken van de
stronken, het zgn. broekeind. In sommige ge-
(Zie verder volgende pagina)
Een lid van de zaagploeg in actie met
motorkei tingzaag.