„Water, een bestaansvoorwaarde"
Algemene Vergadering Z. L. M.
Officieel orgaon-vatMlc^liigtschappij tot bevordering van land enTiiinbouw enléeteplt in Zeeland
Onze voorzitter der Z. L. M.,
ir. M. A. Geuze, sprak maan
dag j.l. voor de radio, in de
rubriek „Voor ons Platte
land". De tekst van deze in
leiding nemen wij onder
staand op.
WANNEER ik zou beginnen met U te zeggen dat Nederland geen
waterland meer is, dan zoudt U mij waarschijnlijk uitlachen.
Maar wanneer ik thans zeer bewust debiteer, dat Nederland geen goed
waterland meer is, dan hoeft U maar aan het Rotterdamse kopje thee
te denken, om te bedenken welke kant ik op wil.
De problemen waar U met de factor water te maken hebt zijn trou
wens legio. Ik tipte al aan de factor drinkwatervoorziening, doch andere
terreinen waar de factor water een overheersende rol speelt zijn die van
de scheepvaart, waar het water dus als vervoersbemiddelaar optreedt.
Vervolgens zijn zeeën, meren, rivieren enz. de groeiplaats voor vis en
plankton en daarmede fundament voor alle visserij. In vele niet-lage
landen benut men het water als energiebron, als witte steenkool voor
de electriciteitswinning dus en het aantal stuwdammen dat uit dien
hoofde gebouwd wordt neemt over de gehele wereld jaarlijks toe. Ik
noem U voorts het water als middel bij en grondstof voor industriële
verwerking, ik noem U het water als zuiveringsmiddel, om schoon te
maken, om te wassen dus. Ik noem U het water in zijn functie als drink
water voor alle plantenleven en daarmee al fundament voor onze voed-
selvcorzieHMig. In deze moderne tijd mogen we aan deze klassieke op
somming nog wel de functie van het water als recreatiemiddel toevoe
gen. Denkt U alleen maar aan zwemmen, zeilen en hengelen.
Terugkomende op de functie van drinkwater en vocht in de lucht, het
is dus een factor, onmisbaar voor het leven op aarde en voor ons leven.
Er is dat zou ik als het ware bij U willen inhameren geen land
bouw en geen voedselproduktie denkbaar en mogelijk zonder water.
WATER: VRIEND EN VIJAND
FCHTER 97 van het water in de wereld is zout. Van de resterende
3 komt 1 op rekening van ijs en sneeuw, nog eens 1 be
vindt zich in de zone der grote meren tussen Canada en de Verenigde
Staten, terwijl ons dan tenslotte nog 1 zoet water rest. Wel is men
o.a. in de Verenigde Staten thans zeer ver op weg uit zeewater drink
water te fabriceren, doch dit proces is nog zeer duur en het laatste
cijfer dat ik U noemde toont wel aan hoe zuinig de mensheid met zijn
zoet water dient te zijn. Dit geldt zelfs voor ons kikkerland. Dit is ook
na de factor van de veiligheid de grote reden dat Nederland een Delta
plan uitvoert. Met het IJsselmeer samen moeten straks na 1978, wan
neer de Oosterschelde afgesloten zal zijn, een 50.000 ha groot ZeeuWs
meer de twee grote zoetwaterreservoirs in Nederland vormen. De vijand
water, de Noordzee met zijn verzilting, moet uitgebannen worden, om
de vriend water een rustige plaats te geven, waaruit iedereen straks
de bevolking voor zijn drinkwatervoorziening, de landbouw voor be-
regenings- en bevloeiingsdoeleinden, de industrie voor zijn gebruik
zal kunnen putten.
Varkensmesterij in grote eenheden, varkens aan de ketting en „Van big tot
fokzeug" zijn enkele van de artikelen in dit nummer. Verschillende pagina's
zijn ditmaal aan de veehouderij gewijd. Op de foto: silo's buiten de stal
geplaatst, geven de mogelijkheid om met losgestort voer te werken.
GROEIENDE WATERBEHOEFTE
MIET alleen totaal, met een groeiende bevolking,
maar ook per hoofd groeit de behoefte. Vol
gens de waterdeskundige bij uitstek prof. Krul, zal
de waterbehoefte voor bevolking en industrie nog
tot het vier a vijfvoudige stijgen binnen afzienbare
tijd. Even grote zorgen als over de waterkwantiteit,
dienen wij ons te maken over de waterkwaliteit.
Rotterdam b.v. is afhankelijk tot nog toe van Rijn
water; de Beerenplaat moet straks uitkomst geven.
De Rijn is ongelofelijk vervuild, vooral bij lage af-
voerstanden, speciaal dus ook in droge jaren als
1947 en 1959 of bij ijsbeteugeling als in 1962. De
grote boosdoeners zijn de Franse kalimijnen met
hun afvallen, doch allerlei andere bronnen spelen
mee. Een van de meest beruchte zijn b v. de mo
derne synthetische wasmiddelen, die zich niet meer
in de natuur laten afbreken en waterlopen, grond
en grondwater verpesten, i.c, vergiftigen. Bepaalde
industrieën U kunt het tegenwoordig bijna we
kelijks lezen zijn grote schuldigen, doch ook de
landbouw gaat niet altijd vrijuit, wanneer we aan
vrij weglopende gier en silagevocht denken. Over
radioactieve afvalstoffen, waarvoor de Nederland
se wetgever overigens een regeling getroffen heeft,
zwijg ik dan nog. Een zeer kwalijke bron van wa
terverontreiniging kunnen ook lekkende benzine
en olietanks en dito leidingen vormen.
(Zie verder pagina 1087.)
Maandag; 7 december 1964 te 10.30 uur in „De Prins van Oranje" te Goes.
AGENDA:
10.30 u. 1.
Opening.
2.
Notulen van de algemene vergadering van 29 juni 1964.
3.
Mededelingen en ingekomen stukken.
4.
Begroting 1965 en contributievaststelling 1965.
5.
Rondvraag.
6.
Inleiding door de Hoogedelgestrenge Heer Ir. A. de Zeeuw,
Direkteur Tuinbouw van het Ministerie van Landbouw en
Visserij, over het onderwerp:
„IS UITBREIDING VAN DE TUINBOUW VERANT
WOORD?"
7.
Gedachtenwisseling.
LUNCHPAUZE:
13.45 u. 8.
Heropening der vergadering.
9.
Rede door de Algemeen Voorzitter.
10.
Inleiding door de Weledelzeergeleerde Heer Dr. C. H. J. van
Beukering, Voorzitter Hoofdproduktschap voor Akkerbouwpro-
dukten, over het onderwerp:
„ENKELE ASPEKTEN VAN DE ONTWIKKELING VAN
HET VERBRUIK VAN AGRARISCHE PRODUKTEN",
11.
Gedachtenwisseling.
12.
Sluiting