1097
Resultaten melkbaarheidsonderzoek Zeeuwse stieren
Door
Ir. W. L. HARMSEN
V B IJ DAG 4 DECK M BEK 1964
.-stieren
punten, geb. 27-1-1958.
n gebruikseigenschappen bij
tekent. De aanloop hiertoe gaf zijn goede exterieurveier
ving. Het onderzoek hierop vond in het najaar van 1963 bij
vaarzen plaats en werd dit najaar bij koeien herhaald. De
conclusie hiervan is: in doorsnee mooie evenredige vaarzen
en typische voldoende edele goed gesloten koeien waarvan
echter gemiddeld wat meer maat wenselijk is. Met koeien
die op dit punt wat overschot hebben zal hij veredelend kun -
nen werken.
Van veel belang is dat zijn vererving van de melkbaar
heid, gezien het dochteronderzoek, gunstig is. Hierin bena
dert hij Dr Lente's Verwachting. Momenteel zijn de melk-
lijsten bij een 30-tal dochters afgesloten, waarvan er voor
20 M/D-vergelijktng mogelijk is. De melkgift wordt hierbij,
bij middeling, niet geheel gehandhaafd maar op de „goede"
bedrijven komt hij in dit opzicht gunstig uit de bus. Het vet
gehalte van de dochters lijkt best, gemiddeld 410 of ca.
0.1% hoger dan van de moeders.
De ruim 6-jarige stier Janna's Adema van de vereniging
De Bevelanden kreeg een jaar geleden een minder gunstig
voorlopig rapport voor zijn exterieurvererving. Er werd een
onregelmatige groep vaarzen van matig type getoond, ech
ter wel van goede diepte en malsheid. Dit laatste kan met
betrekking tot de geschiktheid voor de melkproduktie een
gunstig voorteken zijn. Momenteel zijn van een 15-tal meik
vaarzen de lijsten afgesloten en lijkt dit voor de melkrijk-
heid te worden bevestigd. Het vetgehalte is nogal variabel
en lijkt minder sterk. De conclusie zal echter moeten worden
uitgesteld tot voldoende M/D-vergelijkingen bekend zijn.
Het melkbaarheidsonderzoek van Janna's Adema kon dit
jaar worden beëindigd en werd voor de melksnelheid als
voldoende geklasseerd met een behoorlijke verdeling van de
melkgift over de kwartieren. Het gedrag van de dieren werd
als iets zenuwachtig aangemerkt.
Janna's Adema wordt van alle K. I.-stieren het minst ge
bruikt.
De in leeftijd volgende stier Lytse Rudolf van de vereni
ging West Zeeuws-Vlaanderen wordt, evenals Dr Lente's
Verwachting, zeer veel gebruikt (dit jaar 1650 eerste inse
minaties). Deze 6-jarige stier liet in 1963 te Oostburg een
monster voldoende evenredige, goed ontwikkelde en behan
gen vaarzen zien van vrij goed type met enige bemerking
op kruis en benen. De uniformiteit van de collectie werd als
„goed" beoordeeld. De eerste jaargang koeien is in laktatie,
van enkele zijn de lijsten inmiddels afgesloten maar recht
vaardigen nog geen voorlopige conclusie.
Het melkbaarheidsonderzoek dat op tenminste 25 doch
ters moet worden toegepast, heeft dit jaar met 16 melk-
vaarzen plaats gevonden. De „voorlopige" conclusie is gun
stig, met een gemiddelde melksnelheid in de klasse zeer goed
en een normale verdeling van de melk over de kwartieren.
De dieren bleken echter iets onrustig bii het melken.
ONDERZOEK OP AFSTAMMELINGEN IN 1964
Van een 2-tal stieren werd dit najaar een voorlopig onder
zoek op exterieur verricht. Voor de gemeenschappelijke
stier Amarilla Greta's A. K. A. 2 werd hiertoe een keuring
te Middelburg gehouden van 48 1%2-jarige vaarzen. Het
resultaat van deze (voorlopige) beoordeling slaat naar de
gunstige kant door. De algemene omschrijving van de jury
is als volgt: „uniforme groep niet te ruim gebouwde, iets
arm gespierde vaarzen van behoorlijk goed type met goede
uieraanleg. Het zijn goedsoortige, sprekende vaarzen van
goede diepte die in gespierdheid en breedte van de boven
hand niet geheel aan de eisen voldoen. Het dit jaar sterk
toegenomen gebruik van Amarilla, tot ca. 1000 geinsemi-
neerde koeien, lijkt wel verantwoord, al is er in de nakome
lingen een aanwijzing dat deze stier de beste resultaten zal
kunnen bereiken bij een meer forse en gespierde koe.
De stier Adson Gerrit Wouter van-de K. I.-vereniging
Schouwen-Duiveland werd te Kerkwerve aan een soortge
lijk onderzoek onderworpen. De vaarzen van deze collectie
toonden een geheel ander type, wat gezien de vaders ook
wel verwacht mocht worden. Dooreengenomen waren de
Adson's goed gevulde en ontwikkelde dieren, maar als ge
heel was de groep onregelmatig met wat weinig type en
fijnheid. In onderdelen van het exterieur waren er nogal
wat storingen. De soms wat weke, matig edele, robuuste en
gespierde konstruktie wijst minder op melkrijkheid. Met
belangstelling zien we de fok- en gebruikseigenschappen
van de toekomstige koeien van Amarilla en Adson tegemoet,
waarbij van eerstgenoemde stier meer foktype mag worden
verwacht.
De jonge garde van de K. I.-stieren, thans 2 jaar in ge
bruik, wordt gevormd door de 3- a 4-jarigen: Wargaster
Combinator (K. I.-vereniging De Bevelanden), Nienke's
Hotse en Skyldumer Bouke K. I.-vereniging Walcheren). De
(Zie verder volgende pag.)
Dr Lente's
Verwachting
ar van onderzoek 1960
rntal onderzochte dochters 24
im. max. melksnelheid 2.89
melkgift in
voorkwartieren 48
gecorrigeerd naar melkgift van 7 kg.
Mercedes
1961
29
2.01
49
Ornea
Adolf
1962
30
2.28
40.4
Edzard
1963
26
2.13
47.5
Rudolf
Sicca ma
1964
25
2.63
43.6
Janna's
Adema
1964
26
2.29
44.5
asse-indeling voor max. melksnelheid per minuut: 2.75 kg en hoger best; 2.45—2.75 kg =- zeer goed; 2.30—2.45
goed; 2.15—2.30 kg voldoende en verder 2.00—2.15 kg bijna voldoende; 1.85—2.00 kg onvoldoende, lager
i 1-85 kg slecht.
In Schouwen-Duiveland was veel belangstelling voor
de collectie afstammelingen van Adson Gerrit Wouter,
Adson Gerrit Wouter op 2-jarige leeftijd.
Belanghebbenden bij de afstammelingenkeuring van
Rudolf Sicca ma te Axel.
Een deel van de te Kerkwerve getoonde vaarzen van
Adson Gerrit Wouter kwam in het beeld.
Lytse Rudolf
1964
(voorl. cijfers)
(16)
2.48
urg werd een monster van 48 vaarzen van
A.ft. A. 2 getoond, waarvan dit
8-tal een beeld geeft.