De crisis in de E. E. G VRIJDAG 13 NOVEMBER 1964 Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland Frar kering bij abonnement: Terneuzen 52e Jaargang No. 2756 „Duitsland is de grote boosdoener" Althans dat is de conclusie die te trek ken is uit de woorden van de heer Mansholt j.l. maandag op een land- bouvvvoorlichtingsbijeenkomst in Den Haag. „De Duitse regering bukt voor de buitensporige eisen van een deel van de Duitse boeren". En dit achtte de viee-voorzitter van de Europese Com missie mede gezien de zware politieke gevolgen die deze houding kan hebben onaanvaardbaar. De argumenten die voor deze ver oordeling van de Duitsers werden ge bruikt waren van verschillende aard. In de eerste plaats het verschil in be nadering van landbouw en industrie. De industrie die al een voorsprong heeft, wil de Duitse regering via het pas ingediende plan Erliard versneld (in 1967) naar de gemeenschappelijke markt voeren. En voor de landbouw heeft de heer Erhard slechts een aan tal vage oplossingen. In feite wil hij de landbouw momenteel buiten de ver snelling houden. Een tweede punt in zijn argumentatie was een verwijzing naar de bescherming die de Duitse landbouw dank zij de E. E. G. geniet. De invoer in Duitsland uit landen bui ten de E. E. G. is van 1962 op 1963 ge daald met 25 Daartegenover staat dat de invoer uit E. E. G.-landen sinds 1962 op hetzelfde peil gebleven is. Het is duidelijk dat deze gegevens als volgt uitgelegd worden: „Duitsland heeft tot nu toe alleen voordeel gehad en geen offers gebracht". De Duitse graanprijzen werden dooi de heer Mansholt volledig afgewezen. De keuze van de hoogte van de zgn. Mansholt-prijzen werd door hem, zowel politiek als economisch, juist geacht. Indien de Duitse graanprijzen de Euro pese zouden worden, zo stelde hij, be tekent dit een grote kans op volledige inflatie in landen als Frankrijk, Italië, Nederland. De Duitse verkiezingen kan men ook niet als verdediging van de Duitse houding gebruiken, aldus de heer Mans holt. „Die zijn er altijd; als het niet voor het hele land is dan wel voor een district". Tenslotte kwam nog het verwijt dat Duitsland politiek gezien tot nog toe nooit bereid is geweest om te onderhandelen over de hoogte van de graan prijzen. ZWAAR GESCHUT UET is wel duidelijk dat tegen de Duitsers zwaar geschut in stelling wordt gebracht. De posi ties die de Duitse régering inneemt moeten kenne lijk voor 15 december, wanneer de onderhandelin gen over o.a. de eenmaking van de graanprijzen opnieuw beginnen, zijn ondermijnd. De Franse dreiging om uit de E- E. G. te stappen (wat juridisch gezien niet kan, maar praktisch niet tot de onmogelijkheden behoort) en de woor den van de heer Mansholt zijn alle schoten in de zelfde richting. Intussen bleek ook uit de uiteenzetting van de heer Mansholt dat de landbouwproblemen nauw verweven zijn met andere vooral politieke moei lijkheden waarin de E- E. G. zich bevindt. Zo is er een toenemende ongerustheid over het gebrek aan democratie in de E. E. G. Er is geen parlementaire controle. Juist nu de economische eenwording voortgaat met belangrijke financiële konsekwenties voor de kas van de E. E. G. wordt de kwestie van politieke integratie zeer belangrijk. De fondsen voor de E. E. G.-landbouwpolitiek kun nen oplopen tot 2 miljard zodat een parlemen taire controle niet overbodig moet worden geacht. Noch het plan Spaak noch het plan Erhard kon evenwel genade vinden in de ogen van de heer Per 15 november a.s. gaan overeenkomstig een in het Staatsblad opgenomen Koninklijk Besluit, nieuwe pachtnormen in voor bouw-, gras- en tuinland en de woningen en bedrijfsgebouwen. Deze verhoging staaft in verband met het meer tot uitdrukking brengen in de pachtprijs van de kwaliteit-van de grond, en de gestegen waterschapslasten. Wat de bedrijfsgebouwen betreft is onder meer een klasse „zeer goed" ingevoerd zodat daarin een betere spreiding in de normen is verkregen. Nadere bijzonderheden over deze herziening van de agrarisch pacht normen vindt U op pagina 1033. Mansholt. Zijn voornaamste bezwaar was dat hier een instelling zou gecreëerd worden zonder dat men het erover eens is waar men heen wil. Eerst moet men het eens worden over de huidige politieke problemen o.m. de defensie. Een politieke integra tie zonder Frankrijk achtte hij niet mogelijk. Tot een keuze tussen Parijs en Washington was d? heer Mansholt evenwel niet bereid. Er ligt echter ook nog een plan De Gaulle op tafel. Wij vragen ons af of ten aanzien van dit punt niet van een tweede boosdoener kan worden gesproken. DE KENNEDY-RONDE HET ontbreken van een duidelijk politiek ge zicht van de E. E. G. is met name ook voor de onderhandelingen in de zgn. Kennedy-ronde van belang. Deze onderhandelingen hebben zoals bekend ten doel te komen tot een betere organisatie van de wereldhandel. Internationaal is het namelijk gebruik de interne moeilijkheden die ten aanzien van een bepaalde produktie ontstaan bijv. door het sluiten van de grenzen of het verhogen van export subsidies op andere landen af te wentelen. De Amerikanen streefden tot nog toe in de voor onderhandelingen naar afspraken, waarbij vaste hoeveelheden in de E. E. G. zouden kunnen wor den ingevoerd. De E. E. G. streeft er naar om de bescherming die de diverse landen t.a.v. hun pro duktie door middel van exportsubsidies en heffin gen geven te consolideren. Dit systeem houdt in dat de exporterende landen hun exportsubsidies dienen vast te stellen op een bepaald peil en hierin slechts binnen nauwe gren zen verandering mogen aanbrengen. De importerende dienen dan hetzelfde te doen met hun heffingen op de importprodukten. In feite zóu op deze wijze dan een wereldprijs voor diverse produkten kunnen ontstaan die niet meer aan de sterke schommelingen van het huidige ogenblik onderhevig zou zijn. Zeer recent is nu in Genève in de onderhandelingen over de Kennedy-Ronde met Amerika overeenstemming bereikt dat men dit, door de E. E. G. voorgestelde systeem om te streven naar zgn. referentieprijzen, als basis zal nemen voor het gesprek. Dat men het over dit principe eens is geworden is natuurlijk voor de E. E. G. een zeer belangrijke zaak. OVER INDUSTRIE EN LANDBOUW TEZAMEN ONDERHANDELEN DELANGRIJK is dat in de komende besprekin- gen over de wereldhandel begin volgend jaar de landbouw gelijk mee moet met de industrie,. Dit is n.l. de uitdrukkelijke eis van Amerika. Dit gevoegd bij het streven naar referentieprijzen voov de wereldmarkt maakt het noodzakelijk dat in de E. E. G. gekomen wordt tot die ene graanprijs waar nu zoveel moeilijkheden omheen zijn ontstaan. Zowel de stagnatie die de poging-en om te komen tot een gemeenschappelijk prijspolitiek voor land- bouwprodukten in de E. E. G. ondervindt als de voor de goede betrekkingen met andere landen belangrijke Kennedy-onderhandelingen, maken de sterke aandrang (of moeten we zeggen aanval) van de heer Mansholt wel begrijpelijk. De vraag is of met een beslissing over de eenwording var. alleen de graanprijzen (hoewel graan een belang rijk sleutelprodukt is) kan worden volstaan. Be grepen we het goed, dat voelt de heer Mansholt voor het Franse idee om tegelijk ook maar een be slissing te nemen over de eenwording van melk en rundvleesprijs en misschien de suikerprijs. Zal in dit pakket dan een genoegdoening voor de Duit sers voor de lagere graanprijs kunnen zitten, naast de compensaties die reeds zijn toegezegd? Of wordt het gezocht in nog een jaar later (in 1967) met de invoering? Of gaat het Mansholt-niveau toch wat omhoog? Zeker is (lat nu haast dagelijks zetten op dit voor ons zo belangrijke E. E. G.-schaakbord zul len worden gedaan. Met aandacht zullen we de zaak moeten volgen, vooral als de koning of de dame van plaats gaan veranderen. Wij zijn het eens met de opmerking van de heer Mansholt in het l>egin van zijn toespraak gemaakt, dat een crisis ook gunstige aspecten kan hebben. Men wordt dan in een dergelijke situatie vaak gedwongen duidelijke posities in te nemen. En dit kan zeker voor de verdere toe komst nuttig zijn. Pr.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1