H. ENGLEBERT N.V.
UIT DE PRAKTIJK
984
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
DE regen, die we de afgelopen weken toebedeeld kregen, heeft de werk
zaamheden op de bedrijven aanzienlijk vertraagd. En dit geldt voor
alle gebieden in Zeeland, zoals uit de volgende korte reportages van onze
medewerkers overduidelijk blijkt. Gezien de grote hoeveelheden regen die
gevallen is, is dit niet te verwonderen. Het zal nog wel even duren voor
alle plassen op het land verdwenen zijn.
AP THOLEN en ST. PHILIPSLAND heeft het
de laatste drie weken heel veel geregend,
zelfs op één dag zoveel dat onze regenmeter over
liep en wij de juiste hoeveelheid in millimeters
niet meer bij konden houden.
Het gevolg is dat men op vele akkers toch
wateroverlast ziet optreden, hetgeen vooral op de
pasgezaaide wintertarwe aanleiding kan geven
tot nadelige gevolgen.
Een goede drainage en bovendien een goede
doörlatendheid van de grond blijken nu van on
schatbare waarde, en meer dan anders nog wor
den we herinnerd aan de waarde van een goede
structuur van de grond. Daarom temeer lijkt het
verstandig om het bietenloof niet onder alle om
standigheden van de akkers te rijden, zeker niet
om ze te verkopen, want een hoge bietenloofprijs
(en wij vinden 10,per ton zoals momenteel
wordt geboden nog niet eens zo heel hoog) kan
dan gauw toch te goedkoop zijn. Ook bij het rooien
van de bieten doet men er verstandig aan de
goede rooidagen optimaal te benutten.
Indien men vee heeft, dan moet men wel eens
meer doen om het vee aan het eten te houden,
alhoewel het met de huidige slechte weersom
standigheden aanbeveling verdient om het vee
zo gauw mogelijk op te stallen, in elk geval voor
lopig 's nachts. Het brengt natuurlijk extra werk
mee, doch het meerdere werk wordt goed betaald,
de melkkoe geeft meer melk en het mestvee groeit
beter. Bovendien kan men dan onder zeer slechte
weersomstandigheden een dag langer wachten om
bietenloof van het land te halen.
Diverse bietenrooiers zijn uitgerust met een
loofklapper die het loof verbrijzelt en de kop
pen alleen verzamelt. Alhoewel de koppen meer
loofresten bevatten dan de met de hand gekopte
bietenkoppen, blijkt het toch een aantrekkelijk
voer te zijn, waarnaar steeds meer vraag komt,
vooral ook al omdat de transportkosten per ton
„voer" goedkoper zijn. Bovendien is het een pri
ma voer.
Voor de bietenteler betekent het dat er meer
organische stof op de akkers achterblijft, en verder
wordt de grond minder kapot gereden. Het ver
dient o.i. dan ook aanbeveling op deze weg ver
der te gaan en de loofklappers verder te perfec
tioneren. Tevens lijkt het ons toe dat ook aan de
bedrijfszekerheid van de klappers ook nog wel
wat te verbeteren valt.
AP SCHOUWEN DUIVELAND hebben de werk-
zaamheden als gevolg van het ongunstige
weer een minder vlot verloop gehad dan we ge
wend waren. Na de eerste week van oktober tot
't begin van de laatste week hebben we hier plaat
selijk bijna 150 mm neerslag opgemeten, m.a.w.
binnen de drie weken dus. Ondanks dat mogen
we aannemen dat ongeveer de helft van 't areaal
bieten P^rooid is, te weten goed 100 ha. De op
brengst is goed en zal niet ver onder de 50 ton
per ha liggen. Ook het suikergehalte is goed en
ligt momenteel gemiddeld tussen de 16 a 17
De tarraoercentages worden nu ook ongunstiger
beïnvloed. Bij de afvoer der suikerbieten is tot nu
toe over het algemeen weinig stagnatie.
Om de verliezen bij bewaring zoveel mogelijk
te beperken, is het zaak te zorgen, dat de bieten
niet te diep worden gekopt en ook niet te veel
blad dragen of beschadigd zijn. Ten aanzien van
't laatste is wat meer aandacht niet overbodig.
Laat ook de bieten niet lang in zwaden op hoopjes
op het land liggen. Beter is het om de bieten zo
vers mogelijk op een hoop te brengen. Daar 't ge
vaar van een vroege vorst niet denkbeeldig is is
het geen overbodige luxe materiaal bij de hand
te hebben om het kostbare product tijdig te kun
nen beschermen.
In het begin kon de grond het vele water nog
verwerken en was plaatselijk aanwezig opper
vlaktewater vrij vlug weer verdwenen, maar nu
hebben we te veel gehad en komt hier en daar
piasvorming voor. Op Schouwen zelfs grote plas
sen. Nog steeds kan ook wintertarwe niet tegen
te lang natte voeten en daarom is het nodig dat
men, waar nodig, zoveel mogelijk oppervlakte
water aflaat d.m.v. bijv. het spitten van voortjes.
Voorkoming van piasvorming is trouwens nog
altijd beter dan genezing. Tijdige controle van
drainage en vooral eindbuizen is ook van groot
belang. Een goede waterhuishouding is een eerste
vereiste voor het behoud van de bodemvrucht
baarheid en de bewerkbaarheid van de grond.
De ongunstige weersomstandigheden gaven op
de gemengde bedrijven, door het vroeg opstallen
van het vee, extra werk: verzorging op stal en
aanvoer van voedsel. Indien het vee nog niet ge
schoren is, dan moet hiermee niet langer worden
gewacht. Scheren gaat het gemakkelijkst direct
na het opstallen. Mede door scheren en borstelen
wordt hygiënische melk gewonnen. Goede verzor
ging verhoogt de productie. Jongvee dient aan
vulling van wat krachtvoer te krijgen. Een tekort
in de voeding in de jeugd kan later niet meer
goed gemaakt worden.
Als de weiden verlaten zijn door het vee, is het
van groot belang te zorgen, dat het grasland goed
de winter ingaat. Niet alleen ontwatering door
sloten, maar ook door greppels is plaatselijk no
dig. Greppelfrees of -ploeg kan wateroverlast
voorkomen. Droge ligging van het grasland in de
winter geeft vele voordelen, die niet onderschat
mogen worden, zoals betere beworteling, goede
zodevorming, vluggere voorjaarsontwikkeling.
Verder is het nodig dat de laatste mestflatten
gespreid worden en dat de bossqn gemaaid wor
den, dan worden tegelijk de overgebleven bieten-
loofresten verdeeld. Grasland moet zo kort moge
lijk de winter ingaan, de grassen hebben dan min
der last van vorst en de goede grassen blijvejn
behouden.
FVENALS in de andere gebieden is ook op
WALCHEREN de regenval zeer overvloedig
geweest de laatste weken. Volgens onze waar
nemingen hebben we in oktober reeds meer mm
regen gehad, dan het totaal van de voorgaande
drie maanden juli, augustus en september.
De werkzaamheden zijn daardoor aanzienlijk
vertraagd. Zij die het tijdens de gunstige weers
omstandigheden begin oktober nog wat vroeg von
den voor het zaaien van wintertarwe, hebben
daar tot op heden nog weinig kans toe gekregen.
Diegenen die vroeg hebben gezaaid, zien dit be
loond door een mooi bovenstaand gewas. De op
komst van de tarwe is gunstig. Daar waar enkele
dagen water heeft gestaan blijft wel een te dun
gewas over. Door een tijdige begreppeling is het
misschien mogelijk verdere schade te voorkomen.
De rassen Ibis en Cleo vertegenwoordigen wel
de grootste oppervlakte van het in ons gebied uit
gezaaide tarwe-areaal. Daarnaast zijn ook de ras
sen Stella en Manella goed vertegenwoordigd.
Vorige week de bietenrooidemonstratie te
Nieuwland bezocht. We zagen hier een zestal ma
chines naast elkaar werken, onder vrijwel gelijke
omstandigheden.
Deze omstandigheden waren bepaald niet
gunstig. Stuiven deed het beslist niet! Toch
konden we konstateren dat het werk van de
machines over het algemeen redelijk goed was.
Natuurlijk waren er wel enige verschillen wat
betreft tarrapercentage, grond, breuk en kop-
tarra. Iedere bezoeker heeft voor zich zijn kon-
klusie kunnen trekken en Ae voor hem meest
gunstige rooi-transportmethode in bedrijf ge
zien.
Jammer genoeg liet de reus onder de rooiers
nl. de zesrijige Volvo, verstek gaan. Graag hadden
we deze machine hier ook eens bezig gezien.
Wat het loofladen betreft, er waren behalve de
voorlader op de trekker nog weinig mogelijkheden
bekend. Op deze demonstratie bleek dat het loof
laden ook prima ging met een onraaolader. Wij
twijfelen er niet aan of ook op dit gebied zullen
nog wel zodanige verbeteringen worden aange
bracht, dat machinaal loofladen geen probleem
meer is.
We hopen nog op wat gunstig weer zodat het
mogelijk is nog wat wintertarwe te zaaien, voor
zover nodig machinaal bieten te rooien en spoedig
met het wintervoorploegen te beginnen. Op orga
nisatorisch terrein bereiden kring en afdelingen
zich weer voor op het komende vergaderseizoen.
AP ZUID-BEVELAND is in de laatste 14 dagen
zeker tweemaal zoveel neerslag gevallen als
het veeljarige gemiddelde over de gehele maand
Oktober bedraagt. Was eerst het idee dat de tar
we door de droogte onregelmatig boven zou ko
men, nu kunnen we er wel vrij vast op rekenen
dat op vele percelen nogal wat kale plekken voor
de dag zullen komen. De verdere uitzaai van win
tertarwe is plotseling afgebroken, laten we hopen
dat jie kansen nog niet allemaal verloren zullen
zijn. Op percelen die reeds geploegd liggen zal het
lang niet overal nog gelukken om wintertarwe in
te zaaien. Op gronden die nog geploegd moeten
worden zullen de kansen om direkt na het ploe
gen te zaaien veel gunstiger liggen.
In de afgelopen regenperiode zijn er weinig bie
ten machinaal gerooid, dit was ook vrijwel ner
gens mogelijk. Hier en daar is er nog wat met de
hand gerooid. Zouden de weersomstandigheden
nog zoveel tegen moeten zitten dat de rest niet
machinaal gerooid zou kunnen worden, dan ziet
het er niet zo best uit. De van voor de regen ge
rooide nu nog op de bedrijven aanwezige voor
raden zijn nu vrijwel afgevoerd. Waren er 14
dagen grote voorraden, nu zijn ze zeer gering.
Al met al is door deze regenperiode het werk bit
ter weinig gevorderd. Er moeten toch altijd nog zo
ongeveer 4050 van de bieten gerooid worden.
De met het goede weer op alle werkzaamheden
verkregen tijdwinst zijn we nu reeds gedeeltelijk
weer kwijt. De moeilijkheden van najaar 1960
zijn de meesten nog lang niet vergeten. Laten we
hopen dat 1964 hier niet een vervolg van zal wor
den.
Op vele bedrijven is reeds heel wat bietenkop
en -blad ingekuild. Ook de voederbieten zijn reeds,
ten opzichte van andere jaren wel wat vroeger
gerooid en bijeengebracht.
Het kleinere jongvee staat vrijwel allemaal reeds
op stal. Ook een gedeejte van het melkvee is al
opgestald.
UOORAL het zaaien van de wintertarwe is op
NOORD-BEVELAND door de regen van de
laatste weken sterk gestagneerd. Nu lijkt het weer
beeld wat optimistischer. Gelukkig, want er moet
nog heel wat gezaaid worden. Een paar weken
droogte zou voor dit werk zeer welkom zijn.
De percelen die zo'n beetje tussen de buien door
zijn gezaaid liggen er nu niet allemaal zo fraai
bij. Vooral op de lichtere gronden is het land
nogal dichtgeslagen, wat straks beslist in de stand
tot uitdrukking zal komen. Op die dichtgeslempte
percelen zal ook de kamille zich straks wel pre
sent melden. Een bespuiting met DNOC vroeg in
het volgende voorjaar of misschien zelfs wel in
dit najaar is voor dit euvel de beste oplossing.
Zeker wat betreft de lichte gronden kunnen
we hieruit concluderen dat we toch nog vaak te
netjes tarwe willen zaaien. Zo over de ploeg-
sneden (ook al hobbelt de zaaimachine dan een
beetje) en grof ineggen is voor slempgevoelige
gronden vaak de beste methode. Elk spoor is
eigenlijk een spoor te veel en het oude gezegde
dat tarwe in de kluiten ook de meeste duiten
geeft, gaat ook nu nog op.
De bietenlevering loopt nu ook weer wat vlot
ter. In het begin konden obk de normale termij
nen niet altijd gebracht worden, maar nu is men
gemiddeld wel bij. De machines benutten nu elke
droge dag, waardoor de buffervoorraden op de
erven groeien. Het is wel jammer dat we hiermee
groei op het land verspelen, maar dit zullen we
bij machinaal werken toch voor lief moeten nemen.
Overigens zijn de opbrengsten en ook het sui
kergehalte zodanig dat de biet zijn positie als ge
was dat een goed rendement kan opleveren ook
dit jaar wel weer zal handhaven.
(Zie verder pag. 988)
(Adv.)
AFD. LANDBOUW - VOORSCHOTEN - TELEFOON 01717-2010