GRIJP JE KANS! 1001 VRIJDAG 30 OKTOBER 1964 TUSSEN het verlaten van de school en het zich vestigen op een eigen bedrijf of het aanvaarden van een betrekking elders ligt voor menigeen een periode van enkele jaren. Het is vanzelfsprékend zeer belangrijk, dat die tijd goed wordt besteed, want het is immers een op de school aansluitende voorbereidingsperiode op het latere leven. De opleiding die de jonge landbouwers tegenwoordig kunnen krijgen is, in vergelijking tot vroegere jaren, bijzonder goed. Naast h.b.s., mulo en de diverse landbouwscholen kan men alle mogelijke vak technische cursussen volgen. Naast de theoretische en vaktechnische opleiding is een periode waarin men zijn ervaring vergroot, met mensen leert omgaan en zichzelf meer mens maakt, onontbeerlijk. Vooral in de tijd waarin we nu leven en nog meer in de toekomst wordt er van de ondernemer in de landbouw, en zeker niet min der van degene die zijn beroep elders gaat zoeken, geëist dat hij met zijn tijd meekan, zich aan gewij zigde omstandigheden kan aanpassen en zich kan meten met iedere andere Nederlandse burger. Wanneer men de school verlaat is het dus een uiterst belangrijke zaak te overwegen, hoe men de hier voor beschikbare tyd zal besteden. Er zijn vele mogelijkheden om die voorbereidingstijd nuttig te ma ken. Men moet dan ook de kans grijpen wanneer men daarvoor nog de gelegenheid heeft. Eigen oordeel noodzakelijk De manier om deze tijd te besteden is: de no dige praktijkervaring op te doen op een ander bedrijf dan het ouderlijke, in een andere streek dan de eigen streek. Iedere jonge boer behoort enige tijd elders te werken, voor hij zich als bedrijfshoofd vestigt. De tijd dat de zoon de bedrijfsvoering voortzette op dezelfde manier als zijn vader het deed is voor goed voorbij. Nieuwe methodes worden ontwik keld en men moet zich steeds aanpassen. Om dit te kunnen volgen moet men niet alleen nieuwe ontwikkelingen bijhouden maar ook inzicht heb ben in het totale bedrijf, in staat zijn zelf te oor delen, en open oog hebben voor ontwikkelingen in andere bedrijfstakken. Hiertoe is het beslist noodzakelijk dat men an dere bedrijven en bedrijfstypen leert kennen en andere werkmethoden ziet toepassen. Niet alleen bovenstaande economische argumen ten zijn belangrijk, maar vooral ook komen aan bod het vormen van karakter, het leren omgaan met anderen, het aankweken van zelfstandheid. Ook hiervoor is het onontbeerlijk het vertrouwde milieu te verlaten en geplaatst te worden tussen andere mensen met andere leefgewoonten en le vensopvattingen. Tijdens zo'n verblijf in een andere streek wordt men opgenomen in de huiselijke kring en krijgt men kontakt met het dorps- en verenigingsleven, de kerk aldaar, enz. Zodoende-verkrijgt men in zicht in de problemen en gewoonten van zijn medemens. Vele voordelen Uitwisseling van jongeren is echter niet alleen van belang voor de toekomstige boer, maar vooral ook voor hen die hun werk elders willen gaan zoeken. Bij sollicitaties is het feit van „stage" te hebben doorlopen soms erg belangrijk. Het be drijfsleven stelt er prijs op medewerkers in dienst te krijgen die op andere bedrijven onder vreemde ogen hebben gewerkt. Als men voor het feit staat een beroep te moe ten kiezen uit de vele die er zijn, kan deelname aan uitwisseling veel bijdragen tot het maken van een goede keuze. „Wanneer men van de markt komt is men wij zer dan toen men erheen ging", zo is het ook met een verblijf in een andere plaats. Men bekijkt tal van zaken van een andere kant, men ontdekt tal rijke mogelijkheden waar men voorheen niet van afwist, en dan pas is men in staat te kiezen en te bepalen wat men later wil doen. Voorts moeten we niet vergeten de mensen die het plan hebben om te emigreren. Door middel van een stage kunnen zij het land en het volk, waarnaar hun plannen uitgaan, leren kennen en, na huiswaarts gekeerd te zijn, de grote beslis sing nemen. Als toekomstig bedrijfsleider is het bijzonder nuttig, gewerkt te hebben als werknemer tussen andere werknemers. Van een boer wordt niet al leen verwacht dat hij agrarisch vakman is, maar ook leider, psycholoog en socioloog, met andere woorden hij moet op verantwoorde wijze leiding kunnen geven aan zijn werknemers, op een zo danige manier dat zij het prettig vinden op zijn bedrijf te werken. Wanneer hij op, een ander be drijf de plaats van een werknemer heeft ingeno men is het hem veel gemakkelijker zich in de plaats van een personeelslid te kunnen indenken. Alleen op die manier kan hij voor zijn personeel een aangenaam werkklimaat scheppen. Internationaal aspect Een meer algemeen aspect van het nut van uitwisseling komt vooral naar voren in deze tijd van internationale samenwerking. Voor landen die genoodzaakt zijn op bepaalde gebieden samen te werken is het belangrijk, dat de verhouding tus sen de bevolking' van die landen goed is. Deze verhouding wordt o.a. door uitwisseling van jon geren gunstig beïnvloed. Men leert eikaars levensgewoonten kennen en waarderen, men krijgt inzicht in eikaars problemen en wat vooral be langrijk is: oude ingewortelde vooroordelen wor den weggenomen. We komen meer en meer te leven in wat men noemt een open wereld. Wil men in die wereld met zijn tijd meekunnen, dan moet men belang stelling hebben voor zijn omgeving, inzicht be zitten in allerlei situaties en problemen buiten de eigen kring, en ook een of meer vreemde ta len beheersen. In tal van andere landen heeft men dit alle maal ingezien en op alle landbouwscholen heeft men dan ook verplicht gesteld, op een ander dan het ouderlijk bedrijf praktijkervaring op te doen (o.a. in Duitsland, Zwitserland). Of het wordt als vanzelfsprekend beschouwd dat elke landbouw jongere enige tijd elders werk zaam is, hetzij in eigen land, in Europa of verder. Denemarken bijv. is daar heel sterk in, het is daar niets byzonders dat iemand voor enkele ja ren emigreert om daarna weer in eigen land terug te keren. In Nederland zijn we helaas nog niet zover. Op de landbouwhogescholen en de hogere landbouw scholen is uitwisseling verplicht gesteld, maar op andere landbouwscholen wordt het alleen maar aangeraden een tijd op een ander bedrijf werk zaam te zijn. Mogelijkheden Dit alles wil niet zeggen dat er hier geen mo gelijkheden zijn, integendeel, die zijn er legio. Het verkrijgen van een adres binnenslands is niet moeilijk; men zoekt er een met de hulp van kennissen, een landbouwschool of via een jonge- renorgansatie, die hierbij graag behulpzaam is. Voor degene die naar het buitenland wil is er de „Stichting Uitwisseling en Studiereizen", geves tigd op de volkshogeschool „De Oude Hof" te Ber gen. Deze Stichting heeft sinds 1949 2600 Nederlandse jongens en meisjes naar het buiten land gezonden en 1300 buitenlandse jongens en meisjes op Nederlandse bedrijven geplaatst. Ruim de helft van de gastfamilies bracht later een be zoek aan het gezin van de jongen of het meisje in het buitenland. Ook als men een bekend adres heeft in het buitenland kan bemiddeling van genoemde stich ting worden gevraagd, het is niet verstandig de reis op eigen houtje te aanvaarden. De tijdsduur van het bezoek is zeer variabel, van 1 a 2 maanden tot een jaar. Leeftijd 18 tot 30 jaar. Om U een indruk te geven van de diverse lan den waar men naartoe kan volgt er hier een aantal met erbij het aantal uitgezonden in 1963: Engeland 86, Frankrijk 28, Denemarken 25, Duits land 25, Zwitserland 8, Zweden 4, Israël 3, Italië 3, Luxemburg 3, Ierland 3, Noorwegen 1, Oosten rijk 1. Canada Stage Wie wat verder van huis wil kan mee met de Canada Stage. Elk jaar kan een onbeperkt aan tal jongens via dit programma naar Canada. Het doel van dit programma is om jongeren uit Ne derland en andere landen in nauwer kontakt te brengen met het Canadese land en zijn inwoners. Het is bestemd voor jongens die in aanraking wil len komen met de landbouw in den vreemde om zich daarna in Nederland te vestigen, en voor diegenen die emigratieplannen hebben en eerst eens willen kijken hoe het er is, voor ze een defi nitief besluit nemen. De tijdsduur is negen maan den, maar kan tot 18 maanden worden verlengd. Men vertrekt begin april in collectief verband met een boot van de Holland-Amerika Lijn. De maand vooraf worden de deelnemers uitgenodigd op een volkshogeschool om alle facetten van de stage te bespreken. Men kan er een redelijk loon verdie nen van 125 per maand, zodat het mogelijk is alle kosten, ook die van de terugreis, terug te verdienen. In 1962 maakten 58 jongens van deze mogelijkheid gebruik. Gestelde eisen zijn: leeftijd 1830 jaar, vertrouwd zijn met agrarisch werk en bereid zijn in Canada op een land- of tuin bouwbedrijf te werken. Verder moet de kandi daat voldoende persoonlijkheid bezitten om zelf standig te kunnen optreden, geschikt zyn om in een Canadees gezin te worden opgenomen en enige kennis van de Er^gelse taal hebben. De Verenigde Staten van Amerika staan voor wat betreft de uitwisseling ook altijd bijzonder in de belangstelling. Het „Centraal Comité voor Uit- wisseling van Jonge Boeren en Tuinders" verzorgt een viertal zeer verschillende programma's, welke enige weken geleden in deze rubriek zijn gepu bliceerd. U ziet, mogelijkheden zijn er voldoende. Ieder die ook maar enigszins belangstelling heeft ra den wij aan zich met ons of met één der voor noemde instituten in verbinding te stellen. Inlich tingen inwinnen kost niets en verplicht U tot niets. Zijn alle bezwaren onvermijdelijk? Ik ben er zeker van dat niemand het nut van uitwisseling zal betwisten, maar als het hemzelf betreft, hoort men dikwijls tal van bezwaren en tegenargumenten. Welnu, mensen die beweren dat er niets beter is dan praktijk op het ouderlijk bedrijf omdat de daar gevolgde methoden de beste zijn, en dat men nergens beter gevormd wordt dan in zijn eigen streek, zijn niets anders dan chauvinisten. Het is bijzonder gevaarlijk om te denken dat er voor ons niets meer te leren valt. Men staat er versteld van, hoe ver men ih andere streken en landen met de ontwikkeling van som mige landbouwmethoden is gevorderd, vaak ver der dan wijzelf. (Zie verder pag. 1003)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 21