RUNDVLEESBELEID IN VOORBEREIDING 5e leerkrachtendag Z.L.M. Land- en Tuinbouwscholen te Scherpenisse 949 LET OP DE ZETMEELWAARDE VAN DE MENGVOEDERS VB IJ DAG 16 OKTOBEK 1961 IN een van de lokalen van de lagere land- en tuinbouwschool te Scherpenisse werden de circa 50 deelnemers verwelkomd door de heer P. W. C. van Westen, voorzitter van de Kring Tho- len en St. Philipsland der Z. L. M. Bij de aan vang verzocht de voorzitter de aanwezigen een ogenblik stilte in acht te nemen voor de op 3 juni 1964 overleden leerkracht, de heer G. H. W. A. Meylink. Onder de deelnemers aan de leerkrachtendag bevonden zich o.m. Ir. E. C. F. Bollen, inspekteur van het landbouwonderwijs, de sekretaris der Z. L. M., Ir. J. Prins, kringsekretaris M. C. J. Kos ten, mevrouw J. NoordijkeHage, presidente van de Bond van Plattelandsvrouwen en de per 1 sep tember j.l. nieuwbenoemde voorzitter van de Com missie Landbouwonderwijs, de heer J. van Wijk, burgemeester van Zaamslag, alsmede enige leden van de Commissie Landbouwonderwijs der Z. L. M. De voorzitter der Z. L. M., Ir. M. A. Geuze, was in verband met een buitenlandse reis verhinderd; eveneens was verhinderd de heer D. Bouwense, burgemeester van Scherpenisse. Deze leerkrachtendag bedoelt te zijn een dag, waarop contacten tussen de leerkrachten onder ling, met de ontvangende school en met de streek kunnen worden gelegd, zo stelde de voorzitter in zijn openingswoord vast. Vandaag zult U zien, welke veranderingen de streek Tholen in verband met de herverkaveling heeft ondergaan. De ont wikkeling is o.a. te zien in de uitbreiding van het wegennet en de toename van de warenhuizen voor de glasteelt. ALS spreker was uitgenodigd de heer A. A. Sterman, direkteur van het Pedagogisch Bu reau van het Kon. Ned. Landbouw-comité. Alvo rens zijn inleiding te beginnen verzocht de heer Sterman de aanwezigen enkele ogenblikken stilte in acht te nemen voor de op 30 september j.l. overleden Direkteur van het Land- en Tuinbouw- onderwijs, de heer Ir. N. J. A. van Keulen. Hierna schetst® de inleider in een leerzaam en helder betoog de Mammoetwet of zoals zij officieel heet „de Wet op het voortgezet onderwijs", voor zover deze het onderwijs regelt, dat aanvangt na het basisonderwijs (de lagere school). Voor het landbouwonderwijs betekent dit, dat bij deze wet dit onderwijs wordt ondergebracht bij het be roepsonderwijs. De heer- Sterman zette uiteen hoe het onderwijs in het huidige systeem is geregeld, waarbij het basisonderwijs kan worden vervolgd met V. G. L. O., U. L. O., N. O, H. B. S. of Gymnasium. Daarna werd door hem uiteengezet, welke ty4|es voortgezet algemeen vormend onderwijs in de Mammoetwet zijn neergelegd, waarbij het basis onderwijs wordt vervolgd door nieuwe onderwijs- types, zoals het L. A. V. O., M. A. V. O., H. A. V. O., V. W. O. en het L. B. O. (Lager Beroepsonderwijs). Hierbij is het landbouwonderwijs opgenomen in de sector beroepsonderwijs, waardoor het een on derdeel is van het complex gebied dat voortgezet onderwijs wordt genoemd. De aansluiting tussen basisonderwijs en voort gezet onderwijs wordt verkregen door het invoeren van een z.g.n. brugperiode van één a twee jaar. In deze brugperiode wordt voortgebouwd op de basis en reeds vooruitgezien naar het te vervol gen voortgezet onderwijs. De inleider wees erop, dat wat hier in de Mam moetwet is neergelegd is feite reeds bij het lager land- en tuinbouwonderwijs wordt gerealiseerd en memoreerde daarbij de vooruitziende blik op deze vorm van onderwijs van wijlen de heer Ir. Van Keulen. Een belangrijk voordeel van de brugklas is, al dus spreker, dat de leeftijd waarop een definitieve keuze voor het volgen van voortgezet onderwijs moet worden gemaakt, wordt verschoven naar een latere meer rijpere leeftijd. Een ander voordeel is de doorstroming van de leerlingen naar de ver schillende vormen van onderwijs, althans de mo gelijkheid die daartoe bestaat. Voorts wees spre ker hierbij op de mogelijke vorming van school gemeenschappen, waarbij v&tr het algemeen vor mend onderwijs de leerlingen van een lagere tech nische school, een nijverheidsschool voor meisjes en een lagere land- en tuinbouwschool kunnen worden gecombineerd tot één brugklas. Deze schoolvorm geeft wellicht tevens de oplossing voor de z.g.n. statuskwestie. Ï\E invloed van de Mammoetwet op de land- bouwwinterscholen heeft daaróm zoveel be roering verwekt, aldus spreker, omdat in het hui dige systeem die voortgezette beroepsopleiding O/2 jaar praktijk in de zomer) te veel los staat van het algemeen vormend onderwijs (Va jaar school in de winter). De bedoeling is, dat de praktijk een wezenlijk onderdeel van het gehele onderwijs uitmaakt. Er worden momenteel proeven genomen met een vol ledige twee-jarige opleiding met begeleide prak tijkstages. De gedachte dat men op school het beroep kan leren is niet juist. De school geeft een voorberei ding op het beroep; het beroep zelf leert men la ter in de praktijk. De Mammoetwet beoogt te zijn een sluitend ge heel van onderwijszieningen, waarbij de leerling primair staat, aldus de inleider. In beginsel kan in de nieuwe wet een begaafde leerling van de lagere landbouwschool ook toegang krijgen tot middelbaar en hoger landbouwonderwijs en zelfs tot de landbouwhogeschool. De keuze voor een bepaalde opleiding moet voor de leerling dan ook zolang mogelijk worden open gehouden. In het Holland-Huis werd vervolgens de geza menlijke koffiemaaltijd gebruikt, waarbij aan de dames van de Bond van Plattelandsvrouwen voor hun keurig verzorgde tafels een verrassing werd aangeboden, waarna een rondrit over het eiland Tholen volgde. Hierbij werden achtereenvolgens bezocht: het watergemaal „de Noord", het glastuinbouwbedrijf van de heer G. Nieipansverdriet te Stavenisse en de gladiolen drogerij en veiling te St. Annaland. De technisch-ambtenaar van het gemaal „de Noord" en de heren B. Bayense en A. Spruit, as sistenten van de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst, zorgden tijdens deze rondrit voor een uitleg. Ha. ALLE BEGIN IS MOEILIJK Ook na de mooiste zomer komt onverbidde lijk de winter. Toen de nieuwe voorzitter van Vee en Vlees zijn installatierede uitsprak gesel den de eerste herfststormen de Nederlandse veestapel. Een van de gevolgen hiervan is, dat de stallen worden klaargemaakt en dat de af zet van het overtollige vee een aanvang gaat nemen. Door het mooie nazomerweer is deze uitstoot gelukkig sterk afgeremd geweest. Intussen gaat de slachtveemarkt gebukt onder een overmatige invoer van slachtkoeien uit het buitenland. In de week van 28 September 2 oktober kwamen bijna 3800 slachtkoeien ons land binnen, waarvan alleen al ruim 3000 stuks uit Engeland. Verder vindt een belangrijke in voer van voorvoeten plaats uit Ierland. GEEN PANIEK Het zou onverstandig zijn, indien de vee houders, als gevolg van c?a ervaringen die in 1963 zijn opgedaan met het toen heersende rundvleesdébacle en de thans met de regel maat van een klok dalende prijzen voor de slachtkoeien en ossen, hierdoor in paniek zou den geraken. Dit neemt niet weg, dat we wel kunnen vaststellen, dat de malaise, die men maanden geleden hier en daar voor de var kens voorspelde, nu voor de koeien realiteit is geworden. Gelukkig is de voederpositie goed en de vee stapel niet overmatig, zodat de noodgedwongen uitstoot, indien nodig, beperkt kan blijven. Dit kan de hele zaak gunstig beïnvloeden daar we in ons land een aanvang gemaakt hebben met een meer doelbewust rundvleesbeleid. EEN BODEM IN DE MARKT Met april 1.1. werd naast een richtprijs voor de melk van 31 cent tevens voor het eerst een oriëntatieprijs voor rundvlees ingesteld van 198 per 100 kg levend gewicht. Bij een aanhoud- percentage van 57 is dit circa 3,60 per kg ge slacht. Tevens werd als interventieprijs, dus als bodem in de markt 1,85 vastgesteld per 100 kg levend. Dit alles is gebeurd n.a.v. de vastgestelde E. E. G.-verordening, die met 1 no vember a.s. in werking treedt. Wat men dus zeker weet is dit, dat bij het bereiken van 185 de regering via het P. V. V. maatregelen moet nemen waardoor de prijs niet verder zakt. Dit komt overeen met circa 3,25 per kg geslacht gewicht. Vóórdat dit laatste gebeurt, zijn er nog een tweetal maatregelen, die eerst in ictie komen. Wanneer n.l. onze gemiddelde marktprijs tot beneden 105 van de oriëntatie prijs daalt, deze grens ligt op ƒ209 (ca. ƒ3,66) wordt de z.g. halve aanvullende heffing opge legd en beneden de 199 de volledige heffing. Deze heffing wordt door Brussel vastgesteld. De volledige heffing is het bedrag dat ligt tus sen de gemiddelde gewogen marktprijs van het ingevoerde vee of vlees, in Denemarken (50 Engeland (30%) en Ierland (20%) plus de bij komende kosten van vervoer, e. d., en onze oriëntatieprijs, die tot april 1965 op 199 is vastgesteld. GEMAKKELIJKER GEZEGD DAN GEDAAN Het vaststellen van de gemiddelde marktprijs is bij kaas eenvoudiger dan bij koeien. Toch wordt dit het punt waar alles om gaat draaien. Dit gebeurt op grond van, een jaarlijks gemid delde, een z.g. slachtrunderënpakket dat bestaat uit 10 extra 40 le kwaliteit 32 2e kwaliteit 10 3e kwaliteit 5 worstkoeien 3 vette stieren 100 gewogen gemiddelde Nu zijn we er nog niet, want er is voorheen nogal wat kritiek geweest op de noteringen, die vanwege de directies voor hst marktwezen van de betrokken markten worden opgemaakt, vooral wanneer deze het sein tot het instellen van heffingen of andere maatregelen moeten aangeven. Daar Rotterdam en Den Bosch als de indicatiemarkten fungeren, is juist daar een pijn lijke nauwkeurigheid zeer gewenst. De directie van het P. V. V. deelde desgevraagd mee, dat aan de hand van de noteringen van de laatste week en gewogen zoals hierboven is aan gegeven, het gemiddelde op 219 lag. Een der landbouwvertegenwoordigers had ƒ214 uit de som gekregen. Ondanks het feit, dat de noteringen misschien wat aan "de optimistische kant zijn, Zit de prijs dus al dicht in de buurt van de 105 (209). Hiermee is wel duidelijk aangegeven, hoe uiter mate belangrijk de marktnoteringen worden en dat ze zeer nauwkeurig moeten zijn. OP TIJD BEGINNEN Van landbouwzijde werd er in het P. V. V. met klem op aangedrongen dat, wanneer vóór 1 no vember a.s. de prijs onder de 105 komt, reeds een aanvullende heffing op de invoer wordt ge leed. Het moet toch mogelijk zijn in de geest van de E. E. G.-verordening nu al te starten, wanneer dit nodig is? Wanneer dit niet gaat, loopt men de kans dat de boeren met de extra uitstoot zullen wachten tot de rundvleesregeling voldoende werkt, zodat hierdoor voor die tijd de binnenlandse aanvoer terug zal vallen. Door de directie van het P. 'V. V. werd gezegd, dat vóór 1 november niet met succes iets kan worden gedaan, daar de invoertoewijzigingen, die op grond van de ruilvoet worden uitgegeven, pas I november a.s. aflopen. Van de kant van de veehandel werd nog een resultaat overgelegd van een steekproef, die men had genomen op de veemarkt van Rotterdam. Dit betrof 38 verkochte beesten, die volgens het recept van de weging gemiddeld minder dan de bewuste 2,09 opgebracht hebben. D. Vele veehouders leggen vaak nog bij de aan koop van mengvoeders voor rundvee voorname lijk drie maatstaven aan: le het percentage lijn- zaadprodukten, 2e het gehalte aan eiwit en 3e het gehalte aan vet. Wij willen het thans over deze punten niet in het bijzonder hebben. Terloops zij opgemerkt dat ook wij gaarne wat lijnzaadprodukten in de meng voeders voor rundvee zien opgenomen voor zover de prijs hiervan binnen redelijke grenzen ligt. Het gehalte aan eiwit is natuurlijk van belang voor een juiste aanvulling van het grondrantsoen en aan het vetgehalte dienen ook, rekening houdend met de aard der te verstrekken ruwvoeders, be paalde minimum-eisen te worden gesteld. Al deze factoren zijn naast de keuze der in het mengvoeder opgenomen grondstoffen mede prijsbepalend. Maar er is meer. De stijging der graanprijzen heeft tot gevolg dat de energiewaarde in de mengvoeders voor rund vee, uitgedrukt in zetmeelwaarde, aanmerkelijk duurder moet worden betaald dan voorheen en de prijsverhouding tussen het eiwit en de zetmeel waarde momenteel vrij nauw is. Is het altijd reeds van belang geweest om bij de aankoop van mengvoeders in de prijsbeoorde- ling de zetmeelwaarde te betrekken, thans is dit wei zeer gewenst. Bij de beoordeling van kwaliteit en prijs der mengvoeders mag dc zetmeelwaarde vooral niet woraen vergeten. Het kan daarom wel eens aan beveling verdienen de op de labels opgegeven zetmeelwaarde na te rekenen! Aldus de A. C. V.- controle.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 17