Nieuwe kapitein bij Vee en Vlees
VEE EN VLEES
942 ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
Na een voorzitterloos tijdperk van negen maan
den heeft het P. V. V. thans een nieuwe voor
zitter in functie, die als zodanig bij koninklijk
besluit per 1 oktober werd benoemd. Het heeft
lang geduurd. Het was ook niet eenvoudig om
«en opvolger te vinden voor Joh. de Veer.
De nieuwe voorzitter Mr. F. G. van Dijk zei dan
©ok, dat de heer De Veer het volle vertrouwen
in de bedrijfstak heeft genoten en zowel van
endernemers als werknemers de dank heeft ge
oogst voor de manier waarop hij zijn ambt ver
vulde. Dit maakt het voor mij niet eenvoudig
zijn plaats in te nemen, aldus de nieuwe voor
zitter, die in het vervolg van zijn rede blijk gaf
zich terdege beraden te hebben op het uitoefenen
van zijn nieuwe functie, die, volgens hem, uit
sluitend en alleen, gesteund door een goed on
derling begrip en vertrouwen tussen voorzitter
en bestuur, op de juiste manier uitgeoefend kan
worden. Door samenwerking tussen bestuur en
voorzitter zal het beleid van het produktschap
worden bepaald.
Na een beschouwing over de ontwikkeling van
het overheidsbeleid sinds de dertiger jaren en
de conclusie dat via de crisis-centrales, bedrijfs-
schappen oude stijl, de produktschappen nieuwe
stijl, ontstaan zijn, kwam hij tot de vraag of de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie in zijn hui
dige vorm in het gemeenschappelijk landbouw
beleid van de E. E. G. nog wel is te handhaven.
Produktschappen waar ondernemers en werkne
mers aan de ronde tafel de beleidslijn in hun
sector bepalen.
Daarnaast ontstaat de vraag of deze produkt
schappen niet gedegradeerd zullen worden tot
organen die alleen maar uit mogen voeren wat
hun opgedragen wordt en geen eigen beleidslijn
kunnen volgen.
De heer Van Dijk stelde op de voorgrond,
dat het systeem van de bedrijfsorganisatie in de
agrarische sector zijn waarde bewezen heeft. Een
beleid dat alleen door de overheid zou worden
bepaald, roept bij de betrokkenen spanningen op.
Belangengroepen ontwikkelen zich tot pressure
groups. In ons stelsel zijn de belanghebbenden
mede verantwoordelijk.
De ontwikkeling in de E. E. G. gaat in de rich
ting waarin aan de deskundige overheidsambte
naren een overwegende invloed wordt toegekend.
Het is de vraag of op deze wijze het democra
tisch stelsel is te handhaven.
Een economische politiek, door welke overheid
dan ook gevoerd, die in de kringen van de be-
drijfsgenoten geen weerklank heeft is op den
duur niet uitvoerbaar, indien men tenminste niet
wil komen tot een dwangstaat. Het wordt dan
ook de vraag of men in een Europees bestel
niet kan komen tot medeverantwoordelijkheid
van de bedrijfsgenoten in de te voeren politiek.
Oorspronkelijk is hier wel aan gedacht; er is
echter nog weinig van terecht gekomen. Van
daar ook, dat er reden tot waardering is t.a.v.
onze regering, die de produktschappen in de
gelegenheid stelt een belangrijk aandeel in de
besprekingen rond de Europese landbouwpolitiek
te hebben.
Bij de totstandkoming van de Brusselse be
slissingen oefent Nederland nog wel degelijk
zijn invloed uit.
Het P. V. V. levert reeds een bijdrage en zal
in steeds sterkere mate hierbij betrokken wor
den. De invloed van de bedrijfsgenoten is daar
bij afhankelijk van de centrale overheid, die de
zelfstandigheid van de P. B. O. moet verzekeren
en daartegenover zullen de produktschappen en
andere organen zich bewust dienen te zijn, dat
ook zij het algemeen belang hebben te dienen.
Aldus onder meer de nieuwe voorzitter, die
daarna blijk gaf zich reeds eniger mate inge
werkt te hebben in de positie van de vleesmarkt,
waarbij de varkensmarkt op dit moment geen
bijzondere moeilijkheden geeft, maar wel met
aandacht gevolgd dient te worden.
Op 1 november treedt de rundvleesregeling
voor de E. E. G. in werking, waardoor in ons
land tevens een aanvang wordt gemaakt met
een meer doelbewust rundvleesbeleid. Binnen
kort zal de ministerraad van de E. E. G. zich
moeten uitspreken over de oriëntatieprijzen, welke
van 1 april 1965 af richting zullen geven aan de
produktie. De rundvleessector is er rijp voor dat
er één gemeenschappelijke oriëntatieprijs voor
rundvlees komt met gelijktijdige afschaffing van
de onderlinge invoerrechten binnen de E. E. G.
De slachtveemarkt zal in de komende tijd de
aandacht vragen.
Aldus de heer Van Dijk, die door de heer
Dinkla als waarnemend voorzitter werd ingeleid,
en zei namens het bestuur te spreken wanneer
hij hem met zijn benoeming feliciteerde. Zijn
eerste contacten met de heer Van Dijk waren
goed geweest.
De heer Douma stelde na de inleiding van de
heer Van Dijk vast, dat het bestuur hem met ver
trouwen tegemoet treedt, waarbij zijn rede de
verwachting heeft gewekt dat een goede samen*
"Werking zal volgen.
Hij bracht dank aan de heer Dinkla voor de
zeer goede manier waarop deze in de laatste
negen maanden als waarnemend voorzitter was
ingevallen. Naast zijn bestaande functies was dit
een zwar.e taak.
Hiermede heeft Vee en Vlees een nieuwe kapi
tein, die op internationaal terrein over ruime er
varingen beschikt. We zullen hem de tijd moe
ten geven om zich volledig in te werken.
De nieuwe voorzitter zegde uitdrukkelijk toe,
dat de marktnoteringen zeer nauwkeurig zullen
worden onderzocht, waaraan trouwens reeds een
deel van de Kraan-Commissie hun medewerking
voor heeft toegezegd en dat precies zal worden
nagegaan wat per 1 november kan worden ge
daan ter stabilisatie van de slachtveeprijzen.
Zo spoedig mogelijk zullen hierover conclusies
met voorstellen aan het bestuur worden uitge
bracht.
TEN SLOTTE
T.a.v. het bovenstaande is wel duidelijk, dat de
omstandigheden zodanig zijn, dat er zeker geen
aanleiding is tot een grote haast met de verkoop
van het boventollige slacht- en gebruiksvee.
Daarbij dient men wel te bedenken dat alle
tot 1 november lopende importvergunningen zul
len worden gerealiseerd wat nadien nog enige
tijd van invloed kan zijn op de prijsvorming,
denk maar aan de invasie van slachtkippen uit
Amerika, voordat de E. E. G.-regeling voor pluim
vee inging, al ligt dit voor slachtvee veel gun
stiger.
De varkensvleespositie geeft nog geen moei
lijkheden, al loopt de opbrengst in Frankrijk iets
terug.
De spekvoorraad bleek zeer bevredigend ge
daald te zijn vanwege de uitvoer naar Duitsland.
De uitvoer van gehele varkens blijkt met circa
17.000 a 21.000 per week goed op peil. Vorige
v'Pck werden totaal 112.000 varkens geslacht en
6300 levend uitgevoerd. Dit is een hoog omzet
cijfer. Wanneer de omstandigheden niet verande
ren, kunnen we het precies zo houden.
D.
(Adv.)