Ruilverkaveling Noord-Beveland Het O S-fonds in de praktijk 911 DE LATE PUBLIKATIE GEGEVENS MEITELLING 1964 VAN HET BUREAU GROND- EN PACHTZAKEN Het voorkeursrecht van de pachter VERGADERING DAGELIJKS BESTUUR Z. L. M. VEEL BELANGSTELLING OP INFORMATIEVE VERGADERING VRIJDAG 9 OKTOBER 19 6 4 ZOALS wij reeds in ons blad van 13 september meldden heeft Ir. M. A. Geuze onlangs over het lange uitblijven van het ter beschikking komen van de definitieve cijfers meitelling 1964 vragen gesteld aan de minister van Landbouw en Econo mische Zaken. Minister Biesheuvel deelt nu, mede namens zijn ambtgenoot van economische zaken, mee, dat het niet-publiceren van voorlopige uitkomsten van de landbouwtelling mei 1964 betreffende de veestapel en enkele tuinbouwgewassen moet worden toege schreven aan de in 1964 doorgevoerde reorgani satie van het apparaat van de Provinciale Voed- selcommissarissen. Hierdoor verviel de mogelijk heid om zoals voorheen door vergaande decen tralisatie van werkzaamheden snel geïnformeerd te geraken omtrent algemene resultaten van de telling. Andere dan de voor de oogstramingen onmis bare voorlopige gegevens van de arealen akker bouwgewassen en vroege aardappelen zijn niet samengesteld en derhalve niet in omloop gebracht. Het Centraal Bureau voor de Statistiek pleegt, zodra voorlopige dan wel definitieve uitkomsten van landbouwtellingen zijn verkregen, deze op de kortst mogelijke termijn te publiceren. Nagegaan zal worden in hoeverre in de toekomst door bij zondere voorzieningen weer tot het samenstel len van voorlopige uitkomsten betreffende de vee stapel en enkele tuinbouwgewassen zal kunnen worden overgegaan. DE pachter, die voor de wettelijke duur pacht, geniet bij verkoop van pacht' ronden de voor keur. De verpachter is verplicht, de gronden welke hij wil verkopen, bij aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploit aan de pachter te koop aan te bieden. De pachter is verplicht binnen één maand bij aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploit aan de verpachter kennis te geven of hij al dan niet tot koop wenst over te gaan. De navolgende situaties kunnen dan ontstaan a) De pachter laat binnen de gestelde termijn niets van zich heren of geeft de wens te ken nen geen eigenaar te willen worden. Gevolg: De verpachter mag binnen één jaar na afloop van genoemde termijn aan een derde verkopen tegen elke prijs. b) De pachter wenst tot koop over te gaan, maar vindt de vraagprijs te hoog. Gevolg: De verpachter laat de gronden door de Grondkamer op verkeerswaarde taxeren. Ie. De pachter vindt de getaxeerde waarde te hoog en wenst niet te kopen. Gevolg: De verpachter is gedurende één jaar vrij om de grond aan een derde te verkopen, mits niet tegen een lagere prijs wordt ver kocht dan de door de Grondkamer getaxeerde waarde. Ze. De pachter wil voor de getaxeerde waarde kopen, maar de verpachter wil de gronden voor deze prijs niet verkopen. Gevolg: De gronden worden niet verkocht, want de eigenaar mag niet voor een hogere prijs aan een derde verkopen. (Vervolg van eerste pagina.) Inmiddels is wel gebleken dat de omvang van de te leggen aardgasleiding geringer zal ziin dan werd verwacht, zodat de aanlegwerkzaamheden door een andere firma kunnen geschieden. De te ver wachten schade zal dan ook belangrijk geringer kunnen zijn, dan die welke uit andere delen van het land werd gemeld. De vergadering nam met verbazing kennis van het feit dat ten aanzien van een drietal belangrijke leidingprojecten in Zuid-Beveland zo weinig van eoördinatie sprake is. Behalve de overige nadelen die aan de nu gevolgde procedure zijn verbonden, moet vermeld worden dat het kan voorkomen dat eenzelfde perceel in betrekkelijk kort tijdsverloop 3 x wordt doorgraven voor de aanleg van een lei ding. In het kader van het overleg van de geor ganiseerde landbouw zullen deze punten naar voren worden gebracht. Er zal naar worden gestreefd dat in de af te sluiten contracten een bepaling wordt opgenomen, waarbij de controle over door leidingaanleg ver stoorde drainage gedurende bijvoorbeeld 3 jaar wordt opgedragen aan een objectieve instantie Xfoijv. een Cultuur Mij.) Tevens zal het voorstel worden gedaan om in het smalle» gebied van Zuid- Beveland in de toekomst eventuele leidingen te leggen in de middenberm van de nieuw aah te leg gen rijksweg. WOENSDAG ?0 september kregen de belanghebbenden bij de voorgenomen ruilverkaveling voor het voormalige eiland Noord-Beveland nogmaals de gelegenheid details te vernemen over dit grote plan, waarmede circa 7400 ha landbouwgronden gemoeid zullen zijn. Tevens was er ruimschoots de kans vragen te stellen aangaande de vele facetten, welke van het ontwerp deel uitmaken. Voor de belangrijkheid van deze vergadering sprak het „vooraan" aanwezig zijn van vele autoriteiten, waarbij wij o.a. opmerkten het lid van Gedeputeerde Staten, de heer J. van den Bos, burgemeester en wethou ders der betrokken gemeenten, vertegenwoordigers van landbouworganisaties, waterschap, waterstaat; land- en tuinbouwconsulentschappen en „last but not least" vertegenwoordigers van de directie van de Cultuurtechnische Dienst. De voorzitter, ir. J. D. Dorst, lid van de Centrale Cultuurtechnische Commissie, opende de vergade ring, welke gehouden werd in „De Stadswijnkelder" te Kortgene, en een volle zaal gaf een duide lijk beeld van de grote belangstelling die bestaat voor deze diep ingrijpende landbouwkundige hervor ming. Ir. Dorst legde er de nadruk op dat dit één van de laatste mogelijkheden was om zich nogmaals (na ca. 40 in kleinere kring belegde vergaderingen) te doen voorlichten omtrent punten die onvoldoende dui delijk waren. Immers binnenkort, dit zal vermoedelijk eind november of begin december zijn, zal de stemming over het plan plaatsvinden en dan zal blijken of Noord-Beveland „bij" zal willen blijven of in de toekomst achterop wenst te komen. Spreker realiseerde zich dat de vraag op kan komen of ruilverkaveling voor dit akkerbouwgebied, dat toch hoog aangeschreven staat, nu wel werkelijk nodig is. Hij wees hier echter op de versnippe ring, die groter is dan men in het algemeen wel denkt, op vraagstukken betreffende mechanisatie en arbeidsbezetting, welke na ruilverkaveling veel beter zullen kunnen worden opgelost dan thans. Ook en vooral vestigde hij de aandacht op de waterbeheersing, die in bepaalde polders verre van ideaal is (men denke aan de wateroverlast, die in 1963 optrad). Tenslotte spelen een grote rol bij dit plan het nieuwe wegennet en de tekortkomingen der bestaande landbouwwegen, benevens de eisen die de recreatie stelt. Niemand zal ontkennen, zo zei ir. Dorst, dat dit plan veel geld kost, maar niets doen zal waarschijn lijk op de duur méér kosten. Ir. D. van der Zaken, hoofdingenieur-directeur van de Cultuurtechnische Dienst, gaf vervolgens een heldere uiteenzetting over de belangrijkste punten der stemmingsprocedure, daarbij o.a. stilstaand bij de vraag wie eigenaar is, wie stemmen mag, hoe bij volmacht gestemd kan worden, hoe de stemmen ge teld wordt-n, enz. Door dr. ir. W. H. Ubbink, van dezelfde dienst, werd daarop nog eens de financiële opzet in onder delen verduidelijkt, terwijl tenslotte de heer Van Langeraad, namens de voorbereidingscommissie toe lichtte waarom van een aanvankelijk zeer eenvoudig plan was overgestapt naar een veel dieper in grijpende opzet. Hij onderstreepte aaarbij, dat ondanks alles de bedoeling van een zo goedkoop moge lijke uitvoerig steeds voorop had gestaan en tevens om slechts dat in het plan op te nemen, waartoe de boer alleen nooit in staat zou kunnen zijn. UAN een daarna ingesteld forum om vragen te beantwoorden werd druk gebruik gemaakt. De mees- te vragen betroffen min of meer ondergeschikte details, doch af en toe werd het de forumleden niet gemakkelijk gemaakt. Een kardinale vraag was o.a. wanneer de cijfers voor het plan waren opge maakt en of bij hogere lonen en prijzen de totaal kosten veel hoger zouden worden. Het antwoord was, dat de calculatie in 1963 is opgesteld en toen al rekening werd gehouden met de ophanden zijnde loonronde. Loonstijgingen in 1964 zitten er niet in berekend, doch deze zullen onder de subsidierege ling vallen. Zeer benieuwd was men ook naar de prijs, die de S. B. L. zal betalen voor op te kopen landbouw gronden. De vraag was of dan de marktwaarde zal gelden of dat men zal trachten daaronder te blij ven. Ir. Dorst gaf als zijn mening te kennen, dat niet de allerhoogste prijs uit de bus zal komen, doch dat een redelijke prijs bedongen zal kunnen worden, die afgestemd is op de geldende doorsneeprijzen. Een andere vraagsteller gaf als zijn mening te kennen het niet rechtvaardig te achten dat een kleine grondbezitter met zijn stem evenveel invloed als iemand die een zeer groot bedrijf bezit, heeft. Het forum gaf hem daarin wel gelijk, doch verwees naar de wet, die nu eenmaal zo luidt en toe gepast moet worden. Een netelige kwestie was de vradg waarbij geïnformeerd werd naar het geraamde cijfer der baten van deze ruilverkaveling. De vraagsteller stelde dat hij wel het bedrag der kosten zag staan, maar ner gens wat nu de in geld uitgedrukte voordelen waren. Het antwoord was uiteraard niet bevredigend aangezien het forum van mening was dat deze voordelen er ruimschoots zijndoch niet in cijfers weer te geven. De voordelen voor de streek zullen vele zijn! Verder stelde men o.m. vragen over de samenstelling van de plaatselijke commissie, welke naar men wist elders dikwijls tot moeilijkheden aanleiding had gegeven en over de mogelijkheid de kosten op de pachters te verhalen. Op deze laatste vraag gaf het forum een enigszins hoopvol antwoord. Men zag hiertoe in de nabije toekomst inderdaad kansen via wijziging van de pachtprijzen. Het geheel vormde een geanimeerde gedachtenwisseling, waarbij op een enkele uitzondering na, de Noordbevelandse eigenaren zich echter, wat hun uiteindelijke mening over dit plan was, niet in de kaart lieten kijken. Die kans krijgt men dus vrijwel zeker nog in de loop van dit jaar en ir. Dorst sprak wat dit betreft in zijn slotwoord de hoop uit, dat Noord-Beveland, dat vroeger zo dikwijls de boot moest halen, nu de boot niet zou missen. Want, zo zei hij, dit is de laatste kans, een nieuwe dienstregeling komt er niet meer. IUIJ willen ook deze week weer een vraag, die in de praktijk met betrekking tot het Ontwikkelings- en Saneringsfonds leeft beantwoorden. Vraag 4. Wat wordt er nu eigenlijk onder verstaan, dat de bedrijfsgebouwen onttrokken moeten worden tan liet gebruik van de landbouw, indien ik gebruik wil maken van het saneringsfonds. Zijn er nog andere mogelijkheden Antwoord. Dit betekent dat de bedrijfsgebouwen niet meer voor landbouwdoeleinden gebruikt mogen worden- Er kan dus wel een andere bestemming aan worden gegeven, bijvoorbeeld verhuur voor caravans of motor- of zeilboten gedurende het winterseizoen. De oudere bedrijfsgebouwen in de dorpskommen zullen in sommige gemeenten een aantrekkelijk object zijn voor de gemeentebesturen, die ze voor de sanering van hun gemeente kunnen gebruiken. Mooie voorbeelden, waar zowel de boer als ae gemeen ten bij gebaat waren, zijn ons bekend. Deskundige voorlichting is hierbij wel noodzakelijk. Ook is de mogelijkheid aanwezig voor een zogenaamde opschuiving. Dit houdt in dat diegene die van het saneringsfonds gebruik maakt en over bedrijfsgebouwen beschikt, die zich in één goede staat bevin den, verkoopt aan een grondgebruiker, die gebouwen in eigendom heeft die in een slechte staat ver keren. Hij maakt dan met hem een afspraak dat deze de gebouwen aan de landbouwkundige bestem ming onttrekt. Deze waarborg eist het bestuur van het O. en S.-fonds. Hiermee kan worden bereikt dat de slechtste bedrijfsgebouwen aan de landbouw worden onttrokken. Wij zijn er van overtuigd dat het O. en S.-bestuur er naar zal streven deze laatste werkwijze zoveel als mogelijk te stimuleren. Goede of redelijke bedrijfsgebouwen onttrekken aan de agrarische bestemming kan en mag niet plaatsvinden indien eerst niet is gezocht naar wegen om de slechtste via de opschuiving te doen verdwijnen. Iemand met slechte bedrijfsgebouwen doet er goed aan eens om zich heen te kijken of er geen saneringsgeyallen in zijn omgeving zijn met betere gebouwen. Hij is er mee gebaat. Diegene die zijn bedrijf beëindigt is er eveneens mee gebaat. En de provinciale advies- commissie zal gunstig adviseren, omdat hiermee ook een landbouwbelang wordt gediend. Indien IJ met vragen op dit terrein zit, wil uw organisatie de Z. L. M. U gaarne van advies dienen. J. M.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 3