Akkerbouwaktualiteiten over onze grenzen De bedrijfsvoering op enkele Duitse bedrijven 920 ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD Zoals in alle streken waar landbouw wordt bedreven, wordt ook in de beschreven Duitse bedrijven de bedrijfsex- ploitatie beheerst door factoren die buiten de in vloedssfeer van de boer liggen. Factoren dus die voor hem een uitgangs punt vormen bij het be palen van het bedrijfs beleid (afzetmogelijkhe den, prijzen produkten, klimatologische en bo- demkundige situatie, verhouding kosten ar beid en machines, be schikbaarheid van ar beidskrachten, finan ciële draagkracht). Door de Stichting ter bevordering van het Landbouw kundig onderzoek in Zeeuws-Vlaanderen werd begin juni van dit jaar een studiereis van enige dagen naar een aantal bedrijven in Duitsland georganiseerd. Van het Rijksland- bouwconsulentschap voor Zeeuws-Vlaanderen namen ir. L. Th. J. M. de Wit, O. Hoekstra en J. Scheele aan deze excursie deel terwijl de Stichting door een vijftal leden vertegenwoordigd werd. Van de bezochte gebieden en bedrijven lag le. een tweetal akkerbouwbedrijven in het gebied ten westen van Leer een gebied dat aansluit op onze provincie Groningen. 2e. Een drietal grote tot vrij grote gemengde bedrij ven in het landbouwgebied in de buurt van Ol denburg. 3e. Een tweetal grote overwegend akkerbouwbedrij ven en een gemengd bedrijf in het oostelijk deel van Sleeswijk-Holstein. Van de aan deze bedrijven gebrachte bezoeken werd een verslag samengesteld. Dit bevat voor onze lezers, naar wij menen, een aantal interessante gegevens omtrent de be drijfsvoering enz. Het is onze bedoeling in een drietal ar tikelen hieraan aandacht te besteden. Deze week het eerste deel n.l. de bedrijven in het akkerbouwgebied bewesten Leer. In het akkerbouwgebied bewesten Leer met vrij grote, goed verkavelde bedrijven, dwingt ge steldheid van klimaat (vrij veel neerslag, vooral in de nazomer) en bodem (kalkrijk, doch zwaar) tot een bouwplan dat zo goed als geheel bestaat uit zaadgewassen. Men moet het hier hebben van produkten die op en niet in de grond groeien. Een percentage granen van 50 bleek, bedrijfseconomisch gesproken, optimaal te zijn en vrucht- opvolgings-technisch verantwoord. Naast bescheiden arealen zomergraan (tarwe, gerst, haver) vormt de wintertarwe bij de graan gewassen de hoofdschotel. Weliswaar bedraagt de gemiddelde kg-opbrengst bij wintertarwe nog geen 4500 kg, maar bij een opbrengstprijs van DM 4045 per 100 kg per 100 kg komt men toch nog (met het stro, dat naar de strokartonfabrieken in Nederland gaat) aan DM 2000 per ha. De andere helft van het bouwplan wordt beheerst door handelsgewassen (bietenzaad, karwij, kool- en raapzaad, spinazie) en peulvruchten (erwten, paardebonen, stamslabonen; meest voor de conser- venindustrie, maar de eerste twee ook om rijp te oogsten). Niet onvermeld is te laten het althans naar oppervlakte gesproken „kruimelgewas" tulpen, dat in deze streek, waar voldoende arbeidskrachten voorhanden zijn en goede afzetmogelijkheden voor dit produkt, op zo goed als alle bedrijven werd aangetroffen in een percentage van 25 Arbeids- organisatorisch passen de tulpen goed bij bovengenoemde gewassen. Het viel op. dat in deze akkerbouwstreek met zo goed als geen aardappelen en suikerbieten de interne ontsluiting van de bedrijven (verharding landdreven) weinig kosten veroorzaakt. Wan neer men niet naar het land kan over een onverharde dreef, hoeft dat ook niet. Hier dus terecht niet de behoefte aan verharde dreven langs de kavels, die wèl kosten (aanleg, onder houd), doch niets opbrengen. Zijdelings schept dit ook de mogelijkheid tot relatief lange per celen, bij de diverse bewerkingen enkel maar voordeel. Maar ook op andere terreinen werkt de af wezigheid van aardappelen en suikerbieten kostenverlagend (arbeid, werktuigen, gebouwen. In deze streek met veel graan, geeft de vergrassing van het bouwland (kweek, duist, tuintjesgras) bepaald zorgen. BEDRIJFSTECHNISCHE GEGEVEN VAN DE TWEE BEZOCHTE BEDRIJVEN BEDRIJF VAN DE HEER H. LAUTS in de Charlottepolder te Bunde (tegen de Nederlandse grens). Bedrijfsgrootte: 55 ha bouwland, 5 ha grasland (dijk). Bouwplan 1964: 22 ha wintertarwe 7 ha haver 7 ha voederbietenzaad 512 ha karwij 3 Vi ha erwten (rijp) 3Va ha stamslabonen (conserven) IV2 ha tuinbonen (conserven) 3 ha klaven (hooi) 2 ha luzerne (drogerij). Grondsoort: zware, kalkrijke klei. Arbeidsbezetting: boer 6 los-vaste arbeiders. Zeer beperkte werktuigeninventaris met als grootste machine een Claas zelfrijdende maai dorser met opgebouwde graantank. Verder de nodige grondbewerkingswerktuigen en enige eenvoudige landbouwwagens. BEDRIJF VAN DE HEER H. FRESEMANN, Bundehamrich 47. Bedrijfsgrootte: 41 ha bouwland, 4 ha grasland. Bouwplan 1964: 14 ha wintertarwe 3 ha zomertarwe 4 ha haver 4 ha zomergerst 4 ha bietenzaad 3 ha karwij 2 ha spinazie (rijp) 3 ha erwten (conserven) 3 ha stamslabonen (conserven) 1 ha tulpen Grondsoort: zware, kalkrijke klei. Arbeidsbezetting: Loer 5 arbeiders (waarvan 3 vast). Gebouwen: zelfgebouwde luchtgekoelde graan- bewaring met drooginrichting (wordt ook gebruikt voor kar wij- en bietenzaad). Inhoud 60.000 kg luchtgekoelde bewaarruimte voor stekbieten geventileerde opslag van tulpen gedurende de zomermaanden in de, dan toch leegstaande, koestal. De perceelsindeling is langgerekt (800 meter lang), wat bij een dergelijk bouwplan (zonder de ontwikkeling in de chemische bestrijdingsmid delen, blijkt wel uit het gebruik van de halm bieten en aardappelen) veel voordelen biedt. Dat de betreffende boer op de hoogte is van verkorter CCC op praktijkschaal. UIT de bedrijfseconomische boekhoudingen van een 10-tal bedrijven van gemiddeld 56 ha spreekt overduidelijk hoe de huidige prijsverhoudingen van arbeid en machines tot mechaniseren dwingen; een voor ons bekend geluid. Ook door de chemische onkruidbestrijding kan de arbeids- produktiviteit nog worden opgevoerd. Zo werden van de zo-even genoemde 10 bedrijven de 4 „beste" en 4 „slechtste" met elkaar ver geleken (gemiddelde van de 5 laatste jaren). bruto geldop- mestst. be- aantal netto brengst/ha strijdings- pk/ha over- middelen/ha schot ha DM DM DM 4 slechtste bedrijven 2200 107 2,75 343 4 beste bedrijven 1800 77 1,25 146 De kostencomponent meststoffen bestrijdingsmiddelen en het kengetal aantal pk per ha (een norm voor het vlug kunnen opschieten, wat vooral bij inzaai, oogst en najaarsgrondbewerking zwaar weegt) blijken in deze streek vrij betrouwbare waardemeters te zijn voor de doelmatig heid van het bedrijfsbeleid. maaidorsbedrijven binderbedrijven AOK werden de maaidorsbedrijven vergeleken met de binderbedrijven: handels- peul- graan gewassen vruchten 55 25 13 50 20 25 In de laatste zes jaar ontwikkelde de gemid delde arbeidsbezetting op deze bedrijven zich als volgt (bedrijfsgrootte 56 ha): maaidorsbedrijven van 10 naar 5 of van 5,6 ha/man naar 11,2 ha/man; binderbedrijven van 11 naar 8 of van 5 ha/man naar 7 ha/man. De potentiële mogelijkheden tot opvoering van de produktiviteit per man zijn op de maaidorsbe drijven beduidend groter dan op de binderbe drijven. In verband met een optimale benutting van de maaidorser wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke diversiteit bij de oogst: vandaar in deze streek relatief veel koolzaad, karwij en bieten zaad. De maaidorser kan dus over een lange periode worden gebruikt (van juni tot oktober). De teelt van bietenzaad (zowel van suiker- als voederbieten) is algemeen. Bij zware grond wor den de benodigde stekbietjes vaak verbouwd op de lichte grond. Bij aankoop komen deze poot- bietjes dan op 1,8 pf per stuk bij herfstlevering. Bij luchtgekoelde bewaring (meestal in de gebou wen) en een plantenaantal van ongeveer 35.000 per ha, komt op deze wijze het pootgoed op onge veer DM 700 a 800 per ha. De teelt van bietenzaad is een arbeidsintensieve aangelegenheid. Zo bedraagt de benodigde arbeid van 1 ha bieten 500 manuren. Het machinaal poten van de bietjes alleen vraagt reeds 100 man uren per ha. Op het gebied van de onkruidbestrijding is in de mechanische feer nog arbeidsbesparing moge lijk. Men zoekt voor dit gewas dan ook een trek ker met hoge bodemvrijheid, om maar zo lang mogelijk in dit gewas te kunnen blijven rijden. Het was opvallend dat men de arbeidsbesparing nog niet zocht in de chemische sfeer, terwijl deze bij de suikerbietenteelt bij ons toch snel populair wordt. Over de omstandigheden die de teelt van TULPEN op deze bedrijven verklaren, werd reeds geschreven. Het spreekt vanzelf, dat men voor een gewas dat veel kost, maar ook veel kan opbrengen (gemiddeld DM 16.000 per ha) veel aandacht besteedt aan het in ruime zin op te vatten klaarmaken van het land. Zo worden vaak tulpen verbouwd op land waar in het voorjaar een snede groenvoer (gras, kla ver en luzerne) voor de drogerij werd gewon nen en dat daarna gedurende een aantal maan den intensief wordt bewerkt (half braak). Ook na conservenerwten verbouwt men wel tulpen, maar de bewerkingsperiode van het land is dan korter. Door het gebruik van chemische onkruidbe strijdingsmiddelen (chloor-IPC) is dit gewas wat minder arbeidsintensief geworden. Vrij algemeen was in deze streek het gebruik van de Combi-Schmotzer, een trekkerwerktuigen- drager met een spoor- en werkbreedte van 3 m, die bij het zaaien, verzorgen en spuiten werd ge bruikt. Hierdoor de wielsporen steeds op dezelfde plaats. In ontwikkeling is een systeem van de aansluitrijen bij granen op een afstand van 40| cm van elkaar. De gangbare rijenafstand bij graan is hier overigens ±17 cm. Bedrijf van de heer Laul

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 12