Trekkers en werktuigen voor het gemengde
Land- en Tuinbouwbedlijf
DINGEN VAN DE
919
DEMONSTRATIE WALCHEREN
VRIJDAG 9 OKTOBER 1964
Zaai- en plantmachines. Er werden twee zaaimachines gedemonstreerd n.l.
de Thilot en de Stanhay. Beide machines bestaan uit z.g. zaai-elementen
die men in een willekeurig aantal naast elkaar kan plaatsen.
De Thilot werd met 4 elementen (4 rijen) gemonteerd achter een 8 pk Cut-
brod. Het zaaisysteem berust op het woelradprincipe en is geschikt voor
velerlei zaden. De prijs per element bedraagt 105,terwijl voor het raam
werk en de bevestiging ongeveer eenzelfde bedrag nodig is.
De Stanhay is een precisiezaaimachine met als verdeelsysteem een ge
perforeerd bandje. Op de demonstratie waren twee elementen bevestigd
achter een 6 pk Gutbrod trekker, een konstruktie van de heer C. J. Steketee
te Driewegen. Met deze machine kunnen ook diverse zaden worden gezaaid
zoals bieten, witlof en bonen. Het verdeelmechanisme dient bij de zaadgrootte
te worden aangepast. De prijs per* element bedraagt 380,
Verder werden drie plantmachines getoond; een 1- en een 2-rijige Löwe-
en een 3-rijige Accord machine. De machines werden gedemonstreerd door
telers die er regelmatig mee werken. Door een goede afstelling kwamen de
mogelijkheden goed tot uiting. De Accord plantmachine heeft twee dunne
metalen bladen waar de planten tussen gelegd worden. Bij dit systeem moet
de man op de plantmachine zelf de afstand regelen door sneller of minder
snel de planten in te leggen.
De Löwe heeft tussen twee metalen schijven rubber klepjes waar de plan
ten ingelegd worden. Het aantal klepjes en de draaisnelheid ervan geven
de plantafstand aan.
Door een kleine verandering aan de metalen platen aan te brengen is het
bij deze machine mogelijk om er aardappelen mee te poten.
De trekkracht die voor plantmachines nodig is, is niet groot. Voor een
éénrijige is 7 pk nodig en voor een tweerijige 10 a 12 pk. Met goed afgestelde
plantmachines kan in korte tijd veel werk worden verricht.
Tweewielige trekker met 2 elementen van Vicon-Steketee dunmachine.
Dunmachines. De bekende ontwerper en kon-
strukteur, de heer C. J. Steketee te Driewegen, gaf
met twee dunmachines een demonstratie. Deze
Vicon-Steketee rijendun- en wiedmachine is reeds
vele jaren bekend in de landbouw.
Nieuw was hier de z.g. tuinbouwuitvoering met
resp. 1 en 2 dunelementen achter een tweewielig
trekkertje. Evenals de normale landbouwuitvoe-
ring zijn deze machines geschikt voor diverse ge
wassen zoals bieten, erwten, witlof enz.
Deze werktuigen worden gebruikt voor onkruid-
bestrijding in de rijen en voor het dunnen van de
te dik staande gewassen.
Diverse werktuigen. Op het terrein waren nog
velerlei werktuigen. Zo zagen we o.m. de Struc
tural schudeg van het loonbedrijf Louwerse te Se-
rooskerke. Dit is een zwaar type beweegbare eg,
bestaande uit vier balken met vertikale rechte
tanden. De balken met tanden worden door mid
del van de aftakas heen en weer bewogen. Het is
reeds gebleken dat dit werktuig, ook op moeilijk
bewerkbare grond, in staat is om b.v. aardappel
land in één bewerking pootklaar te maken. Dit
biedt wellicht ook voor Walcheren wel enig per-
spektief, zeker in verband met de steeds toenemen
de mechanisatie bij de aardappeloogst.
Oogstmachines voor uien. Op het demonstratie
perceel werden uien gerooid met de Van Rumpt
uienrooimachine. Deze machine is voorzien van
vier rooi-elementen voorop de trekker. Achterop
dezelfde trekker is bij het nieuwe type een rui
mere zeefband gemonteerd. De gerooide uien wor
den door deze band opgenomen en uitgezeefd,
waarna het produkt in langszwaden weer op het
perceel terecht komt. Gemiddeld bedraagt de ka-
paciteit ca. 0.50 ha per uur; onder gunstige om
standigheden belangrijk hoger. Wenst men de
uien op deze wijze te oogsten, dan is de beste rijen-
afstand 33 cm. Tevens is het gewenst om dan te
zaaien met vier pijpen of een veelvoud van vier,
dus b.v. 8 pijpen.
Dit in verband met een goede aansluiting van
de rooimachine bij het te velde staande gewas.
In dit verband wordt de aandacht gevestigd op
de genormaliseerde 2.64 m zaaimachine waarmee
uien met 8 pijpen op 33 cm gezaaid kunnen wor
den. Nauwkeurig zaaien is steeds nodig; dat geldt
ook voor de aansluitrijen.
Voor het machinaal rooien van plantuien en
picklers was eveneens een Rumptstad rooimachine
aanwezig. Deze kon echter niet werken omdat
ter plaatse geen plantuien aanwezig waren. Deze
machine is uitgerust met zes rooi-elementen.
Evenals bij de vorengenoemde machine bestaan
de werkende delen uit schijven, die echter een
and'ëre konstruktie en stand hebben. Ook hierbij
is nauwkeurig zaai werk vereist terwijl de rijen-
afstand 25 cm moet bedragen. Ook werden zaai-
uien gerooid met een Weha bietenlichter. Een
paard diende daarbij voor trekkracht, terwijl per
werkgang één rij uien werd losgemaakt. Vooral
onder droge omstandigheden wordt hiermee het
handwerk aanzienlijk verlicht.
Met goed afgestelde plantmachines kan in korte
tijd veel werk worden verricht. Op de foto een
éénrijige plantmachine in aktie.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de hier aanwe
zige grotere en duurdere werktuigen niet direkt
bedoeld zijn voor individuele aanschaffing. Wenst
men ze wel op het eigen bedrijf te gebruiken, dan
is gezamenlijk gebruik mogelijk. Indien een loon
bedrijf over de benodigde werktuigen beschikt,
kan dat uiteraard worden ingeschakeld.
R. L. V. D.
Goes J. T. ANDRINGA.
R. T.V. D. A. v. d. VRIE
Dc Rumptstad uienrooimachine leverde op de
demonstratie uitstekend werk. Voorop de trekker
zijn de rooielementen gemonteerd. Achter de
trekker is een roosterketting aangebracht waar
door de gerooide uien worden opgenomen en de
losse grond uitgezeefd wordt. Een extra rol boven
deze ketting (rechts op foto) zorgt voor een betere
opname van het gewas.
DE eerste aanvoeren van goudreinette hebben
plaatsgehad en we moeten zeggen dat de
prijs ons niet tegengevallen is. De meest gevraagde
grote maten deden tussen 25 en 30 cent per kg
en voor de kleine maten werd tussen 15 en 20
cent per kg betaald.
Een gunstig teken vonden we het dat reeds
deze eerste aanvoerdag veel goudreinette werd
gekocht voor uitvoer naar West-Duitsland en
Frankrijk. Het is bekend dat de oogst in deze lan
den niet groot is en hopelijk zal dit begin van de
goudreinette-export naar deze landen gevolgd
worden door een grotere en verdere uitvoer. Dat
is in de eerste plaats belangrijk voor de prijsvor
ming in deze weken bij ons maar het is niet min
der belangrijk voor de fustvoorziening in de ko
mende weken. Al het fruit dat wordt uitgevoerd
gebeurt immers in eenmalig fust en hierdoor ko
men onze veilingkisten leeg. Het zit al enige
weken moeilijk met de fustvoorziening op de vei
lingen maar we kunnen niet zeggen dat er reeds
schade is geleden door het niet aanwezig zijn van
fust. Het rouleert door de buitenlandse vraag op
het ogenblik snel en hoewel er enorm veel kisten
nodig zijn, is toch nog steeds vrij goed aan de
vraag voldaan kunnen worden, zij het ook dat het
aan de veilingbesturen en direkties veel hoofd
brekens heeft gekost en nog kost.
Gelukkig hebben we nog vrijwel nergens in de
boomgaarden fruit op stro zien. liggen, een ver
schijnsel dat we in de fruitteelt in het verleden
maar al te goed kenden. Het storten van fruit
komt de kwaliteit niet ten goede en daarom moet
dat worden voorkomen, zeker in dit jaar waarin
het voor honderd procent op de kwaliteit aan
komt. We zien namelijk nog steeds dat het onder
eind van onze appel- en pere-oogst vrijwel niet te
verkopen is, althans niet voor verse consumptie.
Gelukkig nemen de fabrieken veel appels af en
hierdoor vindt er vrijwel geen doordraai plaats
maar een prijs van 89 cent per kg is te laag,
daar kan geen fruitteler van blijven bestaan.
Wanneer men slechts voor een klein deel in deze
lage prijzen valt dan gaat het nog wel. Gekker
wordt het wanneer vrijwel alle aanvoer van een
bepaald ras daarin terecht komt. Er zijn telers die
de moeite nemen om rassen als Bramley's Seed
ling, Jack Lebel en zelfs Glorie van Holland te
sorteren en dan een prijs krijgen die lager ligt
dan voor de gewone kroetappels.
Een gekke situatie maar ze doet zich voor. In
verband hiermede wilden we elke fruitteler wij
zen op deze prijzen van de mindere kwaliteiten
en het ondereind. Het kan geld opbrengen wan
neer men deze zonder meer naar dc kroetbloc
brengt. We weten dat men dit niet graag doet als
fruitteler maar het kan toch verstandig zijn. Het
sorteren kost immers ook geld en dikwijls komt
dat er voor de niet gevraagde rassen niet uit.
In dit verband willen we ook nog eens wijzen
op het brengen van kroet en minder gevraagde
kwaliteiten in gas- en koelcellen. We hebben de
indruk dat steeds meer telers hun fruit voor het
koelhuis eerst sorteren. Dit is zeer verstandig
want op het ogenblik kopen de fabrieken nog vol
op fruit maar niemand weet hoe dat over enkele
maanden zal zitten en de kosten van het koelen
liggen toch te hoog om ze aan fabrieksfruit te be
steden. Daar zien we werkelijk geen brood in.
Het is noodzakelijk dat er enkel goed fruit de
koelhuizen in gaat. Het lijkt er op dat de telers
ook steeds meer van deze noodzaak doordrongen
raken en dat is gelukkig want het is een belang
rijke zaak. In de komende weken zal de pluk van
het koelhuisfruit alle mogelijke aandacht moeten
hebben.
Tot de volgende week.