Rede van Dr. Mansholt op het C.I.C.A.-congres
m
J. A, Stols - St. Phiiipsland
Officier in de Orde van
Oranje Nassau
De nieuwe
Landbouwzaaizaad A. T. V.
Voorlopige oogstraming van
tarwe, haver, mengsels van
granen, kanariezaad en
fabrieksaardappelen
Nogmaals: Landbouwbegroting 1965
VRIJDAG 2 5 SEPTEMBER 19 5 1
TER gelegenheid van het gonden jubileum van
de Koninklijke Vereniging „Het Nederland-
sche Trekpaard" is de voorzitter van „Het Trek
paard" de heer J. A. Stols onderscheiden tot Offi
cier in de Orde van Oranje Nassau. Hij ontving
deze onderscheiding aan het diner dat ter gelegen
heid van het 50-jarig jubileum in Den Bosch in de
veehallen gegeven werd. De minister van landbouw
en visserij mr. B. W. Biesheuvel speldde de onder
scheidene de versierselen behorende bij deze onder
scheiding op de borst, in zijn toespraak op het vele
verdienstelijke werk wijzend dat de heer Stols in
de loop der jaren op een breed terrein voor de
landbouw heeft verricht. De heer Stols is reeds
ruim 10 jaar voorzitter van „Het Trekpaard".
Daarnaast is de heer Stols meer dan 25 jaar lang
voorzitter van de Afd. St. Phiiipsland der Z. L. M.
geweest en heeft vanaf 1945 tot en met 1958 zit
ting' gehad in het Hoofdbestuur der Z. L. M.
De heer Stols is, na 11 jaren bestuurslid te zijn
geweest, al weer 25 jaar voorzitter van de Coöpe
ratieve Landbouwvereniging St. Phiiipsland*
Tevens is hij voorzitter van de Coöperatieve Boe
renleenbank en de Coöperatieve weegbrug te St.
Phiiipsland. En als laatste willen wij nog vermel
den dat hij bestuurslid Is van het waterschap St.
Phiiipsland.
Bij de vele gelukwensen, die de heer Stols ter
gelegenheid van het toekennen van de hoge onder
scheiding mocht ontvangen, willen wij gaarne de
onze voegen.
Van harte gelukgewenst!
TO ALS wij reeds In ons nummer van 28 augus-
tus in het kort meldden is tussen ver
tegenwoordigers van de Vereniging voor de Han
del en Landbouwzaaizaden, de Nederlandse Kwe-
kersbond en van het Landbouwschap overeenstem
ming bereikt over de nieuwe landbouwzaaizaad
A. T. V. Zo spoedig mogelijk zal deze nieuwe A. T.
V. in druk verschijnen. Het zal echter nog wel even
duren voor dit drukwerk gereed is.
De volgende week zullen wij in ons blad een
samenvatting van e.e.a. pnbliceren. Mocht men,
omdat het tijdstip voor het afsluiten van contrac
ten op basis van deze nieuwe A. T. V. nadert, vóór
die tijd reeds nadere inlichtingen hieromtrent wen
sen, dan adviseren wij U kontakt op te nemen met
het secretariaat.
IIET C. B. S. heeft de uitkomsten gepubliceerd
van de voorlopige oogstraming, welke op 10
september J.I. is gehouden.
Van tarwe wordt de produktie voorlopig ge
raamd op 718.000 ton, hetgeen ruim 187.000 ton
of 35 meer is dan verleden jaar. Deze toename
is zowel het gevolg van de areaaluitbreiding als
van een te verwachten gunstige opbrengst per ha,
welke 13 hoger ligt dan in 1963 en 17 hoger
dan het tienjaarlijkse gemiddelde. Van de win
tertarwe wordt het gemiddeld rendement geschat
op 5070 kg ha en van de zomertarwe op 4350
kg/ha.
Van haver en mengsels van granen worden klei
nere oogsten verwacht dan verleden jaar resp.
410.000 ton 3 en 119.000 ton 18
De verminderingen kunnen geheel worden toe
geschreven aan de sterke inkrimping van de area
len van deze gewassen.
De 200 ha, welke in 1964 beplant zijn met kana
riezaad, zullen waarschijnlijk nog een totale oogst
kunnen leveren van 480 ton.
De produktie van fabrieksaardappelen wordt
voorlopig geraamd op 1.430.000 ton tegen 1.299.000
ton in 1963 10 Van de reeds grotere opper
vlakte wordt namelijk bovendien een gemiddeld
rendement verwacht van 32.900 kg/ha, hetgeen
8 hoger is dan verleden jaar en 17 hoger
dan het tienjaarlijks gemiddelde.
TE Scheveningen werd in de week van 712 september het internationale congres gehouden van de
C. I. C. A., de federatie voor landbouwkrediet. Het was het negende en werd georganiseerd door
de beide Nederlandse Centrale landbouwkrediet-instellingen, de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht en
de Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Enige h onderden gasten uit de Europese landen waren hier
bijeen.
Hoogtepunten waren ongetwijfeld de redevoeringen van de Minister van Landbouw en Visserij, Mr.
Biesheuvel, en van Dr. S. L. Mansholt, Vice-President van de Europese Commissie. Vooral de laatst
genoemde 'spreker besteedde aandacht aan het land bouwbeleid in de E. E. G.
Daar nieuwe maanden van onderhandelen voor de deur staan en er enkele belangrijke kwesties be
slist moeten worden, is het van belang te weten hoe de Europese kommissaris, belast met de agra
rische vraagstukken, over een en ander denkt.
De heer Mansholt begon met nogmaals de bewe egredenen uiteen te zetten, waarom hij een spoedige
beslissing van de Raad van Ministers inzake de graanprijzen noodzakelijk acht. Ofschoon deze beweeg
redenen wel bekend kunnen zijn, is het onzes inziens nuttig, hen nog eens op een rij te zien.
1. Het wordt de hoogste tijd, dat de boeren in alle
streken van de E. E. G. weten waar zij met de
graanprijzen aan toe zijn. Hun produktie kun
nen zij er dan op in stellen en dit geldt niet al
leen voor de granen zelve, maar zeker ook voor
de veredelingsproduktie, waarvoor de granen
immers de grondstof vormen.
2. Slechts door één gemeenschappelijke graanprijs
kan een werkelijk vrije markt ontstaan. Wij
moeten deze vrije markt in landbouwprodukten
vóór 1970 tot stand brengen. Het is dus nodig
zo spoedig mogelijk tot gelijke graanprijzen te
komen. Daar wij in de zes landen reeds het
zelfde marktmechanisme hebben, is het slechts
het verschil in prijzen, dat nog een belemme
ring vormt.
3. De landbouw moet zorgen bij de economische
eenwording niet op de industrie achter te ge
raken. In de industriële sector, waar de invoer
rechten de voornaamste handelsbelemmering
vormen, zijn deze douanetarieven reeds tot
40 van hun oorspronkelijke hoogte afge-^
broken.
Het ziet er naar uit, dat ook dit laatste gedeelte
vrij snel zal worden afgebroken. Er is dan tus
sen de zes een vrije markt in industriële goede
ren tot stand gekomen. Wanneer dit niet tege
lijkertijd voor de belangrijkste landbouw
produkten geschiedt, ontstaan er scheve ver
houdingen. Duitse industrieprodukten kunnen
dan vrij Frankrijk en Nederland binnen, terwijl
(de zo belangrijke agrarische uitvoer van deze
landen naar Duitsland) nog aan belemmeringen
onderhevig is. Dit zou ernstige interne spannin
gen kunnen oproepen. De belangrijkste stap
naar een vrijmaking van het interne handels
verkeer in landbouwprodukten is het gelijk
maken van de graanprijzen, daar de onderlinge
heffingen voor veredelingsprodukten dan ook
voor het grootste deel kunnen vervallen. Deze
heffingen bestaan immers voornamelijk uit een
bedrag, berekend op grond van het verschil in
de prijzen van de voedergranen.
4. Voor het bepalen van een juiste houding tegen
over de derde landen (buiten de E. E. G.is het
nodig een werkelijk gemeenschappelijk land
bouwbeleid te hebben. Er moeten in de Kennedy-
ronde, waarover de komende maanden en mis
schien jaren te Genève in het verband van de
Algemene Overeenkomst voor Tarieven en Han
del (G. A.T.T.) onderhandeld gaat worden,
zaken gedaan kunnen worden vooral met Ame
rika, maar ook met landen als Canada, Austra
lië, Nieuw-Zeeland en Engeland. De Europese
Commissie, die deze onderhandelingen namens
de E. E. G.-landen voert, moet weten waar zij
aan toe is. Zoals bekend is het doel van de
Kennedy-ronde de wereldhandel te verruimen
met inbegrip van de landbouwprodukten, door
middel van vermindering van de bestaande
handelsbelemmeringen.
MANSHOLT-PLAN NIET REËEL
UIT al deze overwegingen putte Dr. Mansholt
het vertrouwen, dat de Raad van Ministers
in de komende herfstmaanden een beslissing zal
nemen over de voorstellen tot gelijkmaking van
de graanprijzen, die bekend zijn onder de naam
„Mansholtplan".
Toch zal het onzes inziens de vraag zijn of de
heer Mansholt zijn zin krijgt. Want zoals men
weetis een zeer belangrijk onderdeel van zijn
voorstel de verlaging van de Duitse en Luxem
burgse graanprijzen, een verlaging van de Ita
liaanse tarweprijs en een verhoging van de
Franse graanprijzen met een verhoging van de
Italiaanse voer gr aanprijs. Het wil ons namelijk
hoe langer hoe meer voorkomen, dat een voor
stel tot verlaging van prijzen voor landbouw
produkten in deze tijd van stijgende welvaart
voor grote delen van de Westeuropese volkeren
en van stijgende kosten niet reëel is.
Zelfs met compensaties voor de boeren wier in
komen gaat dalen, compensaties die een aflopend
karakter hebben, lijkt het voorgestelde systeem
niet alleen niet billijk, maar politiek niet haalbaar.
Reeds heerst ér ontevredenheid onder de Duitse
boeren een belangrijk element voor de ver
kiezingen van volgend jaar over een onvoldoen
de inkomen.
De Duitse graanprijzen werden de laatste 10
jaren niet meer verhoogd. Over de ernstige on
tevredenheid onder de Franse boeren zwijgen wij
hier maar.
Vandaar, dat de vraag onzes inziens ernstig
onder de ogen gezien moet worden of men niet op
een andere, minder snelle wijze, het doel van de
ene prijs zal dienen te verwezenlijken. Bij een
fixeren van de hoogste prijzen (de Duitse) komen
de andere er vanzelve dicht naar toe.
MARKTORDENING TUINBOUWPRODUKTEN
DEN tweede belangrijk punt, waar Dr. Mansholt
over sprak, was de voorgestelde marktorde
ning voor een achttal tuinbouwprodukten. Het
voorstel door de Europese Commissie bij de Raad
van Ministers, behelst de bevordering van het op
richten van producenten-organisaties en het liefst
door deze uit de markt te houden van overschot
ten, die de marktprijs zeer ongunstig beïnvloeden.
Dit voorstel, waarin men gedeeltelijk het Neder
landse veilingsysteem in herkent, evenwel met
enkele belangrijke verschillen, wordt op het ogen
blik ernstig door landbouw- en vakorganisaties
bestudeert. Wij hopen er te zijner tijd op terug te
komen.
Het bleek echter uit de woorden van Dr.
Mansholt, dat dit voorstel wel eens een wijdere
strekking kan hebben dan de genoemde tuin
bouwprodukten. Want wanneer werkelijk door
de Brusselse instanties dit voorstel gedacht
wordt als een voorbeeld voor bijvoorbeeld de.
veredelingssector, dan dienen de gevolgen zeker
ernstig overwogen te worden. Want uit de
markt nemen van varkensvlees en eieren met
alles wat daaraan vast zit kent men in geen
van de zes landen.
SCHLINGEMANN.
(Vervolg van le pag.)
wijs, het onderzoek en voorlichting. Ten aanzien
van de lagere landbouwscholen wordt medege
deeld dat zal worden voortgegaan met het Sane-
ringsbeleid. De vernieuwing van de Middelbare
Landbouwscholen door middel van het experiment
met een zwaarder programma zal worden voort
gezet. Verder stelt men zich voor bedrijfs-econo-
mische vervolgcursussen Middelbare Land- en
Tuinbouwscholen te bevorderen. Gezien het grote
belang van de bedrijfseconomie lijkt ons dit een
kwestie die met belangstelling van de zijde van
het bedrijfsleven gevolgd dient te worden.
Als belangrijkste mededeling over het landbouw
kundig onderzoek kan worden gezien het feit dat
aandacht wordt besteed aan een grotere regio
nale decentralisatie bij het praktijkonderzoek.
Hierdoor zal dan kunnen worden bijgedragen
aan een zo snel mogelijke verwerking van de uit
het onderzoek naar voren gekomen gegevens tot
voor de praktijk bruikbare werkmethoden.
De landbouwvoorlichting zal zich, indien we de
stukken goed lezen, verder in een richting ont
wikkelen die al enige tijd geleden is ingeslagen.
T.a.v. het apparaat van de R. L. V. D. zal vooral
de aandacht worden besteed aan een kwalitatieve
verbetering. Daarnaast zal de voorlichting door de
organisaties zelf gegeven, verder worden gesti
muleerd. Ten aanzien van de landbouwvoorlich
tingsraden is de opmerking opgenomen dat de taak
en samenstelling zullen worden bezien. Er mag
worden verwacht dat over dit punt spoedig over
eenstemming zal worden bereikt.
Over het geheel genomen kan de begroting
1965 als een rustig stuk worden aangemerkt,
met als belangrijkste wijziging een verheugen
de verruiming voor het structuurbeleid. Niet
temin zijn er nog vele vragen. Vermoedelijk zul
len bij de komende behandeling in 't parlement
verschillende onderwerpen nog wel nader be
licht worden.
Laten we hopen dat het beleid in 1965 er in
belangrijke mate toe zal bijdragen dat de Neder
landse landbouw zich in deze periode van in
grijpende wijzigingen zoals de Memorie van
Toelichting het noemt gunstig ontwikkelt.
Pr.