Naar Amerika in 1965
883
Bezoekt de
P.J.G.-wedstrijdendag
te Schoondijke
P. J. G.
Korte wenken
(Vervolg van K N L C - pagina)
Jaarverslag 1963 Borgstellingsfonds voor de Landbouw
VRIJDAG 2 5 SEPTEMBER 1934
**BL
Ook in 1965 zullen er voor plattelandsjongeren
weer diverse mogelijkheden bestaan om een bezoek
aan Amerika te brengen. In 't algemeen zullen de
candidaten aan bepaalde eisen moeten voldoen zoals
aangegeven. Bijzonderheden betreffende enkele mo
gelijkheden leest u in onderstaande.
INTERNATIONAL FARM YOUTH EXCHANGE
(I.F. Y.E.)
De organisatie is in handen van de National 4-H
Club Foundation, Washington D. C. Het programma
gaat uit van de overtuiging, dat begrip voor mede
mensen het fundament is voor wereldvrede. Door
de plattelandsjeugd gelegenheid te geven een andere
levenswijze te leren kennen door die zelf te beleven
bevordert dit programma de betere verstandhouding
tussen de verschillende volkeren. Ongeveer 50 lan
den uit de gehele wereld nemen aan dit programma
deel. De deelnemers hebben een „goodwillmissie" te
vervullen; het meewerken in de huishouding en op
de bedrijven waar men wordt geplaatst is wel in het
programma opgenomen, doch het hoofddoel blijft het
contact met de omgeving van het bedrijf.
Aan de deelnemers (zowel jongens als meisjes)
worden vrij hoge eisen gesteld. Men bezoekt twee
staten terwijl men betrekkelijk korte tijd op hetzelf
de bedrijf verblijft. Er moeten veel lezingen over
Nederland worden gehouden. Een goede kennis van
de Engelse taal is een absolute vereiste terwijl de
deelnemers aktief werkzaam dienen te zijn in een
plattelandsjongeren- resp. plattelandsvrouwenorgani
satie. Minimale opleiding: U. L. O. Min. leeftijd 21
jaar.
De reisduur zal ongeveer 6 maanden zijn en het
vertrek zal omstreeks mei 1965 plaats vinden
De kosten bedragen ongeveer 1600. Dank zij een
subsidie van „Caltex Nederland" kan aan degenen
die deze kosten niet zelf kunnen dragen een tege
moetkoming worden verstrekt.
Men ontvangt een zakgeld, neerkomende op 1 dol
lar per dag. Uiteraard geniet men kost en inwoning
op de bedrijven. Alle reis- en verblijfkosten die moe
ten worden gemaakt in Amerika worden vanaf de
aankomst in Washington D. C. tot de dag van ver
trek voor de deelnemers betaald.
MINNESOTA EXCHANGE STUDENT PROGRAM.
Georganiseerd door de University of Minnesota, St.
Paul, met als doel het kennisnemen van de praktische
landbouwmethoden in de Staat Minnesota onder su
pervisie van de Universiteit. Men zal flink moeten
meewerken. Men verbindt zich 9 maanden op een
bedrijf te werken waarna men een 3-maandelijkse
cursus aan de Universiteit volgt.
(Technical certificate Px'ogram in Agriculture).
Men leeft gedurende die tijd werkelijk als student in
de campus dormitories. Een diploma wordt na de
cursus uitgereikt. De eisen waaraan, om deel te
kunnen nemen, voldaan moet worden, zijn: algemene
ontwikkeling 'op basis van minimaal U. L. O.-oplei-
ding. Voorts tenminste middelbare landbouwschool
ondernemer zijn, de investering moet in de be
drijfssituatie passen en direkt of indirekt de ren
tabiliteit verbeteren, het bedrijf moet aan de on
dernemer een redelijk bestaan opleveren en ten
slotte moet worden aangetoond, dat voor de be
oogde investering medewerking van het Borgstel
lingsfonds nodig is. Van de aanvullende voorwaar
den zijn de voornaamste: le. Redelijke dekking van
normale bedrijfsrisico's door verzekeringen; 2e. Het
voeren van een goede boekhouding; 3. Voorzover
mogelijk het verlenen van zekerheid voor de ver
leende borgstelling.
Het is opmerkelijk, dat een relatief niet onbe
langrijk aantal agrariërs niet aan deze normen kan
voldoen. Verleden jaar moesten 22 op de 100 aan
vragen van landbouwers en 13 op de 100 van tuin
bouwers worden afgewezen omdat zij zelf zeker
heid voor de lening konden stellen, dan wel om
dat het bedrijf te klein of te zwaar belast was. Ook
doen zich nogal eens bezwaren voor in de persoon
lijke sfeer, b.v. onvoldoende vakbekwaamheid.
De boeren en tuinders komen over het algemeen
hun betalingsplichten goed na; in het algelopen
jaar is op de „geborgde" leningen 17 miljoen af
gelost, waarvan 4 miljoen extra. De lopende ver
plichtingen aan borgstellingen bedroegen einde
1963 in totaal 136.370.454,waaraan rond 62
miljoen in de sektor akker- en weidebouw en ruim
68 miljoen in de sektor tuinbouw. Aan schade
gevallen werd in dat jaar 43.000,betaald, het
geen tegenover (ie lopende verplichtingen bijzon
der weinig is.
en ruime praktische ervaring. Het moet vaststaan,
dat men na terugkomst weer in het boerenbedrijf
gaat werken. Slechts jongens kunnen deelnemen.
Min. leeftijd 21 jaar. De reisduur is minimaal 1 jaar.
Het vertrek is ongeveer half maart 1965. De kosten
bedragen ongeveer 1600 a 1800. Alle reis- en ver
blijfkosten tot St. Paul en terug moet men zelf be
talen. Tijdens werken op bedrijf krijgt men een be
loning van 125 dollar per maand -f- kost en inwoning.
Hiervan mag 25 dollar vor zakgeld worden aange
wend terwijl de rest wordt bewaard op de Univer
siteit. De kosten van de cursus worden hiervan in
gehouden terwijl men het restant na afloop terug
ontvangt. Deze kosten worden (alles inbegrepen)
geschat maximaal 500 dollar.
TRAINEE-PROGRAMMA AMERIKAAN SE
MINISTERIE VAN LANDBOUW.
Georganiseerd door het United States Department
of Agriculture, met als doel aan jonge plattelanders
de gelegenheid te bieden kennis te nemen van het
Amerikaanse landbouw-, veeteelt-, gemengde- en
tuinbouwbedrijf. Er wordt volledig meegewerkt op
het bedrijf. Hoewel ook in dit programma de nadruk
op het werken op het bedrijf ligt wordt voldoende
gelegenheid gegeven om ook buiten het bedrijf ken
nis te nemen van het Amerikaanse plattelandsleven.
De eisen waaraan voldaan moet worden zijn: een
goede algemene ontwikkeling, redelijke kennis van de
Engelse taal en langdurige praktische ervaring.
Deelname praktisch alleen voor jongens; bij uitzon
dering kunnen in bepaalde gevallen ook meisjes wor
den geplaatst. Min. leeftijd 18 jaar. De reisduur is
6 maanden of langer en het vertrek is gepland in het
voorjaar 1965. De kosten bedragen ongeveer 1600
2000, afhankelijk in welk deel van de U. S. A.
men wordt geplaatst. Alle reis- en verblijfkosten tot
het bedrijf (via Washington D. C.) en terug moet men
zelf betalen. De beloning is 60 tot 80 dollar per
maand, soms meer. Een gedeelte van de kosten kan
men in de U. S. A. oversparen.
TRAINEE-PROGRAMMA
NEDERLAND-AMERIKA INSTITUUT.
Georganiseerd door The Netherlands-America
Foundation te New York, biedt dit programma aan
jonge vakbekwame Nederlanders gelegenheid om een
zgn „trainee-ship" te vervullen op een Amerikaans
landbouwbedrijf, teneinde daardoor bredere prakti
sche ervaring en bekwaamheid te verkrijgen met de
werkwijze en omstandigheden op hun terrein in de
Verenigde Staten. Er bestaan mogelijkheden voor
vee-, akkerbouw-, gemengde- en tuinbouwbedrijven.
Het bestuur verwacht, dat de vraag naar de
medewerking van het Fonds groter zal worden.
Deze verwachting steunt op de overweging, dat
het verschil verder zal uiteenlopen tussen de geld
sommen, nodig voor moderne bedrijfstoerusting en
de zekerheden, welke de ondernemers aan de bank
kunnen bieden. Zelfs als de banken op ruimere
wijze krediet geven zullen velen (daarbij is in de
eerste plaats aan de pachters te denken) de finan
ciering van hun plannen tot verbetering van het
bedrijf niet rond kunnen krijgen zonder de hulp
van het Borgstellingsfonds. Het Fonds is bereid
deze grotere medewerking te verlenen, al wordt
zijn taak er niet eenvoudiger door. Want het aan
vaarden van zwaardere borgstellingsverplichtingen
voor grotere investeringen maakt het noodzakelijk
zwaardere eisen te stellen aan de capaciteiten van
de ondernemer en het produktievermogen van het
bedrijf, op basis waarvan de vereiste rentabiliteit
van de onderneming moet worden verkregen. Het
groter risico moet op redelijke wijze aanvaard kun
nen worden. In wezen brengt dit echter geen ver
andering in de doelstelling, taak en werkwijze van
het Fonds. De doelstelling blijft onveranderd de
bevordering van de ontwikkeling van de Neder
landse landbouw, in het bijzonder door de ver
hoging van de produktiviteit en de rentabiliteit
der agrarische bedrijven. Iedere goede boer en
tuinder, die met een goed plan komt, kan bij ver
wezenlijking van zijn plan in overleg met zijn
bank hulp van het Fonds verkrijgen, mits hij aan
de normen en richtlijnen voldoet.
in de gebouwen van de Landbouwpraktijk-
school op ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1964.
Prov. kampioenschap trekker behendigheid
Bloemen- en fruitschikken
Fotoherkenning
Onkruidenherkenning
Spatwerk
Pannekoeken bakken
Doorlopende filmvoorstelling
enz. enz.
's Avonds prijsuitreiking en groot W e e n s
Bal, georganiseerd door de streek West
Zeeuws -Vlaanderen.
Ook oud-leden, Z. L. M.-ers en Plattelands
vrouwen van harte welkom
Aanvang van de wedstrijden 2 uur n.m.
Uitdrukkelijk wordt er op gewezen dat de nadruk op
het werken op het bedrijf ligt. De eisen voor deze
stage zjjn: U. L. O. of daarmee gelijkgestelde oplei
ding en middelbare landbouwschool. Goede kennis
van de Engelse taal, met name op vakgebied. Eén
of meer jaren praktische ervaring na de voltooide
opleiding. Alleen jongens kunnen deelnemen. Min.
leeftijd 21 jaar. De reisduur is 1 jaar of langer en
het vertrek in het voorjaar 1965. De kosten liggen
tussen ongeveer 16002000, afhankelijk in welk
deel van de U. S. A. men wordt geplaatst. Alle reis-
en verblijfkosten tot het bedrijf en terug naar Ne
derland moet men zelf betalen. De beloning is niet
precies aan te geven. In ieder geval kan men alle
kosten van de reis heen en terug volledig terugver
dienen in de U. S. A. Men moet zelf zorgdragen voor
de financiering van de heenreis. In bepaalde gevallen
kan vanwege het N. A. I. hierbij de helpende hand
worden geboden.
Opgave voor deelneming zo spoedig mogelijk doch
uiterlijk 1 december 1964, bij de plattelandsjonge
renorganisatie of plattelandsvrouwenorganisatie
waarvan men lid is dan wel bij het Centraal Comité
voor uitwisseling van Jonge Boeren en Tuinders,
Prins Mauritsplein 23, Den Haag, tel. 070512541.
KRING THOLEN EN ST. PHILIPSLAND.
Cursusprogramma 1964 in de lagere Land- en
Tuinbouwschool te Scherpenisse.
1. 2-jarige algemene tuinbouwcursus.
2. motorengebruik (theorie en praktijk)
3. boekhouden.
in de Lagere Tuinbouwschool te Kapelle.
4. schakelcursus bloementeelt (zeer spoedige op
gave gewenst.)
Opgave voor deelname bij het hoofd der Lagere
Land- en Tuinbouwschool, Laban Deurloostraat 31 te
Scherpenisse, vóór 15 oktober a.s.
pLOEG voor wintertarwe de grond minstens
20 cm diep om een goede waterberging in
de bouwvoor te verkrijgen. Vooral voor de lich
tere gronden geldt dat het zaaibed niet te fijn
mag worden gemaakt om verslempen te voorko
men. Wanneer U daarnaast ook nog ontsmet zaai
zaad gebruikthebt U ai heel wat gunstige fac
toren geschapen om het tarwegewas goed door de
winter te helpen.
r\E meest geschikte zaaitijd voor de winter-
-1-, tarwe is half oktober. Begin oktober zaaien
geeft vooral op lichte grond meer kans op voet
ziekte. Wordt de tarwe half november gezaaid
en dit geldt speciaal voor het ras Ibis dan wil
deze in het voorjaar slecht aan de groei komen.
Decemberzaai is dan beter waarbij het gewas „op
de korrel" de winter ingaat.
f)E meest gangbare tarwerassen hebben onge-
veer evenveel zaaizaad nodig. Bij vroege
zaai is op kleigrond met een goede structuur 150—
160 kg zaaizaad per ha voldoende. Laat de struc
tuur van de grond veel te wensen over dan is
190200 kg zaaizaad noodzakelijk. Naarmate la
ter in het seizoen wordt gezaaid moet meer zaai
zaad worden gebruikt, bij laat in het najaar zaaien
zelfs 3040 kg meer dan bij zaai in oktober.
ZOWEL vers als ingekuild is het bietenloof een
prima voer. De koppen en blad van de
vroegste oogst lenen zich het beste voor inkuilen
de late voor verse voedering. In het begin is het
land meestal droger en het gevaar voor aankleven
de grond kleiner waardoor de kuil eerder slaagt.