DINGEN VAN DE WEEK
873
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1 ft 6 4
fruitteelt
ekomst in zit.
nbelang'rijkste,
sterke uitbrei-
grond,
kans in de
akkerbouwer,
m te bevelen,
k. om een rela-
>dig is om een
fruitteeltbedrijf te stichten, van de boerderij af te
nemen. Zo zijn dan ook de meeste fruitteeltbedrij-
ven te vinden als onderdeel van grote landbouw
bedrijven of een afsplitsing daarvan.
WAT WORDT ER GEPLANT?
De grond in Zeeuws-Vlaanderen is voor een
groot gedeelte goed tot zeer goed geschikt voor
de aanplant van zwakke onderstammen. Er wordt
dan ook overwegend gebruik gemaakt van type IX
voor appels en kwee voor peren.
Het rassensortiment is niet groot en naast een
beetje Jonathan en Schone van Boskoop in de
oudere bedrijven, bestaat het sortiment appels
hoofdzakelijk uit Cox's Orange Pippin, Golden
Delicious, James Grieve, Stark Earliest en nog
wat Tijdeman's Early Worcester.
Bij de peren, die echter nog geen 20 van de
oppervlakte uitmaken, maar waarvoor de be
langstelling toch wel stijgt, zijn het vooral Confe
rence en Doyenne du Cornice, die aangeplant wor
den. Verder wat Précose de Trévoux, Beurré
Hardy en ook Beurré Alexander Lucas komt nog
al wat voor. Pruimen zijn totaal van geen beteke
nis.
VAKKENNIS
Zoals in oudere fruitcentra in het verleden al
een kern gevormd is van geschoolde telers en
personeel, vindt men in Zeeuws-Vlaanderen niet.
Bijna iedereen die met fruitteelt begint is een
volkomen leek op dit gebied. Dit heeft zijn vóór-
en nadelen. Nieuwere ideeën vinden gemakkelijk
ingang, conservatisme hoeft niet overwonnen te
worden en de vraag naar voorlichting is intensief.
Daar staat tegenover dat met de meest eenvoudige
dingen fouten gemaakt kunnen worden, waardoor
de schade nogal eens leermeester moet zijn.
Wel wordt voor bijna 100 de Fruitteeltvak
school te Philippine bezocht door diegenen, die
willen gaan planten. Het is echter niet mogelijk
om op een school een vak grondig te leren. Dit
zal de praktijk moeten doen. Het zijn ook hoofd
zakelijk de werkgevers die deze school bezoeken.
Hierdoor gaat er langzamerhand een gebrek komen
aan geschoold personeel, dat in de komende jaren
wel eens tot ernstige gevolgen zou kunnen leiden.
Veel telers merken zelf, dat hun kennis van het
vak nog te gering is. Om hierin tegemoet te ko
men zijn enkele jaren terug drie studieclubs op
gericht, waarmee in de zomer praktische avond
excursies worden gehouden, terwijl in de winter
maanden aandacht wordt besteed aan de snoei
en actuele problemen worden besproken.
DE AFZET VAN HET FRUIT
Tot voor enkele jaren gaf de verkoop van het
fruit uit Zeeuws-Vlaanderen nog de nodige moei
lijkheden.
De kwantums die aangeboden werden waren
te klein, zodat de handel geen belangstelling had.
Het was toen ook dat er fruittelers lid werden
van een veiling op Zuid-Beveland of in Rotterdam
(Z. H. E.), terwijl men er ook toe overging om
fruit op het hout te verkopen.
Een zeer goed idee is het geweest om, in samen
werking met de veiling te Krabbendijke het voor
export geschikte fruit daar te gaan veilen. Hier
door kon men ook in Zeeuws-Vlaanderen de lan
delijke prijs halen. Gelukkig zijn deze manieren
van afzet niet meer nodig.
Door de uitbreiding van het areaal is de aan
voer in die mate toegenomen dat er een aanbod
is van voor de handel aantrekkelijke partijen.
Al het aangevoerde fruit wordt op de sorteer-
afdeling van de veiling klaargemaakt zodat
mooie uniforme partijen aangeboden kunnen
worden.
Deze toename is zelfs zó groot dat het vei-
lingbestuur zich genoodzaakt zag om voor ver
dere expansie met plannen te komen tot de
bouw van een geheel nieuw veilingcomplex.
Waarschijnlijk zal hier volgend jaar een begin
mee gemaakt worden. Om nu reeds de grote
aanvoer zo goed mogelijk te kunnen verwer
ken is men dit jaar op de veiling Terneuzen
overgegaan tot het gebruik van stapelborden.
Zo groeit ook het afzetapparaat met de uit
breiding van de Zeeuw-Vlaamse fruitteelt mee.
et
n
le
il
;n
n
is
il
n
il
de week mag de temperatuur enkele, graden lager
zijn dan de eerste week.
OOGST. Ongeveer een maand na het opzetten
kan men bij de warme trek oogsten. Men kan het
zó organiseren, dat er iedere week een kuil klaar
is. Oogst men gemiddeld 50 lof van het gewicht
opgezette wortels, dan kan men tevreden zijn. Bij
de vroege selecties ligt dit lager, bij de latere
selecties kan het hoger zijn. Bij het uithalen mag
men geen wortel- of bladresten in de kuil laten
liggen; dit kan een besmettingsbron zijn voor de
volgende trek. Na het oprooien en afbreken wordt
het lof met behulp van een mesje schoongemaakt,
gesorteerd en in kisten met blauw papier verpakt.
ZIEKTEN. Witlofmineervlieg. Voor het inspoe-
len per m- 2 liter water over de koppen spuiten,
waarin 2x/i milliliter Rogor is opgelost. Laat de
wortels opdrogen alvorens in te spoelen. Men
wachte in elk geval een uur. Rot in de kuil kan
door meerdere zwamziekten worden veroorzaakt.
Resten goed oprapen en struktuur in orde bren
gen.
Het trekken van witlof vraagt veel arbeid.
Er zijn een viertal verschillende manieren
van trekken die in nevenstaand artikel be
handeld worden. Bij verwarming heeft men
een betere arbeidsverdeling.
ARBEID. Op een éénmansbedrijf werkt men
veel met kuilen van 16 m2. Heeft men vier kuilen
die na elkaar worden verwarmd en trekt men in
iedere kuil drie keer, dan heeft men voor twaalf
kuilen wortels nodig. In een kuil van 16 m2 zet
men ongeveer 1000 kg wortels op. Bij een wortel
opbrengst van 25.000-30.000 kg per ha heeft men
dus voor 12.000 kg ongeveer 40 are (1 gemet) wor
tels nodig. Per kuil rekent men ongeveer 55 uren
arbeid (opzetten en oogsten). Per twaalf kuilen is
dat 660 uren. Werkt men in de winter 45 uren per
week, dan heeft men 15 weken of ZV2 maand
werk en moet men dus om de 810 dagen een kuil
oogsten.
UANOUDS is Zeeland een belangrijk produktie-
gebied van uien. We hobben de areaalcijfers
van dit jaar nog niet gezien, maar de laatst©
jaren was het toch dikwijls zó, dat ongeveer een
derde van de Nederlandse uienoogst uit Zeeland
afkomstig was. Dat aandeel is zelfs nog groter
geweest, maar de laatste jaren is vooral de Noord
oostpolder een belangrijk uienproducerend gebied
geworden.
We hebben de indruk, dat het areaal dit jaar
niet groter is dan het vorig jaar. Hoewel er telers
zijn die last hebben gehad van droogteschade, is
de stand van het gewas over het algemeen goed
tot zeer goed en de kwaliteit die op het ogenblik
wordt geoogst, kan best worden genoemd
Het binnenhalen van de uienoogst is in volle
gang en dank zij het fraaie weer van de laatste
tijd, kan dit een vlot verloop vinden. Het zijn
die weersomstandigheden, die van grote beteke
nis zijn voor de kwaliteit van de bewaaruien.
Door moderne .bewaarmethoden kan het lijken
alsof men niet meer zo afhankelijk is van het
weer, maar dit is slechts ten dele waar. Een
produkt, dat goed van het land in de bewaar
plaats komt, heeft veel vóór op een produkt dat
nadien nog bewaargeschikt gemaakt moet wor
den.
De afzet van uien heeft een alleszins bevredi
gend verloop. Het aanbod blijft voortdurend vrij
groot, voornamelijk als gevolg van de stevige
prijzen die worden betaald. Dit grote aanbod
kan vlot worden afgenomen.
In de tweede week van september werden meer
dan 4,6 miljoen kg Nederlandse uien geëxporteerd.
Daarvan was West Duitsland met 2,5 miljoen kg
de belangrijkste afnemer, maar ook Engeland en
Frankrijk kopen op het ogenblik veel Nederland
se uien. We hebben de indruk, dat de uitvoer
naar Frankrijk nog zal toenemen.
De concurrentie op de West Europese uien-
markt is op het ogenblik voor het Nederlandse
produkt nog altijd minder groot dan we gewend
zijn en het schijnt dat vooral ook droogteverschijn
selen in verschillende Europese landen hierop van
invloed zijn. De oogsten in de uienproducerende
landen van Europa zouden hierdoor minder groot
worden.
Tegen het eind van de vorige week werd de
export-geschikte middel kwaliteit verkocht voor
18 cent per kg. De grove uien werden toen ver
kocht tegen prijzen van 2021 cent per kg, wat
een kleine prijsdaling betekent ten opzichte van
het begin van de week.
Het is te verwachten dat het aanbod van uien
de eerstkomende tijd ruim zal blijven, want de
voorraden zijn groot en de oogst moet binnen
gehaald worden. Er zijn heel wat telers, die niet
zijn ingesteld op het zelf bewaren van hun pro
dukt en die zijn nu aan de markt. Het zit er wel
in dat de verschuiving in de bewaarmethoden
zich dit seizoen in versneld tempo zal voortzetten.
Zeker, er zullen weer uien worden bewaard
in ren en put, maar over het algemeen zal to*-h
de voorkeur worden gegeven aan bewaring in
de luchtgekoelde bewaarplaats of de koelcel, een
bewaarmethode die verreweg de voorkeur .ver
dient boven de traditionele bewaarmethoden.
U moet deze week van ons geen advies ver
wachten ten aanzien van de vraag: bewaren of
verkopen? Het is bijna onmogelijk hierover een
verstandig woord te zeggen, omdat teveel, thans
nog onberekenbare, faktoren hierbij een rol spe
len. Niettemin hopeh we op deze kwestie nog
een keer terug te komen wanneer er meer be
kend is over de omvang van de produktie in de
voornaamste uienlanden van Europa.
Voor het oogsten van het Nederlandse produkt
wordt op verschillende bedrijven gebruik gemaakt
van mechanische middelen. Daar kan men niet
meer buiten, zeker niet bij een teelt in het groot.
Niettemin blijft het een zaak die risico's heeft,
want de kwaliteit kan er nadelig door worden be
ïnvloed en we weten maar al te goed van hoe
veel betekenis het leveren van een goede kwali
teit is voor het behoud van een plaats op de
buitenlandse markten. Laten we daaraan steeds
denken bij alle mechanische bewerkingen van
dit produkt.
Tenslotte deze week nog een mededeling voor
de telers van rode bessen. Het Centraal Bureau
van de Tuinbouwveilingen heeft kunnen beslui
ten een terugbetaling te doen van 3 cent per kg
van de ingehouden heffing van 4 cent per kg.
Verder wordt voor rode bessen die zijn door
gedraaid een aanvullende vergoeding betaald van
5 cent per kg.
Voor de telers van dit produkt dus nog een
meevaller, die ze overigens wel kunnen gebruiken.
De uitbetaling van deze heffing zal waarschijnlijk,
in verband met de grote drukte op de veilingen,
nog wel enkele weken op zich laten wachten,
maar het zit in elk geval in het vat.
Tot de volgende week.