BEDRIJFSRESULTATEN ,,'tHOF ZWAGERMAN"
ore
H. ENGLEBERT N.V.
H
845
OVER DE BOEKJAREN 1961/62, 1962/63 en 1963/64
Het bedrijfsplan
UIT DE PRAKTIJK
Vervolg Landbouwbegroting 1965
VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1964
ET „Hof Zwagerman" is één van de beide voorlich-
tingsbedrijven in het Konsulentschap. Het is gelegen
in de oude kern van Walcheren te Grijpskerke. De grond
soort bestaat uit kalkhoudende tot kalkloze kleigrond met
storende lagen in de ondergrond. Het beste gedeelte werd
bestemd voor bouwland terwijl het niet scheurbare gedeelte
in grasland werd gelegd.
Het doel was om na te gaan welke bedrijfsvoering onder
deze omstandigheden na de herverkaveling van Walcheren
het meest geschikt zou zijn.
De melkveestapel werd geleidelijk uitgebreid van 12 stuks
in 1956 tot ongeveer 22 stuks gedurende de laatste jaren.
In 1959 werden de paarden vervangen door een trekker.
Op het bedrijf zijn aanwezig een hooiventilatie en een
vaste doorloopmelkstal. Het bedrijf wordt verzorgd door de
bedrijfsleider, de heer G. Blankers, met een vaste arbeider,
terwijl verder de loonwerker wordt ingeschakeld.
Om de struktuur van de grond te verbeteren werd 430
ton schuimaarde, meest op het bouwland, aangewend. Na
aanvankelijke moeilijkheden met de struktuur van de
grond en de melkproduktie zijn de vooruitzichten thans
belangrijk gunstiger. Niettemin blijven de risiko's op der
gelijke gronden vrij groot.
De berekening van de bedrijfsekonomische boekhouding
vond plaats aan de hand van een bedrijfsboek, dat door de
bedrijfsleider wordt bijgehouden. Aangezien de bedrijfs
resultaten van één boekjaar sterk afhankelijk zijn van de
opbrengsten in dat jaar zijn hier de resultaten van de laat
ste drie jaren vermeld. Daardoor wordt een beter inzicht in
de gemiddelde bedrijfsuitkomsten verkregen. Aldus schrijft
ir. H. P. de Bruin, Rijkslandbouwconsulent voor de Zeeuw-
se Eilanden, die tevens belast is met de leiding van het
bedrijf.
BOUWPLAN IN HA
1961/62
1962/63
1963/64
Granen (w.t., z.t., z. gerst)
6.44
5.70
5.30
Erwten
4.10
2.90
3.20
Suikerbieten
1.35
2 60
3.80
Voederbieten
0.65
0.60
Snijmais
0.40
1.00
Kunstweide
0.51
Blijvend grasland
10.76
10.64
10.05
Totaal kultuurgrond
23.30
23.35
23.35
GEMIDDELDE VEEBEZETTING
Melkkoeien
Jongvee 01 jaar
Jongvee 12 jaar
Overig rundvee
Varkens
22.15
21.30
23.46
12.15
10.46
5.92
7.54
5.92
6.54
2.23
1.08
0.31
0.77
1.30
IMPORTEUR:
AFD. LANDBOUW - VOORSCHOTEN - TELEFOON 01717-2010
KOSTEN PER HA (in gld.)
Arbeidskosten; betaald loon
berekend loon
Werktuigkosten
Werk door derden
Zaaizaad en pootgoed
Bemesting
Veevoer; aankoop
eigen bedrijf
voorraad afname voedergew.
Pacht (exclusief woonhuis)
Overige kosten
Totaal kosten
RENTABILITEIT (in gld. per ha)
378
402
398
211
215
278
282
332
291
156
196
208
69
84
75
152
2f8
242
207
304
291
96
133
144
64
28
264
263
255
395
336
333
2274
2513
2513
Totale opbrengsten
2121
2621
2805
Totale kosten
2274
2513
2515
Netto overschot
-153
108
290
Berekend loon van de boer
211
215
278
Arbeidsinkomen van de boer
58
323
568
OPBRENGSTEN (in kg per ha)
Wintertarwe
Zomertarwe
Zomergerst
Haver
Kleine groene erwten
Schokkererwten
Suikerbieten
3697
3848
3636
3611
3846
37199
5774
4471
3002
4640
37428
404T
4426
1538
51726
OVERIGE KENGETALLEN
Melkproduktie in kg per melkkoe 4214 4584 4856
Melkvetpercentage 3.97 3.89 3.89
Melkvetproduktie per melkkoe 167 178 189
Melkprijs in ct. per kg 28.31 26.92 30.39
Melkgeld per melkkoe 1193 1234 1476
Gemiddelde veebezetting in grootvee-eenheden
(per ha voedergewas) 2.61 2.45 2.71
Aantal bewerkingseenheden 3160 3117 3371
Bewerkingskosten per bew. eenheid 7.58 8.57 8.13
Saldo marktbare gewassen per ha 843 1858 1343
Saldo rundveehouderij p. ha voedergew. 1540 1306 2112
Het bouwplan is zeer eenvoudig en bestaat uit granen, erwten en
suikerbieten met de voedergewassen. Aardappelen en vlas zijn voor
deze gronden te riskant.
OOGSTJAAR 1961. Dit jaar gaf lage geldopbrengsten in de akkerbouw en
in de rundveehouderij. Het bedrijfsresultaat was teleurstellend.
OOGSTJAAR 1962. Overwegend zeer goede geldopbrengsten in de akker
bouw en matige geldopbrengsten in de rundveehouderij. Mede door de sterk
gestegen kosten een laag netto overschot.
OOGSTJAAR 1963. De matige geldopbrengsten van de akkerbouw gingen
gepaard met goede opbrengsten in de rundveehouderij. Ondanks vrij hoge
kosten werd een bevredigend netto overschot behaald.
De cijfers over deze drie jaren tonen een duidelijke ontwikkeling in de
goede richting.
Op deze gronden van zeer matige kwaliteit blijkt het mogelijk om eeu
redelijk arbeidsinkomen te behalen. Voorwaarden zijn echter dal men
alle aandacht besteedt aan de struktuur van de grond en de gewassen-
keuze hierbij wordt aangepast. Wanneer men daarnaast beschikt over
een voldoende eenheid produktief melkvee en juiste arbeidsmef boden
toepast, is een redelijk resultaat te verwachten. Het bedrijf neemt levens
deel aan de arbeidsvoorlichtingskern „Walcheren". Er wordt getracht
voor de praktijk nieuwe werkmethoden toe te passen, waarvan gunstige
resultaten zijn te verwachten. Een groter bezoek aan het bedrijf wordt
aanbevolen.
huidige verkoopmethodiek niet meer past, dat er
een honderdtal appel- en pererassen worden aan
geboden, en dat er wat de landbouwsector be
treft, ongeveer een dertigtal aardappelrassen wor
den geteeld, waarvan een groot aantal waar uiter
aard geen vraag naar is.
Verder zal er, aldus onze zegsman, een concen
tratie van veilingen of althans een geconcentreerd
aanbod dienen plaats te vinden, hetgeen evenzeer
geldt voor b.v. rundvlees e.d.
In deze rubriek is op de noodzaak van het aan
bieden van grotere uniforme kwanta reeds meer
malen gewezen. Nieuwe uitgekookte verkoop
systemen komen in de plaats van de traditionele
afzetkanalen.
De boer die van nature enigermate behou
dend is ingesteld zal er goed aan doen, deze
ontwikkeling op de voet te volgen. Helaas zal
het nodig blijken onze vertrouwde afzetinstel-
lingen te moderniseren en aan te passen aan
de sterk veranderde omstandigheden. We ho
pen dat zowel onze boeren, onze veilingen als
onze handelaren die nodige wijsheid en durf op
zullen kunnen brengen om uit dit alles het
beste te destilleren. Dat daarbij gestreefd zal
moeten worden naar grotere eenheden staat
voor ons als een paal boven water.
landbouwscholen maken voortzetting van het saneringsbeleid met betrekking tot deze scholen nood
zakelijk. Daarbij zal grondig overleg worden gepleegd met de betrokken schoolbesturen. Do vernieu
wing van de middelbare landbouwscholen zal verder worden voorbereid door voortzetting van de
proef met een zwaarder leerprogramma. De minister is voorts van plan de totstandkoming te bevorderen
van bedrijfseconomische vervolgcursussen voor oudere leerlingen. In 1965 zal tevens een begin ge
maakt kunnen worden met de definitieve invoering van het leerlingenstelsel in de landbouw.
PRIJSVORMING VAN LANDBOUWGRONDEN
DE prijsvorming van de landbouwgrond als een belangrijk produktiemiddel heeft in de memorie van
toelichting bij de landbouwbegroting 1965 uiteraard de aandacht. Er is een prijsstijging opgetre
den voor boerderijen van circa 35 procent en voor los bouw- en grasland van 70 a 80 procent. Minister
Biesheuvel tekent bij deze cijfers echter aan, dat zij geen betrouwbaar beeld geven van de werkelijke
ontwikkeling.
Onder de werking van de Wet op de vervreemding van landbouwgronden was het mogelijk via de
goedkeuring van de Grondkamer uitsluitend de zuiver agrarische objecten in de statistiek op te ne
men. Thans zijn de zuiver agrarische objecten niet volledig te onderscheiden van de gevallen, waarin
de verkoop van agrarische grond gepaard gaat met een bestemmingsverandering. Van dergelijke gron
den, die een niet-agrarische bestemming krijgen zijn de prijzen steeds aanmerkelijk hoger geweest
dan voor de zuivere landbouwgronden.
Ook in ander opzicht biedt het materiaal geen betrouwbare basis voor een vergelijking, omdat onder
de werking van de Wet op de vervreemding van landbouwgronden sprake was van veelvuldige wets
overtreding; met het verschil tussen goedgekeurde en werkelijk betaalde prijzen kon het Centraal Bu
reau voor de Statistiek geen rekening houden, omdat dit verschil niet bekend was.
Er kan rekening mee worden gehouden, dat de te verwachten toeneming van het aanbod van land
bouwgrond door degenen, die tot bedrijfsbeëindiging willen komen in het kader van de regeling van het
Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw, c.q. de vermindering van de vraag naar grond
door de voortgaande uittocht uit de landbouw naar andere bedrijfstakken, een matigende invloed off
het prijspeil zal gaan uitoefenen.