Het transport van bieten bij gebrui van een 1-rijige rooimachine me verzamelbak mm 850 ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD BIJ het systeem van rooien met een verzamelbak op de trekker of op de rooimachine kan het transport en het lossen in vele gevallen eveneens door één persoon ge beuren. Teneinde dan een zo groot mogelijke transport afstand tot de losplaats te kunnen overbruggen, zonder dat wachttijd voor de rooimachine ontstaat, is het van belang dat de rijpaden in goede staat zijn en doelmatig transport materiaal wordt gebruikt. Dit laatste betekent: een vol doende zware trekker gebruiken en wagens die snel kun nen worden gelost. Op verharde paden of landwegen is de rijsnelheid met een volle en een lege wagen normaal gemiddeld ca. 15 km per uur. Op onverharde, vrij vlakliggende droge paden ligt de snelheid als regel weinig lager, terwijl daarentegen op ongelijke en/of modderige paden de snelheid vaak niet hoger kan zijn dan gemiddeld ca. 5 km/uur. Bij een doelmatig lossysteem vraagt het lossen van een vracht van ca. drie ton nooit meer dan drie minuten, het geen te realiseren is bij de volgende lossystemen: met alle soorten kipwagens; met goede loswagens, ook wanneer hierbij een hulp transporteur wordt gebruikt; wagens met per vracht twee netten en lossen hulp van een kraan (vraagt dan evenwel minin personen t.w. één kraanmachinist en twee 1 aanpakken en losmaken van de netten); hydraulische kipinstallatie voor wagens bij plaats. Wanneer wij er vanuit gaan, dat onder vrij omstandigheden de rooicapaciteit van een éénrijig met verzamelbak 9 uur per ha s en de bruto-o 60 ton per ha bedraagt, dan betekent dit, dat per ten een vracht van drie ton moet worden afgevoei MET de nieuwste werktuigen voor het rooien van suiker bieten wordt het rooien en laden van de bieten door slechts één man uitgevoerd. Het betreft hier het gebruik van éénrijige machines met een eigen verzamelbak of met de verzamelbak boven de trekker. Al naar de lengte van het perceel, de opbrengst en de inhoud van de ver zamelbak worden de bieten alleen op de voorste of op beide wendakkers in een wagen gelost. Het beste is om bij deze werkwijze eerst vrij ruime wendakkers te rooien (1520 meter breed). De lege wagens kunnen dan vóór de te rooien strook worden geplaatst, zodat het tel kens lossen van de verzamelbak tijdens het rooien geen extra rijtijd vraagt. Het lossen van een op de trekker of op een rooimachine gebouwde verzamelbak vraagt per keer normaal 0,5 tot 1,0 minuut. Uit tijdstudies, gemaakt tijdens de Landelijke demonstratie in 1963 te Numansdorp, bleek voor de meeste machines de lostijd van de verzamelbak rond 0,6 minuut per keer te zijn. Aannemende, dat voor het rooien van één ha de ver zamelbak 60 keer moet worden gelost, betekent dit, ten opzichte van machines met een dwarsafvoer en meerij dende wagen, een verliestijd van slechts 0,6 uur per ha. Hier staat tegenover dat het rooien, inclusief het laden, geheel als éénmanswerk wordt uitgevoerd en veel minder manuren vraagt. De verzamelbak moet voldoende inhoud hebben en groter zijn naaririate de opbrengst hoger is en de percelen langer zijn. Een inhoud van ca. 1500 kg blijkt in de prak tijk in de meeste gevallen evenwel voldoende te zijn. Bij een opbrengst van drie kg biéten per strekkende meter rij rijenafstand 50 cm; 60 ton per ha) betekent dit, dat de rij dan maximaal 500 meter lang kan zijn. Om bietverliezen te voorkomen is het in zo'n geval beter te stellen, dat het perceel niet langer mag zijn dan 450 meter (exclusief de wendakkers). TRANSPORT EN LOSSEN DOOR ÉÉN MAN „Vicon" eenrijige verzamelrooier met voorraadbak boven de trekker. ,sM MWMf Bietenrooiers op de Een Bully bietenrooier aan het werk Er kunnen op het terrein van de machinale bietenoogst nog steeds nieuwe ontwikkelingen worden waargenomen. Dat geldt zowel ten aanzien van de constructie van bestaande bietenrooiers als voor het op de markt verschijnen van hele nieuwe machines. Het merendeel van deze ontwikkelingen is erop gericht om de bietenoogst met zo weinig mogelijk mankracht aan de kant te krijgen. Daartoe worden de bestaande eenrijige rooiers onder andere met zelfzoekende lichters uit gerust en worden er verzamelbakken voor de bieten op gebouwd, zodat de trekkerbestuurder de bieten in zijn eentje kan rooien en op de kopakker brengen. De bietenverbouwers willen echter meer, vooral zij die grote oppervlakten bieten telen. Dat zijn er weliswaar in de meeste landen van Westeuropa niet zo veel, maar samen met loonwerkers, die in de campagne ook grote oppervlakten suikerbieten de baas moeten worden, oefenen zij een grote invloed op de ontwikkeling uit. Eénmansbediening van de bietenrooiers is niet genoeg: de capaciteit van het machinaal oogsten moet omhoog Nu kan dat op twee manieren worden bereikt, hetzij door een hoog tempo of door een grote werkbreedte. Het lijkt er wel op dat het laatste, het werken met meerrijige machines dus, meer in de belangstelling komt. Het aanbod van meerrijige machines is echter (nog) gering. Vooral het feit, dat het zaaien zo weinig genormaliseerd is veel bieten worden met een even aantal ..pijpen" gezaaid en wellicht evenveel met een oneven aantal maakt het voor de fabrikant moeilijk om zijn keus tussen bijv. een twee- en drierijige bietenrooier te bepalen. Een grote eenheid hierin èn in de rijenafstand zal ook in dit opzicht van groot nut zijn! Dat deze ontwikkeling naar méér doen met minder mensen niet ten koste van de kwaliteit van het werk mag gaan, spreekt vanzelf. Beter nog zal het zijn als de kwaliteit mèt de capaciteit wordt opgevoerd en daar is nog alle reden voor. Er moet aan een tarrapercentage van 32 (incl. geschatte losse grond) en een rooiverlies van ruim vier ton/ha (incl. kopverlies), als een gemiddeld resultaat van 16 machines op zware grond, nog wel wat te doen zijn Dat het beslist beter kan werd bewezen op dezelfde demonstratie waar dit ge middelde resultaat werd verkregen, door machines die boven de middelmaat werkten. Wagening Instituut Landbouwtei en Rational E. STROOI

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 10