Problemen
rondom
de aardappel
Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering vanlandenTuinbouH en Veeteelt in Zeeland;
Zekerheden
Moeilijkheden
Steun aan de markt in 1963
I\E teelt van consumptie-aardappelen is de laat-
ste jaren belangrijk teruggelopen. Sinds I960
nam de oppervlakte consumptie-aardappelen op de
klei met ruim 10.000 ha en de oppervlakte op de
zandgronden met ruim 15.000 ha af. De oorzaken
die tot deze teruggang hebben geleid, lijken ons
niet moeilijk te raden.
In de eerste plaats is er de steeds moeilijker ge
worden arbeidssituatie die ondanks de mechani
satie van de aardappelteelt er ongetwijfeld toe
heeft bijgedragen dat verscheidene boeren de aard
appel niet meer in het bouwplan opnemen. Daar
naast is er in de tweede plaats de prijsontwikke
ling in de laatste jaren. Vermoedelijk is dit de
voornaamste reden waarom diverse van-ouds
aardappeltelers overstapten op andere teelten. Een
vervanging van de aardappel door bijv. fruit, zeker
ook geen produkt zonder arbeidsproblemen, is im
mers in verschillende gevallen te constateren.
WANNEER we het laatstgenoemde punt, de
prijsontwikkeling, eens wat nader bezien,
kan de gang van zaken de laatste jaren niet ver
wonderlijk genoemd worden. Ten aanzien van de
geldelijke resultaten van de aardappelteelt wor
den we immers steeds weer geconfronteerd met
een aantal minder plezierige zekerheden. Met
grote regelmaat komen we namelijk te staan voor
het probleem van de overschotten op de aardap-
pelmarkt. Jaren als 1956, 1960 en 1963 kunnen we
in ieder geval als zodanig aanmerken.
Het gevolg is voor velen dat genoegen geno
men moet worden met prijzen die ver beneden
de kostprijs liggen. In sommige gevallen blijkt
achteraf dat van een overschot nu niet met recht
sprakë is geweest. Op grond van indrukken en
vermoedens heeft men niettemin toch lage prijzen
ontvangen.
Ook regelmatig doen zich perioden voor waarin
men terecht of ten onrechte constateert dat van
een tekortsituatie sprake is. Ook hier heeft men
dan als teler met een zekerheid te maken n.l. dat
'n vrije uitloop van de prijs naar boven niet wordt
toegestaan. Het ingrijpen van de zijde van de over
heid op de aardappeimarkt in de jaren 1955, 1957
en 1961 ligt nog goed in het geheugen. Een der
gelijk overheidsingrijpen wordt nogal eens met
vraagtekens omgeven en naar onze mening te
recht.
Immers het gevaar van verlies van exportmark
ten is niet denkbeeldig, wanneer men de uitvoer
beperkingen oplegt. Over het effect op de prijzen
kan gezien het doel van een dergelijk ingrijpen,
dat in wezen prijsbeheersing is en niet zoals wel
eens wordt beweerd het verzekeren van de bin
nenlandse markt van aardappelen (dat kan in
dien nodig toch ook met importen!), ook geen
misverstand bestaan. Af meent men in sommige
gevallen te kunnen aantonen dat de genoemde
gevolgen van een ingrijpen gering zijn dan blijft
het psychologisch ongunstig effect die deze maat
regelen op de teler uitoefent.
Afgezien hiervan blijft de vraag of het oplopen
van prijzen hetgeen vaak laat in het seizoen ge
beurt en dus van korte duur is ingrijpen
wettigt.
Nog een vraag kan hieraan worden toegevoegd
n.l. of in het verleden achteraf niet moest worden
geconstateerd dat het ingrijpen eigenlijk overbo
dig was geweest.
Deze geschetste situatie die voor ons oud
nieuws is, maar hoewel de huidige ontwikkeling
op de markt wat regelmatiger lijkt, toch weer
snel urgent kan worden toont wel de moeilijk
heden waarin de aardappelteelt is verzeild ge-
Komende week vierf het Zeeuws Fruitcorso haar tweede lustrum dat aan het einde van de week
besloten zal worden met het 10e fruitcorso. Aanstaande zaterdag vindt de installatie plaats van
de fruitfee Matty Schipper en haar hofdames Netty Verschoore en Ina van de Guchte. In dit
nummer vindt U een aantal artikelen in het bijzonder gericht op het fruitcorso en zaken die hier
nauw by verwant zyn.
raakt. Sterke prijsfluctuaties die vooral naar be
neden gericht zijn, omdat naar boven niet wordt
getolereerd, benadelen de rentabiliteit van de
teelt.
Een scherpe prijsdaling voor een produkt als
de aardappel is op zichzelf een verklaarbaar ver
schijnsel. Het laat immers de consument betrekke
lijk onverschillig of de prijs van de aardappel 20
of 30 cent per kilo is. Zeker wat betreft de te
verbruiken hoeveelheid. Bij een lage prijs zal hij
niet meer gaan eten en bij een hoge niet minder.
Het consumptiepatroon voor wat dit produkt be
treft ligt betrekkelijk vast.
En in wezen moeten we het bij een overschot
van méér consumptie hebben. Een prijsdaling
heeft echter bijna geen effect op de afzet. Wat
er over is, is te veel, brengt niets op en zou eigen
lijk uit de markt genomen moeten worden. Het
bederft namelijk de prijs van de gehele produk-
tie. Maar aan effectieve mogelijkheden in de rich
ting van aanbodsbeheersing ontbreekt het ons
evenwel.
De overschotten en tekortsituaties kunnen zich
voordoen door verschillende oorzaken. Naast de
wisselende ha-opbrengsten die zich voordoen is
de variërende export wel de belangrijkste. De af
zet in het binnenland laat namelijk een zekere
constantheid zien over de afgelopen jaren. Het ver
bruik per hoofd van de bevolking daalt de laat
ste tijd. maar daar staat dan een toeneming van
de bevolking tegenover. De afzet van verwerkte
aardappelprodukten laat een stijging zien, hetgeen
ook weer bijdraagt om de daling van het verbruik
per hoofd te compenseren.
Hoewel de uitvoer van consumptieaardappelen
gemiddeld over een aantal jaren 20 van de to
tale afzet van consumptieaardappelen uitmaakt
zijn de effecten van de wisselende export (kan
sen) op de prijs groot.
DE situatie waarbij men de teler in zijn eigen
zwaard (van de goede ha-opbrengst) laat
vallen, hem overlaat aan neergaande exportkan
sen, kan niet zonder gevolgen blijven.
Wanneer we afgaan op de berekeningen in 1963
gemaakt door het produktschap voor aardappelen,
dan is bij een produktie die 10 onder het ge
middelde van de laatste jaren ligt (door minder
ha's of mindere ha-opbrengsten) praktisch geen
aardappel beschikbaar voor export, of dit moet
ten koste gaan van de binnenlandse voorziening.
Dit betekent dat door de ontwikkelingen rond
om de aardappel in de laatste jaren een gevaar
lijke situatie in ontstaan, ofwel voor onze export
ofwel voor de binnenlandse voorziening.
Dat toch wel prijs wordt gesteld op enige regel-
(Zie verder pag. 819.)
(Foto P.Z.C.)