DE RASSENKEUZE BIJ WINTERTARWE
827
Korte wenken
VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1964
JJOEWEL de omstandigheden voor de groei en
entwikkelibg yap de wintertarwe i!i >064
gunstig waren, zjjn er tpch enkele punten die een
nadere beschouwing vragen, namelijk:
RET OPTREDEN VAN GELE ROEST
Een sterke aantasting door gele roest is de laatste jaren vrijwel niet
Voorgekomen. In 1064 is echter op enkele proefvelden in hel zuidwesten
en plaatselijk ook in praktijkpercelen een sterke aantasting door gele
roest voorgekomen, met name in de rassen Ciep en Wodan.
Ofschoon een uitbreiding nooit met zekerheid is te voorspelen, is de
aanwezigheid van haarden in een gebied een gegeven waar men rekening
mee kan bonden. Een uitbreiding van gevoelige rassen is i» dit verband
zeker niet aanbevelenswaardig.
AANTASTING DOOR BRUINE ROEST
Bruine roest treedt meestal op na een periode met hoge temperatuur.
Dit jaar is de aantasting vrij vroeg opgetreden. Hierdoor werden vooral
de zware gewassen sterk aangetast.
Bezien we de aantasting door bruine roest over een aantal jaren, dan
blijkt dat deze het meesi voor komt tijdens de afrijpingsperiode, waardoor
schade meestal beperkt blijft.
HET OPTREDEN VAN DE TARWESTENGELGALMUG
In 1964 is gebleken, dat de schade hierdoor veroorzaakt niet beperkt
f' gebleven tot zomertarwe en zomergerst. Hoewel de aantasting per
gebied sterk uiteenloopt, is toch gebleken dat bij verschillende percelen
wintertarwe van een sterke aantasting kan worden gesproken. Vooral
laat gezaaide percelen en laat rijpende rassen bleken het gevoeligst.
Door rekening te houden met de tijd van zaaien, vruehtopvolging en
perceelsbelending kan de aantasting reeds voor een gedeelte worden
tegengegaan.
RESULTATEN RASÖENPROEEYT LDEN WINTERTARWE ZUIDWESTELIJK KLEIGEBIED
Proefveld
reg. no.
Zaadopbrengsten in verhou dingsgelallen
ZZH1127 Z 2485
oogstjaar 1964
Z 2486 ZVL1022 Gebieds- Gemidu.
Betrouwbaarheids-
cijfers
Rassen
gemidd.
1955-1964
Goed wint er vast
Felix
96
99
101
100
99
102
8
Ibis
98
102
96
99
99
106
6
Fievina
102
102
99
101
101
103
6
Manella
101
106
102
105
107
5
Wodan
86
96
102
99
96
>05
5
Hector
102"
102
6
Apollo
83
96
8
Heine's VII
86
6
Vrij goed vvintervast
f
Cleo
100
104
95
105
101
104
7
Stella
103
96
100
98
99
103
7
Flamingo
92
98
95
100
8
Sambo
■=-
102
6
Matig en weinig
vvintervast
Mado
-
-*-r
96
7
Cappelle Desprez
V
99
6
Proef gem. kg/are
56.8
63.4
53-8
59,5
58.4
199
551 kg
Een hoog cijfer
betekent een hoge
betrouwbaarheid
Rassenkeuze
GOED WINTERVASTE ÖASSEN
Uit deze groep verdienen de rass-en Felix, Ibis.
Manella en Fievina de voorkeur.
Felix. Vrij goed tot goed wintervaste tarwe met
een vlotte voorjaarsontwikkeling en een zeer goe
de grondbedekking. Het is een kojt gewas met
stevig stro dat een flinke stikstofbemesting ver
draagt. Door de grote bladrijkheid gevoelig voor
meeldauw en bruine roest. Door de zware aantas
ting van bruine roest zullen in 1964 verschillende
percelen in opbrengst verlaagd zijn, Weinig gevoe
lig voor gele roest. Een nadeel is Je gevoeligheid
voor korreluitval. De rode korrel is groot en wei
nig gevoelig voor schot.
Ibis, Op goede tarwegronden is het een produk-
tief ras met een goede resistentie tegen ziekten-.
Ibis is goed wjntervast, maar heei't een trage voor
jaarsontwikkeling en een steile bladstand, waar
door de grondbedekking matig is, Het stro is mid
delmatig lang en vrij stevig. De stevigheid is ech
ter wat minder dan van Felix, Verdraagt laat zaai
en goed. Rijpt vrij laat. Vrij korte aar. Rode korrel.
Weinig gevoelig voor korreluitval en schot,
Manella. Vroeg rijpende, goed wintervaste tarwe
die op goede kleigronden goede tot zeer-goede op
brengsten kan geven. Stelt hoge eis-en aan de
grond. Vlotte ontwikkeling, iets opgaand gewas.
Het korte stro is middelmatig stevig. Weinig vat
baar voor gele roest, matig voor bruine roest.
De grote korrel is matig gevoelig voor schot.
Minder gevoelig voor korreluitval dan Cleo.
Fievina. Goed wintervaste tarwe, die regelmatig
goede opbrengsten heeft gegeven. De beginont-
wikkeling is traag, maai geeft later een behoorlijk
dekkerfd gewas. Moet tijdig worden gezaaid. Het
stro is vrij kort en vrij stevig. Rijpt vrij laat. Wei.
nig vatbaar voor gele- en bruine roest. Zeer wei-
nig gevoelig voor korreluitval en schot.
Wodan. Goed wintervaste tarwe, die wegens het
massale gewas in de eerste plaats in aanmerking
komt op de wat minder vruchtbare kleigronden.
Tamelijk lang en bladrijk gewas met een matige
stevigheid. Heeft een normale voorjaarsontwikke
ling. Vroeg zaaien is gewenst. In dit jaar erg vat
baar voor gele roest gebleken. Uitzaai hiervan lijkt
dan ook minder gewenst f Middengrote korrel,
weinig gevoelig voor korreluitval en schot
Apollo. Zeer goed wintervaste tarwe. Oogstzeker
gewas op gronden waarvan de ontwatering en
structuur te wensen overlaat.
'/RIJ GOED WINTEBVAST
Stella. Geeft op alle grondsoorten goede opbreng
st-en. Heeft een vlotte zeer bladrijke beginontwikke-
ling. Groeit gemakkelijk en steelt zeer goed uit.
Verdraagt laat zaaien zeer goed. Kort fijn stro, dat
matig stevig is. Weinig gevoelig voor bruine roest.
Matig gevoelig voor gele roest. De rode korrel is
vrij groot en van matige kwaliteit, Weinig gevoe
lig voor korreluitval. Matig gevoelig voor schot.
Uleo. Zeer vroeg rijpende tarwe, die goede tot
zeer goede opbrengsten kan geven. De wintervast-
hejd is middelmatig. In verband met de matige uit-
stoeling is een niet te dunne stand gewenst, Ver
draagt laat zaaien goed. Het stro is kort en matig
stevig, doch wel veerkrachtig, Behoorlijk vatbaar
voor gele roest. De grote rode korrel is jets gevoe
lig voor schot. Tamelijk gevoelig voor korreluitval.
MATIG EN WEINIG WINTERVASTE RASSEN
De rassen uit deze groep worden in hoofdzaak
gebruikt indien laat moet worden gezaaid.
Cappelle Desprez. Geschikt voor zaaien in decem
ber of januari. Dit ras kan dan nog goede opbreng
sten geven. Heeft een zeer goed herstellingsver
mogen na vorstschade. Zeer vroeg rijpende tarwe
met kort en vrij stevig stro. Iets vatbaar voor gele
roest. De rode korrel is zeer groot. Weinig gevoe
lig voor schot. Tamelijk gevoelig voor korreluitval.
r\ E gedachte wint weer veld de bemesting vóór
de winter toe te dienen. D,w.z. alvorens te
ploegen de fosfaat en kali voor het volgende gewas
op het land te brengen, net zoals men vroeger
deed. De klok terugzetten? Soms is dat niet ver
keerd. Als men de arbeid rond kan krijgen is er in
dit geval zelfs veel voor te zeggen. Werkt het niet
sneller en gemakkelijkeover de stoppel, wordt de
verdeling door de bouwvoor er niet beter door en
ligt de prijs van de meststoffen niet gunstiger
thans, dan straks in het voorjaar?
In een natte winter is het mogelijk dat een ge
deelte, althans van de kali, onder de bouwvoor
terecht komt. Maar van praktische betekenis is
deze uitspoeling niet, behalve op de zeer lichte
gronden. Wel is het zaak de giften deugdelijk aan
te passen aan het eerstvolgende gewas. Vooral
t.a.v. de kali is de behoefte zeer verschillendhaat
de tijd dit toe, dan loont het (net als vroeger) de
enkelvoudige meststoffen te strooienEen nauw
keurige dosering is hiermee mogelijk, maar ook de
mengmeststoffen 0^20^-20 of 0^15-30 voldoen meest
al uitstekend.
Op elk bedrijf liggen de omstandigheden ver
schillend, Dat spreektMaar algemeen kan men
zeggen: door de voorspoedige en vroege oogst zit
de boer deze herfst ruimer in zijn tijdHij kan het
zich veroorloven de klok eens terug te zetten en
aldus te profiteren van de voordelen van een wat
in onbruik geraakte, stoppelbemestingl
O IJ het winterland ploegen is het het gemak-
kelijkst om naar de sloot toe te ploegen.
Vale kanten liggen dan ook hoger dan het land en
het lijkt dan wel wat op een koe met een te hoog
staartbeen, wat we ook niet mooi vinden. Rij deze
kanten nu bij de stoppelbewerking weer eens flink
het land op, waardoor uw perceel een veel betere
ligging krijgt,
1 E tijd voor het zaaien van wintertarwe Zreekt
U spoedig aan. Bij de keuze pan het ras is de
kg-opbrengst van belang maar daarnaast een goe
de wintervastheid en resistentie tegen ziekte. In
streken waar de tarwe steng elgalmug optreedt is
het zeer gewenst een ras te kiezen met een vlugge
voorjaarsontwikkeling- Raadpleeg bij uw keuze het
rassenbericht dat wij binnenkort zullen opnemen.
JVIAJAARSGRAS is rijk aan water en goed
-f produktieve dieren kunnen in de komende
maanden vaak niet genoeg droge stof opnemen.
Een prima bijvoeder is de groene snijmais die van
de randen van het perceel wordt gehaald. Houd
uw rundvee in konditie en voeder per dier per dag
15 kg verse snijmais bij.
IVJET een normale zaaimachine kunt u goed
grasland inzaaien maar deze machine moet
dan ook prima zijn afgesteld. Let vooral op een
gelijke hoeveelheid zaad per pijp, Het grove en
fijne zaad kan gemengd in kleine hoeveelheden
tegelijk in de machine gedaan worden. Dit om
ontmengen te voorkomen.
EDULD is zulk een schone zaak maar
soms een moeilijke taak. Vorig najaar was
te zien, dat meerdere boeren de voederbieten veel
te vroeg oogstten. Het gevolg was een moeilijk
houdbare partij en een te lage opbrengst. Laat de
bieten voldoende afrijpen, wanneer ze nog in de
grond staan doet een flinke nachtvorst heus nog
geen schade.
nIJ de verzorging van het grasland hoort ook
L* de bestrijding van de buntpollen. Dit harde
gras, dat een waarderingscijfer heeft van 0, mag
niet i.% uw weiland voorkomen. Steek de pollen
uit of verbrandt ze door ze te bestrooien met b.v.
kalkstikstof, Door een goede beweidingstechniek
worden later de open plaatsen ingenomen door
goede grassen.
pLOEG blootliggende kleigrond met meer dan
M 10 afslibbaar vóór 1 oktober op winter
land. Misschien zal het land wat grof komen te
liggen of krijgt u later nog wat onkruid. De grond
kan dan vóór of in de winter met de kultivator
bewerkt worden. Voor het zaaien is dan alleen
een ondiepe grondbewerking nodig.
(ÏOK nu is stikstof strooien op grasland nog
rendabel. Tot ongeveer 1 november zullen
de dieren hun voedingsstoffen voor het grootste
gedeelte uit het gras moeten halen. Omdat in het
najaar het gevaar voor kopziekte weer toeneemt,
is het verstandig een magnesiumhoudende stik
stofmeststof te gebruiken of apart kieseriet bij te
strooien.