Enkele beschouwingen over de graanpositie 7RIJDAG 4 SEPTEMBER 1964 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland Frankering bij abonnement: Terneuzen 52e Jaargang No. 2744 AUGUSTUS 1964 is weer achter de rug. Een maand van werken voor de bóeren, van het binnenhalen van de graanoogst. Een maand van luieren en vakantie voor vele miljoenen andere werkers en hun gezinnen. Oi.ze mooie Provincie heeft beiden volop beleefd. Het agrarisch en het rekrea- tieve karakter hebben zich opnieuw geopenbaard. Maar terwijl zij, die de gelegenheid tot rekreatie verschaffen hun geld voor een groot deel verdiend hebben, moet de boer zijn produkten nog verkopen. Voor de granen zal, gezien het prijzenstelsel, veel afhangen van de opbrengsten. Gelukkig kan gezegd worden, dat het, wat de prijzen betreft, een beter jaar is dan het vorige. Het ziet er naar uit, dat dit overal het geval is, gezien de berichten over oogst- en opbrengstschattingen, die men leest. 70 lazen wij, dat in Frankrijk, onze E. E. G.- partner, die verreweg het meeste graan ver bouwt en de laatste jaren een belangrijk expor teur is geworden, het droge en warme weer, dat tot begin augustus aanhield, de ontwikkeling en het inhalen van de graanoogst zeer heeft begun stigd. Geschat wordt, dat er 13,3 miljoen ton tarwe binnenkomt tegen slechts 10 miljoen ton in 1963 en 14 miljoen ton in het recordjaar 1962. Er zal dan in Frankrijk een voor uitvoer be schikbaar t verschot zijn van 3,5 miljoen ton. Er is veel minder gerst verbouwd dan verleden jaar, toen, tengevolge van de strenge winter, zeer veel wintertarwe uitvroor. De opbrengstschatting voor gerst bedraagt 6.6 miljoen ton tegenover 7,3 mil joen ton in 1963 en 6 miljoen ton in 1962. De mais heeft wel geleden van de droogte en de vooruitzichten hiervan zijn matig. ANDERE EUROPESE LANDEN I\E vooruitzichten voor de Duitse graanoogst zijn minder hoog gespannen. Zag het er in begin juli zeer gunstig uit, de droogte heeft vooral op de lichte gronden teleurstelling gebracht. Een recordoogst wordt niet verwacht, zo kan men in het blad „Ernahrungsdienst" lezen. In de derde grote E. E. .-partner Italië wordt de tarwe-op- brengst ruim 13 hoger geschat dan verleden jaar. terwijl er bovendien door een misschien wat te grote invoer nog een flinke voorraad oude oogst aanwezig is. Een ander West-Europees land, dat steeds veel graan invoert, is Engeland. De eigen opbrengst belooft dit jaar groot te zijn, n.l. 3,9 miljoen ton tarwe tegen 3 miljoen ton het vorig jaar. De gerst gaf een topopbrengst van 7 miljoen ton tegen 6,6 miljoen ton in 1963 en 5,8 miljoen ton in 1962. AMERIKA VOOR de wereldgraanhandel en de exportmoge lijkheden is het van veel belang hoe de situatie in de grote landen is. Zoals men weet is het vooral Amerika, dat grote overschotten produceert. Andere exportlanden als Canada en Australië hebben de laatste jaren door hun grote verkopen aan communistisch China en het laatste jaar aan Rusland en zijn Oost-Europese satellieten soulaas gekregen. De Amerikanen, die gaarne aan de West-Europese landen verkopen, daar die goed betalen kunnen, zetten verder heel wat graan af aan bijv. landen als India, in de vorm van hulp programma's. Voorts zijn Japan en laatstelijk ook Brazilië grote graanimporteurs en wel vooral van tarwe. De schattingen over de graanoogst in Amerika zijn nog zeer voorlopig, maar de cijfers wijzen op goede opbrengsten. Regeringscijfers spreken van bijna 35 miljoen ton tarwe tegen 31 miljoen ton verleden jaar. Er wordt daarentegen minder mais verwacht. HOE STAAT HET IN RUSLAND Een vraag, die velen bezig houdt, is of Rusland opnieuw als koper aan de markt zal komen. Deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden, daar er in de eerste plaats verschillende berichten uit dit land komen en men in de tweede plaats niet weet in hoeverre uitlatingen van hooggeplaatste personen de werkelijke toestand weergeven. Een feit is, dat de Russische premier, Chroesjtsjow, een rondreis van drie weken door de landbouw gebieden van de Sovjet Unie heeft gemaakt en op verschillende plaatsen het woord heeft ge voerd. Gaat men op zijn uitlatingen af, dan is de graan oogst dit jaar veel beter dan het vorige jaar. Maar van een overschot schijnt geen sprake te zijn. Door hem genoemde opbrengst-cijfers zijn aan de lage, naar onze begrippen zeer lage kant. Berichten gewagen, dat de Russische regering opnieuw aankopen in het Westen wil doen om een voorraad voor bijv. zes maanden aan te leg gen, terwijl zijn eigen oogst voldoende voor dc eigen voorziening zou zijn. Dit klinkt geloofwaardig, maar het kan even goed handige koopmanstaktiek zijn. Want ten einde deze voorraad aan te leggen kan Rusland rustig aan op de wereldmarkt kopen. De verkopers, de exporterende landen, kun nen in dat geval niet zulke gunstige voorwaar den bedingen dan wanneer er van een tekort in de direkte voorziening sprake zou zijn. De Rus sen zijn steeds handige kooplui gebleken. Wan neer men aan de andere kant leest welke scherpe kritiek de Russische leider in sommige graan- verbouwende gebieden heeft laten horen op de daar toegepaste bedrijfsvoering, dan zou het ver haal van de voorraadvorming ook wel camouflage kunnen zijn. EEN RUSTIGE MARKT Vast staal echter wel, dat mede door de gunstige opbrengsten in tal van graanim- porterende landen de vraag naar tarwe minder zal zijn dan verleden jaar. In de voergraansektor is de zaak altijd nog on overzichtelijker. Hier speelt bijv. de zeer grote West-Europese varkensstapel een niet te onderschatten rol. Al met al vertoont de graanpositie op het ogenblik weer een beeld met vele gegevens, maar met nog meer vraagtekens. Het is een zeer ingewikkeld geval, daar oppervlakte en opbrengsten steeds sterk kunnen wisselen. Juist daarom verbazen wij ons steeds weer over mensen, die zo precies weten hoe liet in de landbouw moet. Nog niet lang geleden was men bang voor Russische overschotten. Thans is het land importeur De grote aankopen van Rood- China kwamen geheel onverwachts. Japan werd een groot importeur, Frankrijk werkt zich hoe langer hoe meer naar een groot exporteur toe. Een gunstig jaar in het ene deel van de wereld, een misoogst elders, veranderen het beeld plotseling. En wij hadden het nu nog maar alleen over de granen Hoe meer wij er over nadenken, des te meer zijn wij er van overtuigd, dat een klein, dichtbevolkt land als het onze, zijn eigen produktie, die toch maar een onbe duidend onderdeel is van de wereldproduk- tie, in hoge ere dient te houden. S. Dc jaarlijkse hoogtijdagen voor onze paardenfokkers naderen snel. Zie voor de prijsvraag „Wio wordt kampioen?" pag. 809.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1