Teelten onder plat glas cjrc H. ENGLEBERT NV. DINGEN VAN DE WEEK 789 VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1964 ALS we platglas vergelijken met staandglas, dan merken we dat het eerste veel nadelen heeft t.o.v. het tweede. a. Platglas vraagt meer arbeid en arbeid is kostbaar. b. Staandglas heeft méér mogelijkheden (hogere teelten, verwarming, mechanisatie en automati sering). c. Meer breuk, lekkage en warmteverlies. d. Meer grondverbruik. Dit heeft tot gevolg, dat vele platglastuinders overgaan op staandglas. Toch kan men platglas nog niet helemaal missen, want voor het opkweken van planten heeft het voordelen t.o.v. staandglas. Om platglas goed te benutten moet men gebruik maken van het omlegsysteem en het zgn. „lichten". Platglastuinders op Tholen werken hoofdzakelijk met de volgende teelten: peen, slaboon, meloen. Enkele benutten hun platglas voor aardbeiteelt. In het kort zullen we bij de teelt van deze gewassen stilstaan PEEN Op een goed zaaibed zaait men omstreeks 20 oktober 1 ons zaad op 70 ramen. Het zaad wordt voorgekweekt. Men neemt een selectie van de Amsterdamse bak. Na het zaaien een dun laagje zand over het zaaibed strooien. De ramen dicht houden tot de peen opkomt. Het glas wordt half maart gelicht. Men kan in mei oogsten. De op brengst is 67 bos per raam. Tegen slakken strooit men een mengsel van zemelen met koper sulfaat langs de kant en op de peen slakkendood. Staat de peen bij het lichten langs de kant minder goed, dan meste men deze bij met wat stikstof. SLABONEN Men zaait 2 ons per m2 zaaibed voor 50 ramen omstreeks 1 april (zie voor opkweek onder sla- bonen vollegrond). Als rassen worden genoemd: Prelude, Probator of Dubbele Witte zonder draad. Uitgeplant wordt 710 april; van Dubbele Witte 6x2 planten per raam; van de andere rassen 8x2 planten per raam. De planten mogen niet te lang zijn. De eerste tijd niet luchten. Als de planten tegen het glas gaan groeien, luchten en van lieverlee afharden. Eind mei kan men bij goed weer lichten. De oogst begint begin juni,*lVa a 2 kg per raam. Het plukken moet voorzichtig gebeuren. 0' BESTRIJDING PREIMOT. Verschillende telers klagen over aantasting van de preimot ondanks verschillende uitgevoerde bespuitingen. De oorzaak hiervan kan zijn dat het spuiten heeft plaats gehad bij een- hoge temperatuur en een lage luchtvochtigheid, omstandigheden die on- gunstig zijn voor de werking van organische fosforverbindingen. Als met deze omstandig heden rekening wordt gehouden en de bespui ting wordt uitgevoerd op een tijdstip dat gun stig is voor de werking van het middel, dan zal het resultaat hiermee in overeenstemming zijn. HET GIETEN IN HERFSTTOMATEN. Tot de eerste tros gezet is houden we het gewas zo droog mogelijk. Daarna gaan we wat gieten. De hoeveelheid is afhankelijk van grondsoort en grondwaterstand. BESTRIJDING „VUUR" IN HERFSTANDIJ- VIE IN VOLLE GROND. Tegen het z.g. „vuur" moet nu worden gespoten. Als middel kan o.a. worden gebruikt maneb of zineb. Per 100 liter water gebruiken we 400 gr. Om de acht dagen herhalen tot veertien dagen vóór de oogst. Denk er aan dat te lang wachten met het uitvoeren van de bespuiting meestal een ziek gewas be tekent dat erg moeilijk gezond te krijgen is. BLOEDLUISBESTRIJDING. Door het vrij war me weer van de laatste weken heeft de bloed- luis zich op vele bedrijven sterk uitgebreid. Op de late rassen gebruiken we Thiodan 50 of Kilval. Op de rassen die over een dag of acht worden geplukt, kunnen we een keuze maken uit Malathion of Phosdrin. MELOEN Meloenen vragen een losse voedzame grond met niet te veel stikstof, 'in verband met de vrucht zetting. De planten worden voor dit doel meestal gekocht. Uitplanten eind mei begin juni. Eén plant met raam. Als ras gebruikt men Gekruiste Netmeloen. De eerste keer in een geultje rond de plant gieten. In het begin geeft men niet veel water. Na de zetting naar behoefte water geven. Na de zetting mesten we een keer bij met 23 kg korrelmest per are. Schermen doet men zo weinig mogelijk. Alleen bij plotseling optreden van scherp zonnig weer. Luchten doet men in het begin wei nig. Tijdens de bloei wordt ruim gelucht in ver band met de vruchtzetting. Meloenen worden reeds ingetopt op het planten bed. Men snoeit in op 3 a 4 hoof dranken. Hart schoonmaken. Zijscheuten terugsnoeien op 2 bla deren boven gezette vrucht. Ontstaan er geen vruchten, dan op 1 blad. Na de eerste zetting neemt men alleen wat kopjes weg. De oogst begint half juli. De opbrengst is 45 vruchten per raam. ARBEID PLATGLAS Bij intensief gebruik heeft één man het gehele jaar werk met 775 ramen (1000 m'2). <4* BESTRIJDING VRUCHTBLADROLLER. Er zijn verschillende fruittelers die nog geen be strijding hebben uitgevoerd tegen de rupsen van de tweede generatie vruchtbladroller. Het is hiervoor nu wel de hoogste tijd. Het beste is om alleen de late rassen nog te behandelen. We gebruiken hiervoor 150 gram Gusathion op 100 liter water. HET SCHOONMAKEN EN ONTSMETTEN VAN BEWAARRUIMTEN. Talrijke telers zijn er nog niet aan toe gekomen om de bewaar- ruimte een opknapoeurt te geven. Het is nu wel de hoogste tijd om te proberen hiermee een begin te maken. 9'OVERBEMESTING BIJ AARDBEIEN. De aard beiden in de volle grond zijn nu goed aan de groei. Een overbemesting kan nu worden ge geven. We geven ruim kali en matig stikstof. Hierdoor krijgen we een plant die goed weer stand kan bieden tegen ongunstige weers invloeden. SLA ZAAIEN VOOR HERFSTTEELT. Als we nee voortijdig schieten van sla willen voor komen, dan dienen we na 25 augustus te zaaien. Is in deze periode de temperatuur wat hoog, waardoor we moeilijkheden kunnen fcrijgen met het opkomen, dan is het verstandig om het zaad voor te kiemen. We doen het zaad in kistjes met vochtig zand en plaatsen deze op een koele en donkere plaats. Zodra de witte wortelpun tjes zichtbaar zijn, na 2 dagen, kan worden gezaaid. IVE fruitkwekers krijgen in deze dagen een cir- culaire van hun veilingen waarin opgave wordt gevraagd van het kwantum fruit dat zij willen opslaan in de koelcellen, gascellen en bewaarplaatsen bij de veilingen. Op korte ter mijn zal een beslissing genomen moeten worden ten aanzien van de bestemming van het winter- fruit. Wat moet er mee gebeuren? Verkopen of bewaren? Deze vragen zullen beantwoord moeten worden. We kunnen ons voorstellen, dat het nemen van de beslissing niet gemakkelijk is. Van bedrijf tot bedrijf kan dat anders liggen. We willen voorop stellen dat zeker dit jaar de fruitoogst zodanig is dat er veel bewaard zal moeten worden tot de winter- en voorjaarsmaanden. Het is onmoge lijk het fruit bij de verbruiker te brengen in de periode dat het wordt aangevoerd. Daarvoor lenen onze winterrassen zich trouwens ook niet. Het gaat er nu maar om wie het fruit moet bewaren, de handel of de teler. Het ligt voor de hand dat de teler, wanneer hij zelf zorgt voor de voorziening van de markt met goede appelen in de winter en het voorjaar, hij zelf koelt en niet in het najaar verkoopt, althans niet zijn gehele oogst. Als telers moeten we zorgen voor een regel matige voorziening van de markt met goed fruit en wanneer we dit schrijven bedenken we dat daar soms nog wel eens wat aan kan man keren. Niet altijd kan de handel terecht wan neer er vraag is. Dat is jammer en zou eigenlijk anders moeten. Daarom zijn we een voorstander van een meer planmatige afzet van het winterfruit uit de koel huizen. We zouden hiervoor eigenlijk het liefst een poolvorming zien met een grote zeggenschap van de veilingdirektie, eventueel aangevuld met een commissie van belanghebbende telers, over de verkoop. Voor bepaalde rassen gebeurt dit reeds en overwegend met succes. We hopen dat er weer poolvorming zal plaatsvinden in Zeeland voor rassen als Conference en Bramley Seeling, die bewaard worden, maar dat ook overwogen zal worden of niet meerdere rassen zich hiervoor lenen. We vragen ons zelfs af of we ook voor een ras als James Grieve niet moeten naar poolvor ming bij de verkoop. Zoals het nu gaat met dit ras geeft het toch eigenlijk weinig bevrediging. We streven er naar om een goede kwaliteit op de veilingen te brengen, maar wanneer we de vruchten aan de boom goed laten verzorgen is de prijs zodanig gezakt, dat er geen sprake meer is van een goede beloning voor het aanbieden van goed fruit. Degenen, die niet hebben gewacht, vroeg heb ben geplukt en hun appels hebben weggezet, waardoor ze vroeg aan de markt konden komen, kregen weer een hogere prijs. Zou het geen aanbeveling verdienen wat meer systeem te brengen in de afzet van dit voor ons gebied steeds belangrijker wordende appelras? Het is maar een vraag en we weten, dat het niet eenvoudig is daar een bevestigend antwoord op te geven. Het lijkt ons toch een zaak die het overwegen waard is. Bij het bewaarfruit is leiding bij de afzet nood zakelijk en het is toch wel in heel sterke mate de veiling die aangewezen is om deze leiding te geven. Omdat een regelmatige voorziening van de markt van zo grote betekenis is, dient van alle bewaarmogelijkheden gebruik gemaakt te wor den. Dat wil zeggen dat wanneer we een groot bedrijf hebben met veel Golden Delicious, we een deel zouden opslaan in de bewaarplaats, een deel in het gewone koelhuis of in de gascellen met een wat hogere bewaartemperatuur en een (belang rijk) deel in gascellen met een lage bewaartem peratuur. Een ras als Goudreinette voelt zich dikwijls erg goed thuis in de bewaarplaats. Dan moet wel uiterlijk eind januari worden geruimd, maar dat is meestal voor dit ras geen bezwaar. Jonathan (liefst met wat kleur), die bewaard moet worden, kan ook in de bewaarplaats maar dan moet er meestal te vroeg worden geruimd. Partijen die bewaarbaar zijn (en de teler weet toch meestal wel of dat het geval zal zijn) kunnen met veel succes in het koelhuis worden opgesla gen. De oogst van het bewaarfruit is eigenlijk een verhaal apart. Men moet op tijd oogsten, dat wil zeggen vooral niet te vroeg maar ook niet te laat. Plukt men te laat dan is het fruit ook weer kor ter houdbaar. Elke teler zal echter wel weten welk tijdstip hij ongeveer moet aanhouden. On derstam en grondsoort spelen hierbij ook een zeer belangrijke rol. Verder willen we wijzen op de noodzaak om het moment tussen de pluk van het fruit en de inbreng in het koelhuis zo kort mogelijk te doen zijn. In geen geval mag het fruit thuis eerst enige tijd worden opgeslagen. Dat zal altijd gaan ten koste van de bewaarbaarheid. Het streven moet zijn: op de dag van de pluk nog in de cel. Niet altijd zal dat even gemakkelijk te ver wezenlijken zijn. maar in elk geval dient men te trachten het ideaal zo dicht mogelijk te bena deren. T«t de volgende wee! (Adv.) IMPORTEUR: met o.a. gepatenteerde oppel-lichtwielen AFD. LANDBOUW - VOORSCHOTEN - TELEFOON 01717-2010

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 13