Onderwijsnotities over: HET PRAKTIJKONDERWIJS Regering geporteerd voor E.E.G.-regeling suiker 755 Suikerbieten-verwachtingen Pulpprijzen campagne 1964 Van het bureau Grond- en pachtzaken KLEINE PERCELEN Voorlopige oogstraming koolzaad, karwïjzaad en ongerepeld vlas -V -ïtr'T'x T V K M D A G 21 AUGUSTUS 1961 MEER VAKKENNIS De klacht wordt wel vernomen, dat aan de lagere land- en tuinbouwscholen die beter konden worden omgedoopt tot b.v. agrarisch-technische scholen) nog te weinig aandacht wordt besteed aa* de praktijkvakken. Wij kunnen het standpunt „hoe meer praktijk des te beter" volkomen onder schrijven, als. dit tennjinste niet (teveel) ten koste gaat van de theoretische vakken en zeker niet van de algemeen vormende vakken. Wat de algemeen vormende vakken betreft moet bovendien niet uit oog worden verloren, dat de leerlingen van de eerste en tweede klasse (7e en 8e leerjaar) nog leerplichtig zijn en daarom alleen reeds de wettelijk voorgeschreven dosis algemeen vormend onderwijs moeten verwerken., In de derde en vierde klas is er weliswaar geen leerplicht meer, maar toch blijft ook hier de vak kennis, aangevuld met praktijkonderwijs, in ruime mate begeleid door algemeen vormende vak ken. Wij juichen het zonder meer toe,, dat de algemene vorming en de theoretische scholing een es sentieel onderdeel blijven vormen van het onderwijsprogramma. Als men bedenkt, dat de derde en vierde klasse slechts 30 weken per jaar onderwijs ontvangen en dat gedurende resp. 4 en 3 dagen per week, is het duidelijk, dat er nog voldoende ruimte is om het praktijkonderwijs tot verdere ontplooiing te brengen. In deze zin hebben de landbouworganisaties de minister dan ook ge adviseerd. Voorts moet worden bedacht, dat het theoretisch en het praktisch lesgedeelte door een goede samenwerking tussen theorie- en praktijk-leerkrachten op vele plaatsen elkaar raken en in feite als een eenheid gezien kunnen worden. Er wordt zodoende in werkelijkheid veel meer vakken nis op de agrarische school gegeven dan het lesrooster zou doen vermoeden. IpT de voorlopige tellingen van de bietenuitzaai doo.r 't C.B.S. verricht, blijkt dat in de provin cie Zeeland de uitbreiding procentueel het klein ste is geweest. De grootste uitbreiding vond plaats in de provincies Gelderland, Overijssel en Drente. Bij Overyssel zijn inbegrepen de cijfers van de N. O. P. en Oostelijk Flevoland. De opbrengst wordt door het Instituut voor Ra tionele Suikerproduktie te Bergen op Zoom ge schat op een landelijk gemiddelde (per 10 augus tus) van ongeveer 45 ton/ha bij een suikergehalte van 14.5 De verwachtingen voor Walcheren en Schouwen-Duiveland zijn iets lager, die voor overig Zeeland iets hoger. In verschillende delen van liet land is er last van de droogte en de groei wordt daar dan ook wat afgeremd. Hoewel de gegevens niet ongunstig zijn zal veel afhangen van neerslag en temperatuur in de komende weken. In het eerste gedeelte van augustus is de groei wat beneden normaal geble ven. DE commissie Nevenproducten van de Neder- landse Suikerindustrie heeft de pulpprijzen voor de aanstaande campagne bekend gemaakt. De prijzen voor natte pulp zijn gelijk aan die van het vorige jaar (als regel 10,per ton af fa briek, waarbij voor enkele gebieden een kleine afwijking mogelijk is) .Voor alle soorten droge pulp is de minimumprijs voor de campagne 1964 3,per 100 kg lager vastgesteld dan vorig jaar. Voor gedroogde pulp geldt dus thans een mini mumprijs van 18,50 per 100 kg af fabriek voor leveringen van 10 ton en meer. Evenals voorheen wordt bij levering na 7 december deze prijs ver hoogd en wel met 1,50 per 100 kg, ten einde een zo goed mogelijke spreiding bij de afzet te krijgen. De reeds bestaande onderlinge prijsver schillen voor de overige pulpsoorten blijven on veranderd. De voorverkoop is inmiddels begonnen. CEN groot aantal bepalingen van de Pachtwet zijn niet van toepassing op pachtovereenkom sten betreffende los land indien: a. het perceel niet groter is dan 25 aren en in ge bruik is als landbouwgrond; b. het perceel niet groter is dan 10 aren en in ge bruik is als tuingrond. Dit komt hierop neer: le. Pachtovereenkomsten van voornoemde percelen behoeven niet schriftelijk te worden aangegaan. 2e. De pachtprijs voor deze percelen is vrij. 3e. Pachtovereenkomsten kunnen voor onbepaalde tijd, voor elke willekeurige termijn, of van jaar tot jaar aangegaan worden. 4e- De Pachtkamer kan deze overeenkomsten niet verlengen. 5e. Pachtoverneming of in (le plaatsstelling is niet mogelijk. MEERDERE KLEINE PERCELEN Indien echter tussen verpachter en pachter meer dan één pachtkontrakt is gesloten en de gezamen lijke oppervlakte van deze percelen is groter, dan liet hierboven vermelde minimum, dan gelden voor deze overeenkomsten weer alle bepalingen van de Pachtwet. IIET C. B. S. heeft de uitkomsten gepubliceerd van de voorlopige oogstraming van koolzaad, karwijzaad en ongerepeld vlas, welke eind juli '64 werd gehouden. Voor koolzaad wordt een gemiddelde opbrengst per ha verwacht van 2.650 kg, hetgeen 5 hoger ligt dan het cijfer van verleden jaar en het tien jaarlijks gemiddelde. Als gevolg van de areaalver mindering wordt de totale produktie geraamd op ruim 9.700 ton tegen 9.990 ton in 1963 De produktie van karwijzaad wordt geschat op 7.960 ton, dit is 40 hoger dan in 1963. Deze stij ging moet zowel worden toegeschreven aan de ver groting van de beteelde oppervlakte als aan de te verwachten rendementsstijging van 17 t.w.: 1963: 1490 kg/ha; 1964: 1.740 kg/hn. Ook voor ongerepeld vlas kunnen hogere pro- duktiecijfers worden verwacht dan in 1963. Van het toegenomen vlasareaal wordt n.I. een opbrengst per ha verwacht van ruim 8.300 kg (1963: 8.150 kg), waardoor de totale vlasproduktie wordt ge taxeerd op 254.700 ton of te wel 18 hoger dan die van 1963. TUINBOUW Intussen wordt met kracht gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het praktijkonderwijs in Zeeland. Over het leerlingenstelsel, dat in Kapelle bij wijze van proef is gestart, is reeds het een en ander geschreven. Dit stelsel, dat ge leidelijk ook aan de andere scholen zal worden doorgevoerd, en de steeds grotere aandacht, die tie tuinbouw aan onze scholen vraagt, hebben ertoe geleid, dat het lerarenkorps per september a.s. moest worden uitgebreid. Als praktijkleerkracht zijn reeds werkzaam de heren A. Eversdijk te Kapelle (fruitteelt) en D. Koppenhol te Goes (groenteteelt). Beide heren bezochten het afgelopen jaar de scholen te Ka pelle, Middelburg, Zierikzee, Scherpenisse en Schoondijke. In het programma zijn nu ook op genomen de scholen te Hulst (N.C.B.) en Goes. Noodzakelijk werd de benoeming van twee nieu we leerkrachten, t.w. de heer P. Oud (34) te Em- meloord, die werkzaam was voor het Rijkstuin- bouwconsulentschap in de IJsselmeerpolders en de fruitteelt, groente- en bloembollenteelt zijn spe ciale aandacht had. Voor de mechanisatie in de tuinbouw kon wor den aangetrokken de heer A. de Vrie (36) te Goes, in onze provincie welbekend als Assistent A bij de Rij kstuinbouw voorlichtingsdienst. Beide heren krijgen als standplaats Kapelle, daar de tuinbouwschool als de „spilschool" van ons pro vinciale tuinbouwonderwijs moet worden gezien. VEETEELT Belangrijk is ook de benoeming van twee prak tij kleerkr achten voor de veeteelt. Dit onderwijs werd aan onze scholen wat de praktische kant betreft tot nu toe enigszins stiefmoederlijk be deeld o.a. door gebrek aan vakleerkrachten. Wij prijzen ons dan ook gelukkig U een tweetal jonge leerkrachten te kunnen voorstellen, die per sep tember zullen trachten het veeteeltpraktij konder - wijs gestalte te geven. Het zijn G. J. Schep (22) te Berkenwoude en H. Bos (22) te Utrecht. Beiden ontvingen zij hun opleiding aan de Chr. Hogere Landbouwschool te Ede (akte L IV). Hun stand plaats wordt resp. Middelburg en Goes. Zij zullen samenwerken met de reeds jaren in onze dienst zijnde heer J. Priem te Scherpenisse en de heer H. G. van Geffen (N.C.B.) te Schoondijke. beide leerkrachten in de sector akker- en weidebouw. Tenslotte kan nog worden opgemerkt, dat voor al door het praktijkonderwijs een vorm van samenwerking in Zeeland aan het groeien is tussen de Z. L. M.-scholen te Zierikzee, Scherpe nisse, Kapelle, Goes en Middelburg en de scholen van andere organisaties te Hulst, Schoondijke, Oostkapelle en 's Heer Arendskerke. Uit onder wijskundig en organisatorisch oogpunt bezien een heilzame ontwikkeling. A. Voor het totstandbrengen van een gemeenschappelijk landbouwbeleid is het noodzakelijk dat voor landbouwpro- dukten als suiker, waarvoor marktordenende regelingen in de Lid-Staten bestaan, een E.E.G.-regeling wordt getrof fen. Dit deelt de minister van Landbouw en Visserij, tevens namens zijn ambtgenoten voor Economische en Buiten landse Zaken mede in antwoord op schriftelijke vragen, door het Tweede Kamerlid, de heer Vredeling, gesteld. De E. E. G.-Raad van Ministers heeft zich over de nood zaak van een suikerregeling reeds uitgesproken. Op 14 januari 1962 nam de Raad een resolutie aan inhoudende, dat hij op voorstel van de Europese Commissie een beslis sing zou nemen over een suikerregeling die op 1 januari 1963 in werking zou moeten treden. Eerst op 16 maart 1964 legde de Commissie een ontwerpverordening voor aan de Raad. Deze verordening zou op 1 oktober 1964 in werking moeten treden. Aan de totstanaorenging van een gemeenschap- markt voor suiker tegelijk met dat voor granen te pelijk beleid voor landbouwprodukten zijn twee verwezenlijken. aspecten te onderscheiden: het gelijkmaken van Minister Biesheuvel ziet niet in, dat er door het het instrumentarium van het beleid en de regels vaststellen van een suikerregeling zonder volledig voor de toenadering der prijzen. Daarbij is het be- uitgewerkte regeling voor de prijstoenadering een staan van een gemeenschappelijk beleidsinstru- nieuw obstakel in verband met de zgn. Kennedy- mentarium een noodzakelijke voorwaarde voor de ronde zou worden gecreëerd. Een verschillend sys- prijstoenadering. teem van marktordening met een nationale prijs- Daarnaast is de bewindsman van mening dat regeling voor suiker in elk der lid-staten is in een gemeenschappelijk beleid dat niet voorziet in ieder geval geen basis om als Europese Economi eën regeling voor de prijstoenadering en het be- sche Gemeenschap deze onderhandelingen te voe- reiken van een gemeenschappelijk prijspeil niet ren. De minister zal, wanneer het ten aanzien van volledig is. Een regeling van het gemeenschappe- de suiker te voeren beleid in de Raad aan de orde lijk prijsbeleid in de suikersector is dan ook nood- komt, de stand van de onderhandelingen op land- zakelijk. Voorts is hij van mening dat de prijs- bouwgebied in de Kennedy-ronde, waar het E.E. regeling voor suiker in samenhang met een rege- G.-steunbedrag voor suiker op dit moment overi- ling voor de graanprijzen dient te worden opge- gens nog geen actuele zaak is, mede in de be steld; hij gaat dan ook gaarne akkoord met het schouwing betrekken. Commissievoorstel om de gemeenschappelijke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 3