Te snelle industralisatie Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in VRIJDAG 17 JULI 1964 Vian harte dank Frankering bij abonnement: Terneuzen 52e Jaargang No. 274® |\E ontwikkeling- van de arbeidsvoorziening in do land- en tuinbouw is een on derwerp dat in toenemende mate de aandacht vraagt. Reeds vele malen is hierover in de Kommissie Werkge- versbelangen en in het Be stuur der Z. L. M. gesproken. Ook uit diverse afdelingen kwamen stemmen die van een zekere bezorgdheid om trent de toekomstige ontwik keling op dit terrein blijk gaven. De afgelopen winter werd in een groot aantal afdelingen van onze organisatie bij de behandeling van het jaarlijk se vraagpunt op uitgebreide schaal aan alle moeilijkheden en problemen, die niet de ar beidsvoorziening nu en in de toekomst samenhangen, aan dacht besteed. Het rapport, dat uit alle verslagen die bij het sekreta- riaat binnenkwamen werd samengesteld, vindt IJ in dit nummer afgedrukt. Uit dit rapport blijkt wel dat dit on derwerp de aandacht die het nodig heeft inderdaad ook kriigt. Er blijkt ook uit dat niet teveel gezegd is, wanneer wordt gesproken van een zekere zorg voor de toekom sttere voorziening van de be drijven met voldoende des kundige arbeidskrachten. AFVLOEIING ZET DOOR UTANNEER we de cijfers bezien over de laatste jaren dan blijkt dat het vertrek van in de landbouw werkzame vreemde arbeidskrachten naar andere sektoren van het bedrijfsleven nog steeds verder doorzet. Een aanwijzing voor de ont wikkeling is o.a. het verloop van het aantal gere gistreerde jaarkontrakten in de akkerbouw en de veehouderij in Zeeland. Het aantal van deze kon trakten daalde de laatste 5 jaren met 33 of wel met 6,5 gemiddeld per jaar. Ook de uit andere bronnen bekende gegevens tonen aan dat de laat ste jaren het aantal landarbeiders in Zeeland met gemiddeld 5 a 6 per jaar is gedaald. Een be langrijke faktor voor de arbeidsvoorziening op de bedrijven die hier nog bijkomt is dat het verloop van het aantal medewerkende gezinsarbeidskrach ten een zelfde ontwikkeling laat zien, dan die van het aantal vreemde arbeidskrachten. In de periode van 19561962 was de daling va» het aantal (manl.) gezinsarbeidskrachten in onze provincie n.l. 23 WAT IS DE AANLEIDING? DE aanleiding tot deze ontwikkeling, die reeds geruime tiid gaande is en wat de laatste jaren betreft duidelijk uit de voorgaande cijfers blijkt, zijn naar onze mening tweeërlei. In de eerste plaats de toenemende industrialisa tie van ons land en ten tweede de technische ontwikkeling in de landbouw. Welk aspect nu het meeste gewicht toegekend moet worden, is moeilijk te beantwoorden. Zeker is dat de landbouw in de periode na 1945 door de zeer snelle mechanisatie op de bedrijven arbeidskrachten kon afstoten. Aan de andere kant was er de zuigkracht, die de industrie op de agra rische werknemers uitoefende. Of was het zo dat door de steeds sterker wordende zuigkracht van de industrie de landbouw in toenemende mate ge dwongen werd arbeidsbesparende investeringen toe te passen? Dat de gevolgen van deze gang van zaken voordelen heeft afgeworpen staat wel vast. Dank zij een zich rationaliserende en zich mecha niserende landbouw kwamen arbeidskrachten vrij. Mede hierdoor kon Nederland zich industrialiseren. Dat het veranderingsproces ook voor de landbouw voordelen bracht wordt duidelijk wanneer we ons de gevolgen van de huidige loonexplosie inden ken, bij een arbeidsbezetting die 1015 jaar gele den regel was. Zo dit nog niet voldoende duidelijk zou zijn, dan is het gunstige aspect van mechani satie en rationalisatie door deze loonexplosie nu wel gebleken. Hiertegenover staat de indruk wel dat de afgelopen jaren de landbouw de voordele» van kostprijsverlaging, die ze door vele investerin gen wist te behalen, niet altijd doorberekend kreeg. SNELLE AANPASSING AOK op andere wijze heeft de landbouw blijk gegeven zich op snelle wijze aan de verande ringen te kunnen aanpassen. We denken hierbij o.a. aan de arbeidsrationali- satie en aan de samenwerking. Nieuwe mogelijk heden die zich voordeden en nog voordoen worden in zeer korte tijd algemeen toegepast. Eigenlijk is het proces van veranderingen nog steeds aan de gang. In het rapport over het vraagpunt staan een aantal suggesties van afdelingen, die een nadere overweging ten volle waard zijn. Persoonlijk den ken wij o.a. aan de boerenhulpverleningsdiensten, (Zie verder pag. 655.) rEN zeerste getroffen door de vele blijken van belangstelling en door het grote aantal afgevaar digden van besturen, van afdelingen en kringen van de Z. L. M., is het mij een behoefte allen mede namens mijn vrouw van harte dank te zeggen voor het afscheid als secretaris-penningmeester, dat ons op 29 juni is bereid. Wij zullen zeer zeker deze dag nooit vergeten en zullen blijven meeleven met de aloude Z. L. M. Gaarne wensen wij de Z. L. M. een voorspoedige tijd toe en een nuttige arbeid in het belang van de Zeeuwse land- en tuinbouw. J. F. G. SCHLINGEMANN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1