De opmars van „TIN" in de landbouw is niet meer te stuiten DE OPMARS VAN „TIN' De fungicide bruikbaarheid van „koper" in de land- en tuinbouw is reeds van oudsher bekend Het zoeken naar nieuwe middelen irv Cen begrip voor bestrijdingsmiddelen De bestrijding van de aardappelziekte in nieuwe banen rrTfff" IN DE N.O.Pm «^mrrmrn,. Voor Nederland werd vooral bij de bestrijding van de door de schimmel Phytoph. thora infestans (Mont.). De Bary veroorzaakte ziekte in aardappelen een zeer belangrijk toepassingsgebied gevonden voor verschillende koperverbindingen. In de loop der tijden kon men middelen als Bourgondische pap, Bordeauxse pap, Icopercarbonaat, kopergxyduuï, koperoxychloride (en nog vele meer) de revue zien passeren. Van alle koperbevattende preparaten werd in ons land het laatst genoemde waarschijnlijk wel het meest toegepast en het wordt nog steeds in grote hoeveelheden gebruikt. Hiermee is een enorme, ervaring opgedaan, zoveel, dat als men over „koper" sprak, men vanzelfsprekend koperoxychloride be doelde. Met „koper" had men een middel ter beschikking, waarmee de aardappel ziekte afdoende kon worden bestreden en dat betrouwbaar was. Men was er 'i.h.a. dan ook volkomen tevreden mee. „Koper" was tenslotte niet meer uit de landbouw weg te denken; het had daarin een zeer vaste, ogenschijnlijk onaan tastbare positie verworven! Toch werd de algemene tevreden heid aangetast. Naarmate n.l. steeds hogere eisen aan de landbouw wer den gesteld, werd men er zich van bewust, alleen goed te kunnen boe ren, indien kwaliteits-produkten en liefst met top-opbrengsten worden voortgebracht. En daardoor groeide het besef, dat óók aan het beproefde koperoxychloride slecht te aanvaar den bezwaren kunnen kleven. „Ko- per"-bespuitingen kunnen n.l. een nadelige invloed op het gewas uit oefenen, die de beoordeling (selek- tie) van het gewas kan bemoeilijken en waardoor ook de opbrengst kan verminderen. In droge en warme jaren (1959!) kan „koper" zelfs een aanzienlijke opbrengstderving ver oorzaken. Er werd naarstig naar nieuwe mid delen gezocht. Zo kwamen er veel preparaten, die door een lager ge halte aan koper zachter voor het ge was zouden zijn. Het liep slechts op teleurstellingen uit, want bij een zware infektie-druk bleken zij geen van alle dezelfde schimmelwerende kracht te bezitten als het beproefde koperoxychloride. In andere geval len waren de deeltjes zo ultra-fijn, dat, doordat zij juist gemakkelijker de plant konden binnendringen, het beoogde doel van geringere fyto- toxyciteit werd misgelopen. Van de organische fungiciden sche nen de difhiocarbamaten goede per- spektieven te bieden. Deze middelen, waarvan zineb de grootste betekenis in Nederland bij de bestrijding van' de aardappelziekte kreeg, bleken zeer zacht voor het gewas te zijn en hielden als zodanig een belofte in. Helaas bleken zij in ons klimaat het gewas bij enigermate infektiedruk té weinig bescherming té bieden, waardoor het lang doorspuiten met dit type middelen een te grote risiko- faktor inhoudt. Toch was de behoef te aan een tegenwicht voor de na delige invloed van „koper" zo groot, dat zij thans algemeen (vooral zi neb) gedurende een korte, vroege periode, waarin het met het Phytop- thora-gevaar nog wel meevalt, wor den toegepast. Voor de latere, ge vaarlijkere periode stapt men dan over op een krachtiger middel, zoals koperoxychloride (of tegenwoordig vooral organisch tin). Met alle nieu wigheden was er tot zover dus feite lijk weinig nieuws onder de zon. De positie van koperoxychloride was beslist nog niet aangetast; dit mid del bleef de oude, vertrouwde hoofdschotel bij het Phytophthora- menu. Contróle van een aardappelperceel. wmm&1 Honderd jaar chemie Nederland leken zij vooral voor de be strijding van de aardappelziekte inte ressante aspekten te bieden en aan het eind van 1957 kon van de Planten- ziektekundige Dienst de goedkeuring voor VP 19-40, één der eerste formu leringen op basis van fentin- acetaat (tri-fenyl-tinacetaat) voor proefsgewij- ze toepassing worden verkregen. Of schoon toen reeds de uitzonderlijk goede bescherming van de knollen tegen infektie vaststond, wilde de fa brikant nog geen gebruik maken van de goedkeuring, daar in enkele proe ven een min of meer ernstig verbran dingsverschijnsel tot voorzichtigheid maande. Het onderzoek werd voortge zet en in 1958 kon voor een verbéter de formulering van BRESTAN, zoals VP 19-40 in de handel ging heten, voor toepassing in lagere doseringen een nieuwe goedkeuring wörden ver kregen. In het extreem warme en droge jaar 1959 bleek in officiële proeven duidelijk, dat BRESTAN aan merkelijk zachter voor het gewas is dan koperoxychloride, hetgeen tot uiting kwam in opbrengstverschillen tot 6 ton aardappelen per ha. ten gunste van BRESTAN! In de loop Yan de volgende jaren werd nog meer waardevolle praktijkervaring opgedaan en daarin werd de bevesti ging gevonden van de superieure be scherming door BRESTAN van de knollen tegen aantasting. Er versche nen nieuwe middelen op basis van „tin", o.a. het MANEB BRESTAN ter vervanging van zineb en BRESTAN SUPER, het hoog-gekoncentreerde tin-preparaat, dat t.o.v. de „normale" 20-procentige formulering een belang rijke verbetering blijkt te zijn. BRES TAN SUPER bevat niet alleen fentin- acetaat, maar bovendien maneb. De zeer gunstige kombinatiemogelijkhe- den van dithiocarbamaten met fentin- acetaat zijn een vinding van de Farb- werke Hoechst AG. Een met BRESTAN SUPER behandeld aardappelgewas. Het zou te ver voeren, hier een uitge-1 breid verslag te geven over alle inte ressante aspekten van „tin" voor de landbouw. Dit is ook niet nodig, daar de uitnemende eigenschappen er van overal bekend en officieel erkend zijn. Aangezien er echter bij de overheidsin stanties twijfel over bestond, of in de N.O.P. aan „tin" boven „koper" wel de voorkeur kon worden gegeven, zal zeer in het kort nog op deze kwestie worden ingegaan. Het ging om de vraag, of „tin" in de N.O.P. bij een zware infektiedruk gedurende het sei zoen de aantasting net zo goed kon tegengaan als „koper". De praktijker varing zei: „ja en zelfs beter, zoals overal elders"; de resultaten van enke le P.D.-proeven gaven door afwijkende resultaten evenwel de indruk, dat de N.O.P. als een uitzonderingsgebied moest worden gezien. Mét het doel, een juist antwoord op de vraag te verkrij gen, werden door de fabrikant zorgvul dig opgezette proeven op verschillende plaatsen in de N.O.P. uitgevoerd. Jam mer genoeg was de infektiedruk in 1962 gedurende het seizoen te l&ag, om een duidelijke uitspraak mogelijk te maken. In 1963 echter waren de om standigheden, zoals men zich zal her inneren, uitermate gunstig voor de aan tasting. Enkele gegevens van drie proe ven zijn hieronder in de tabel opgeno men. In 1957 verschenen echter de eerste officiële publikaties over een geheel nieuwe, reeds in 1952 door de Farb- werke Hoechst AG. ontwikkelde groep van fungiciden, n.l. de organische tin- verbindingen. De ermee bereikte re sultaten bij de bestrijding van verschil lende schimmels op meerdere gewas sen waren opvallend gunstig. Voor opbrengsten in kg/ha No. proef Middelen 50 m.m. gezond 28 m.m. knol- ziek gezond ziek totaal 63401 SL koperoxy chloride 24.420 40.260 4.870 45.130 10,8 Brestan- Super 30.950 46.080 3.080 49.160 6,3 onbehandeld 7.420 26.550 3.290 29.840 11,1 63402 SL koperoxy chloride 21.480 36.770 3.980 40.750 9,8 Brestan- Super 29.470 45.970 1.260 47.230 2,7 onbehandeld 63403 SL koperoxy chloride 16.220 35.270 3.650 38.920 9,4 Brestan- Super 19.620 41.270 1.810 43.080 4,2 onbehandeld 5.570 24.350 3.540 27.890 12,7 Uit deze proeven blijkt duidelijk, dat met BRESTAN SUPER belangrijk betere resultaten in een seizoen met zware infektiedruk konden worden be reikt, dan met koperoxychloride. Niet alleen werd zowel de loof- als knol aantasting beter tegengegaan, doch bo vendien bleek BRESTAN SUPER tot aanzienlijk hogere opbrengsten aanlei ding te hebben gegeven, hetgeen vooral bij Bintje in de grotere (dus duurdere) kuQünatÊtt tot uiting kooit* De resultaten, gesteund door prak tijkervaringen, rechtvaardigen de kon- klusie, dat de opmars van „tin" in de landbouw niet meer te stuiten is, óók niet in de Noord-Oost-Polder! Publicatie: HOECHST-HOLLAND N.V. afd. bestrijdingsmiddelen Postbus 284 - Tel. 020^237373 Amsterdam

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 24