Ten afscheid j P PIF J VRIJDAG 3 JULI 1964 W HÉ Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland Op de Algemene Vergadering der Z.L.M. sprak onze Voorzitter ir. M. A. Geuze de volgende ivoorden tot de scheidende Algem. Secretaris mrJ. F. G. Schlingemann Frankering bij abonnement: Terneusea 52e Jaargang No. 2738 VORT geleden las ik een artikel van een Fransman, die daarin schreef dat zijn vrouw, toen zij nog maar kort in Nederland woonde, de psychologische basis van de Nederlander met een drietal zinnen, jiie zij steeds weer te horen had gekregen, kenschetste. De drie zinnetjes waren: „Niets aan te doen", „Wij zullen afwachten" en „Men moet het laten bezinken". Als verstandige Fran$aise zei ze er echter bij, dat het haar scheen dat de Nederlanders zo waren. Wie de bedaarde en kalme verschijning van de jonge sekretaris van de Z. L. M., op volger van Ir. Dorst, kort na de tweede wereldoorlog voor 'teerst zag om precies te zijn in 1946 zal misschien eerst ook op een ogenschijnlijke rust zijn afgegaan. Overigens is ook de Zeeuw een voorzichtig en verstandig beoordelaar. Het lijkt mij een aangenaam mens, zullen ze gezegd hebben. Ik geloof niet teveel te zeggen, wan neer ik constateer dat deze laatste schijn inderdaad bewaarheid is, doch wat de kalmte en rust betreft, Mr. Schlingemann is geen driftig mens gebleken, maar wel een zeer energiek mens, die zich in de 18 jaren van zijn sekretarisschap weinig of geen rust gegund heeft, misschien wel te weinig rust, doch een sterk corpus heeft alle aktivi- teiten en dat waren er vele doorstaan. Het heugt me nog als de dag van gisteren, dat we een eerste gesprek met de sollicitant Schlingemann hadden. De eerste indruk en dat is meestal de juiste was direct gunstig. We zaten alleen een beetje met het gebrek aan agrarische ervaring. Ik heb toen de vraag gesteld: wanneer straks op een zitdag een lid aan U vraagt, hoeveel haver zou ik daar en daar moeten zaaien, wat zou U dan antwoorden? De candidaat peinsde even en zei toen bedachtzaam: Ik zou vragen hoeveel bent U gewend te zaaien, en dan zou ik zeggen, dat lijkt me wel goed De laatste twijfel omtrent geschiktheid was toen bij ons weggenomen. Overigens geloof ik niet, dat in de 18 jaar veel dergelijke vragen hem nog zijn gesteld. Wanneer ik drie hoofdzaken uit de carrière van Mr. Schlingemann naar voren zou mogen halen thans, zijn dat: 1) zijn wintervergaderingen in kringen en afdelingen. Met een bewonderenswaardige ijver heeft hij deze programma's aangevat en afgewerkt. Niets was hem teveel, tij of ontij, weer of geen weer, er werd gesproken. En hoe, met kunde, met élan, met overtuiging en graag, zeer graag gehoord. 2) zijn hoofdartikelen in 't Landbouwblad. Even gaarne als men het gesproken woord van de sekretaris aanhoorde, even gaarne las men zijn uiteenzettingen, altijd actueel, altijd opkomend voor het platteland, voor het belang van de boer, van veehouder, van tuinder. Waarom las men het zo gaarne? Omdat de pen wist te vertol ken een juist aanvoelen van wat leefde op het Zeeuwse platte land en in het Zeeuwse boerenhart. 3) zijn penningmeesterschap. Mr. Schlingemann had de goede eigen schappen van een secretaris-penningmeester in zich verenigd. Onder zijn leiding is de Z. L. M., ondanks grote uitbreiding van werkzaamheden en personeel, financieel verstevigd en de resul taten, ook van het vanmiddag af te sluiten boekjaar 1963, wijzen het weer uit. Onze vice-voorzitter Dekker heeft het 1 mei j.l. in 't Landbouwblad nog geschreven dat de secretaris snel begrepen had dat een nauw contact met en een goede voorlichting van de leden van grote waarde was. Hij heeft zich bijzonder snel weten aan te passen. Ik zou het zó willen uitdrukken: hij is als een heel bijzonder paard al lopende beslagen en kwam dientengevolge steeds beslagen ten ijs. Beslagen ten ijs en van alle markten thuis, d.w.z. na ze bezocht te hebben. Want in de provincie en in den lande, later ook in het buitenland doet men zijn kennis op. De veelzijdigheid van de sekretaris is ge bleken in het waarnemen van vele, zeer uiteenlopende funkties uit hoofde van zijn verbondenheid aan de Z. L. M. We denken aan het H. B. van het K. N. L. C., aan de Gew. Raad van het Landbouwschap, aan het Bestuur van de N. F. O., aan Wet-Risico, aan al onze verzeke ringen waarin hij steeds een zo zeer stuwende kracht is geweest (en gelukkig zal blijven, mag ik er aan toevoegen), aan de Commissie van Toezicht van de Hogere Landbouwschool in Dordrecht, aan het Bouwbureau, aan zijn werk voor de jaarlijkse reizen, zijn initiatief steeds weer en aan nog veel meer, ik vermag niet uitputtend te zijn. Doch ook direkt buiten de Z. L. M.-kring lieten zijn interesses hem niet met rust en weer som ik op: fractievoorzitter voor de V. V. D. in Provinciale Staten, lid van de Raad van Bestuur van de P. Z. E. M., bestuurslid van het E. T. I., voorzitter van het college van curatoren van het Goesse Lyceum, bestuurslid Volksonderwijs, hockeyscheids- rechter, bestuurslid en spreker voor het Volkshogeschoolwerk. En daar tussendoor steeds weer op zitdagen, op beurzen, op vergaderin gen, tentoonstellingen, demonstraties het kontakt met de leden her nemend. Het heeft het D. B. der Z. L. M. zeer veel deugd gedaan, dat zijn sekretaris ter gelegenheid van de viering van de naamdag van Hare Majesteit Koningin Juliana voor al zijn arbeid in Zeeland en daar buiten benoemd werd tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Ook voor Mevrouw Schlingemann, die met haar kinderen haar man vaak en langdurig heeft moeten afstaan buiten de uren van een gewone kantoordag, voor dit werk, zal dit een grote voldoening zijn geweest. Persoonlijk wil ik er aan toevoegen dat Schlingemann voor mij, die hem ook al die 18 jaren als voorzitter heeft meegemaakt, een op maat gesneden sekretaris is geweest. Hij heeft mij nooit lastiggevallen als het niet nodig was, kwam mij altijd raadplegen als het wèl van importantie en gewenst was dat de voorzitter ingeschakeld werd. Dat is een grote verdienste op een zodanige plaats. Ik wil hem dan ook namens het D. B. en het Hoofdbestuur van de Z. L. M. en al zijn leden, en laat ik er bijvoegen verwanten en sympathiserenden, dank zeggen voor het feit dat hij zich steeds helemaal gegeven heeft, met zijn volle inzet en zonder terughouding, want zó was zijn karakter. Wij prijzen ons gelukkig dat hij ons als adviseur en als vice-voor- zitter bij ons verzekeringswezen o.a. ter zijde zal blijven staan en dat wij zo een band zullen blijven behouden, een band die via het K. N. L. C. toch niet geheel zou worden doorgesneden, terwijl hij vanuit zijn nieuwe funktie ook ons laat ik het zó uitdrukken internatio naal zal blijven voeden. Mijn laatste afscheidsregels secretaris zijn, dat ge in de rij van hoogste functionarissen bij de nu meer dan 120-jarige Z. L. M., met namen als Vosterman van Oyen, Kielstra, Siebenga en Dorst» mede een ereplaats hebt weten te verwerven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 1