Leerkrachtendag 1964
585
Economische klimaat voor
melkveehouderij waarborgt
redelijk inkomen
Spanning en onzekerheid
EEN BLIK VOORUIT
ALGEMENE VERGADERING
DER ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAPPIJ
VRIJDAG 26 JUNI 1964
De Minister van Landbouw en Visserij is inder
daad van mening dat het economische klimaat voor
de melkveehouderij zowel door het melkprijsbeleid
als door het rundvleesbeleid, een redelijk inkomen
voor de melkveehouderij waarborgt. De huidige
producentenprijzen voor melk en slachtvee bieden
voldoende ruimte, zowel voor het behalen van een
redelijk inkomen als voor een behoorlijk onderhoud
van de bedrijfsgebouwen.
Minister Biesheuvel, die op deze wijze schrifte
lijke vragen van het lid der Tweede Kamer, de heer
P. Voogd, heeft beantwoord, wijst er bij deze gele
genheid tevens op, dat indien geen doelbewust
markt- en prijsbeleid zou worden gevoerd de on
evenwichtigheid van de internationale markt voor
agrarische produkten een rechtstreekse bedreiging-
zou vormen voor het voortbestaan van het meren
deel der landbouwbedrijven in Nederland.
IN ons vorige nummer werd de toewijzing van
de 94 bedrijven in O. Flevoland en 4 bedrijven
in de N. O. p. bekend gemaakt. Alhoewel er aan
vankelijk plannen waren om deze uitgifte al vroeg
in het voorjaar vast te stellen, blijkt dit niet ge
lukt te zijn.
Velen van de gegadigden hebben tot op het laat
ste ogenblik in spanning verkeerd over de vraag
of zij al of niet een bedrijf zouden krijgen. Nu we
ten zij dan in de meeste gevallen wel ongeveer hoe
de kaarten voor dit jaar liggen. Van de nu teleur-
gestelden hebben velen al weer hun hoop gesteld
op een volgende uitgifte. Daarbij zullen ongetwij
feld ook een aantal zijn die nimmer voor een be
drijf in de nieuwe polders in aanmerking kunnen
komen.
Wij begrijpen, dat het geen eenvoudige zaak is
om te beoordelen of iemand al of niet ooit een be
drijf in de IJsselmeerpolders zal kunnen kragen.
Toch zouden wij er voor willen pleiten dat in de
gevallen waar een duidelijk oordeel is gevormd,
dit oordeel ook zo spoedig mogelijk aan de betrok
kene wordt medegedeeld. Daarmee zou in ieder ge
val worden voorkomen dat een aantal mensen
soms jarenlang, nodeloos in spanning en onzeker
heid blijft over hun kansen op een bedrijf in de
IJsselmeerpolders. d. H.
ALS alles goed gaat staat er in het najaar een
bietengewas van flinke omvang, dat gerooid
en geleverd moet worden, aldus W. K. van de
Mechanisatie Commissie in de V. C. S. Bode. Dat
zal in het algemeen weer meer dan voorheen met
de rooimachine plaats hebben en het kan nuttig
zijn vroeg te bedenken wat daaraan vast zit.
De toenemende mechanisatie houdt sterk ver
band met wijziging van de sociale verhoudingen,
en daarbij is de verkorting van de werkweek van
grote invloed: hetzelfde werk moet in korter tijd
gedaan worden. De schaarse perioden van mooi
weer zijn wat hun benutting voor het rooien be
treft nog korter geworden en dit alles geldt niet
alleen voor het rooien zelf, maar ook voor de
levering. Het lijkt zo weinig, die ene dag per week,
en dat was dan nog geen volle dag ook, maar nu
wij hem missen is de invloed ervan goed merk
baar.
Wanneer hetzelfde werk in een kortere tijd
moet gebeuren, dan zal het harder moeten op
schieten. Dat geldt zowel voor hen die alleen of
in combinatie met een eigen machine werken, als
voor hen die door een loonwerker laten rooien.
De ervaring die wij hebben van de oppervlakte
die een machine aankan, moet om deze reden her
zien worden, we zullen het wat minder ruim moe
ten nemen. En als we toch die kant uitdenken,
dan kunnen we ons afvragen of er ook om andere
redenen naar ruimer capaciteit gestreefd dient te
worden. Zo'n reden kan zijn dat de rooimachine
vroeger tot het uiterste belast was, met als ge
volg dat er bij nat weer doorgeploeterd moet wor
den zodat er hoge grondtarra's en verliezen ont
staan, het land stuk gereden wordt, de rooima
chine door de zware belasting onderhevig is aan
breuk en sterke slijtage, en ook degenen die er
mee omgaan veel te verduren krijgen.
In het algemeen dient ernaar gestreefd te wor
den een machine zo zwaar mogelijk te belasten
om er voordelig mee te werken. Maar juist bij de
bietenrooimachine wreekt het zich wanneer de
boog te strak gespannen wordt en gaan er dan
allerlei, deels indirecte kosten optreden die het
beoogde voordeel teniet doen. Machinaal rooien
gaat goed onder droge omstandigheden, maar het
is op kleigrond gevoelig voor nattigheid. Het is
daar dan ook zaak bij goed weer op te schieten
en zoveel mogelijk uit te doen. Zoals de stand
van zaken nu is, zijn er velen die van een ruimer
rooicapaciteit voordeel kunnen hebben.
Nu we ons toch op de capaciteit moeten bezin
nen vanwege de kortere werkweek, kunnen we
ons mede afvragen of er ook niet om andere rede
nen aanleiding tot verruiming van de rooicapa
citeit is.
yOOR de tiende keer kwamen de leerkrachten van het Landbouwhuishoudonderwijs bijeen op een
zgn. Leerkrachtendag, die dit jaar op 19 juni in de nieuwe Landbouwhuishoudschool te Haam
stede werd gehouden.
Deze nieuwe school „De Schutse" geheten is nog maar nauwelijks gereedgekomen, zodat de direk-
trice Mej. v. d. Stadt, en de leerkrachten aldaar midden in de verhuizing en de inrichting werden over
vallen met een visite van maar liefst ruim 80 personen.
Het is een groot compliment waard, dat zij het hebben klaargespeeld onder dergelijke moeilijke
jmstandigheden een zo groot gezelschap een voortreffelijke ontvangst te bieden.
De stemming zat er niettegenstaande liet slechte weer al goed in toen de voorzitter van de
kommissie voor het Landbouwhuishoudonderwijs de heer B. H. G. ter Haar Romeny met een
ïort woord van welkom de bijeenkomst opende. Hij wees daarbij op de aanwezigheid van een aantal
genodigden n.l. twee Inspektrices de dames M. W. Schut en Chr. W. Koenraads, Burgemeester,
sekretaris en één der Wethouders van de Gemeente Westerschouwen, de heer Rabouw als vertegen
woordiger vari de plaatselijke Stichting, enkele direkteuren van Lagere Landbouwscholen en vertegen
woord vers van de pers.
UIERNA kreeg Ds. H. M. Strating het woord, die als „Ridder zonder vrees of blaam" door de voor-
zitter werd aangekondigd. Zijn onderwerp luidde: „Het hedendaagse gezin en de school".
Spreker gooide onmiddellijk de knuppel in het hoenderhok door te verklaren dat het probleem van
het „moderne gezin" klemmender is dan het probleem van de „moderne jeugd".
Generatiespanningen zijn er altijd geweest, maar door het versnelde tempo van deze tijd, treedt als
iet ware een versnelling op bij het uit elkaar gaan van de spanningspunten.
De Jout van de ouderen is, dat men vaak te veel denkt als vroeger en een gezinsbeeld schept, dat
flet meer beantwoordt aan de werkelijkheid.
De mens wordt pas waarlijk mens in zijn relatie tot de ander en in een klas krijgt de leerkracht
met verschillende relatie-schema's te maken.
Het hedendaagse gezin wordt gekarakteriseerd door spanningen, die zich in een aantal concrete pun_
en manifesteren met name de welvaart, de kwestie van arbeid en vrije tijd (5 daagse werkweek) en
iet complexe beeld van de gezinnen. De arbeid van de vader is een onpersoonlijke zaak geworden. De
gezinnen zijn van gesloten eenheden „open" geworden, waarin men leeft op de week-ends en de vakan
ties. Dat voor meisjes geen beroepsopleiding nodig zou zijn is een verouderde opvatting.
Het gezinsleven wordt beïnvloed door de moderne reclame (leef nu en betaal later!) en door de
noderne communicatiemiddelen.
Een tweetal problemen ontmoeten de jongeren vaak bij het zoeken naar de relaties in het gezin n.l.
iat van de sexualiteit en de religiositeit. Vele ouders hebben geen moed om met hun grotere kinderen
e praten over de omgang tussen jongens en meisjes. Komt het tot een gesprek dan moet men voor
zichtig zijn de eigen problematiek in deze niet te projecteren op de jongeren. In vele gezinnen wordt
3e religiositeit eveneens verwaarloosd.
De identificatie met de leerkracht kan een tekort, in de gezinnen aanvullen. De ouders mogen in deze
van de leerkracht als opgeleide pedagoog ook wel iets verwachten.
Verschillende personen en adviesinstanties staan ouders en leerkrachten ten dienste: de schoolarts,
de huisarts, de Zeeuwse Stichting voor Beroepenvoorlichting en Beroepskeuze, een Medisch Opvoed
kundig Bureau, de Vereniging Pro Juventute en de Raad voor de Kinderbescherming.
I\E vraag van de heer Smit naar de mogelijkheid van de „Gecombineerde school" (lagere landbouw-
school landbouwhuishoudschool) bracht veie tongen in beweging.
Burgemeester Everwijn sprak er zijn voldoening over uit dat hij als hoofd der gemeente in 3 weken
nu al de tweede onderwijsdag bijwoonde. Hij wenste de Z. L. M. veel succes toe bij het organiseren
van dergelijke dagen.
Tijdens de lunch werd officieel afscheid genomen van Mej. M. W. Schut. Namens de leerkrachten
werd haar een gouden collier met een „rouwklok" aangeboden. Aan de nieuwe inspektrice Mej. Chr.
W. Koenraads werd een „introductiegeschenk" het fotoboek over Zeeland „Ontworsteld land" over
handigd.
Na de middag werd met een drietal bussen gevol&d door enkele auto's een excursie gemaakt door
de Westhoek van Schouwen en naar de Grevelingendam. Daar dit laatste bezoek samenviel met de
ontvangst van een groot aantal vertegenwoordigers van de pers was men getuige van de overtocht
van één der „gondels", een onverwacht buitenkansje.
Na dit bezoek werd deze tiende leerkrachtenbijeerikomst tijdens het gebruik van een kop koffie in
•afé „Even Buiten" te Oosterland besloten.
op MAANDAG 29 JUNI 1964 te 13.45 uur in „De Prins van Oranje" te Goes.
Agenda:
1. Openingsrede door de, algemeen voorzitter.
2. Notulen van de algemene vergadering van 16 december 1963.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Verslag van de financiële commissie over het nazien van de rekening en verant
woording over het jaar 1963.
5. Rekening en verantwoording over het jaar 1963.
6. Rondvraag.
7. Rede door de Weledelgestrenge Heer Mr. J. F. G. Schlingemann, algemeen secre-
taris der Z. L. M„ over het onderwerp:
„Van nationaal naar internationaal landbouwbeleid".
8. Gedachten wisseling.
9. Sluiting.
Namens het Hoofdbestuur der Z. L. M.
M. A. GEUZE, voorzitter.
J. F. G. SCHLINGEMANN, secretaris.