UIT DE PRAKTIJK Wordt 1964 een brandjaar? 537 Ook m VRIJDAG 12 JUNI 1964 UET is weer gegaan, zoals het ook andere jaren het geval is. Men verlangt naar een beetje regen, maar is eenmaal de kraan open dan houdt het zo maar niet op. Toen de vorige week de eerste regendruppels vielen werden deze dan ook met gemengde gevoelens ontvangen, alhoewel toen de meeste collega's er toch wel blij mee waren. Maar helaas kregen de pessimisten in dit geval gelijk, die zeiden „als het eenmaal begint te regenen na een droge periode, komt er meestal te veel"! En wanneer wij zo de indrukken uit de verschillende delen van onze provincie weergeven dan blijkt hieruit wel dat er in de afgelopen week en zondag voorlopig genoeg gevallen is en mogen hopen de eerste tijd geen regen meer te krijgen. Veel gewassen zijn door hun zware stand dan ook niet recht gebleven. Stikstofgift, zwaarte vari de grond en neerslag hebben hun invloed doen gelden waardoor de gewassen te zwaar zijn geworden. IN THOLEN zijn het vooral gerst en vlas en in mindere mate de tarwe die de last van de regen niet konden torsen. Heel veel percelen gerst zijn te zwaar en enkele boeren hebben reeds ge tracht d.m.v. bespuiting hun gerst af te remmen. Ook het aantal vlaspercelen dat te rijkelijk met stikstof blijkt te zijn bemest is aan de hoge kant. De erwten maken veel stro, hetgeen niet altijd even gunstig genoemd kan worden. De suikerbie ten zijn hard gegroeid en meerdere percelen heb ben het veld dicht, de stand is dus goed, alhoewel we hier en daar toch nog al eens een gaatje con stateerden, en ook wel eens plekjes die minder goed groeiden. Tijdens het droge weer constateer den wij nogal wat mangaangebrek dat er thans weer is uitgegroeid. De aardappels doen het goed, in de afgelopen week werden de meeste percelen voor het laatst aangeaard en voor het eerst gesproeid tegen de phytophthora. Vooral voor de vroege aardappels, zoals de Eersteling en de Doré was de regen be slist welkom, en nu zal het wellicht niet zo heel lang meer duren eer de eerste Thoolse vroege aardappels op de veilingen worden aangevoerd. In de uienpercelen treedt veel schade op door de larven van de uienvlieg. Reeds vorig jaar moesten enkele percelen worden uitgereden, dit jaar lijkt de schade minstens even groot. Het blijkt dat er nog steeds geen afdoend bestrijdingsmiddel tegen deze belagers is, want zowel zaad als grondont- smetting geven geen afdoende bescherming. Velen hebben nog geprobeerd met parathion en diel- drinbespuiting een aanval op deze „worm" te on dernemen, doch o.i. met heel weinig resultaat. -By geruchte vernamen wij dat er volgend jaar een beter middel aan de markt zal komen. Het spreekt vanzelf dat de Thoolse uientelers hiernaar met spanning uitzien. Over het algemeen is het met de onkruidbezet ting op onze bedrijven vrij gunstig gesteld. De chemische middelen hebben goed gewerkt en ook de mechanische onkruidbestrijding was tijdens de droge periode effectvol. Gelukkig maar want de personeelsbezetting op onze bedrijven achten wij doorgaans aan de minimale kant. De gemengde bedrijven hebben een goede gras opbrengst, vele weiden zijn reeds gemaaikneusd en gehooid. Steeds meer bedrijven gaan over op het inkuilen van gras. IUE hebben dit jaar op ons eiland SCHOUWEN- DUIVELAND een veelbelovende oogst lig gen zoals we die eigenlijk in geen jaren gezien hebben. Vooral ook de polder Schouwen geeft dit jaar een heel goede aanblik. De regens van de laatste weken zijn welkom geweest, hoewel het graan, vooral zomergerst, en vlas dit niet overal hebben kunnen verdragen. Dat het ook een vroeg jaar is, is te zien geweest aan de vroege bloei van de vlaspercelen. Vóór 1 juni hebben we al in diverse percelen bloemen waargenomen, dat gebeurt maar zelden zo vroeg. En in de afgelopen week zagen we de eerste tarve-aren te voorschijn komen. De zomergerst kwam enkele dagen later ook al op de vroegst gezaaide percelen met de aren te voorschijn. De suikerbieten groeien ook lekker door en zijn op de meeste percelen de schade van de bietevlieg al weer te boven. Het weer van de laatste week is gelukkig wat ongustig geweest voor de ontwikkeling van blad luizen zodat we van deze „uitzuigers" en smetstof- overbrengers nog niet veel last hebben. De aardappelpercelen staan er dit jaar ook bi zonder mooi voor, we zagen al diverse percelen waarin de grond niet meer zichtbaar is. Wel zijn deze percelen aan een bespuiting toe met schim- melwerende middelen. Voor de eerste bespuiting kunnen zink en mangaan preparaten gebruikt worden. Vooral bij het gebruik van zineb is het wel aan te raden dat de periodes tussen le en 2e bespuiting niet te lang genomen worden. Zineb geeft maar vrij korte bescherming van 5—10 dagen zodat een 2e bespuiting snel herhaald moet worden. Bij zeer gulle gewassen die geen groeistimulans nodig hebben van zineb kan beter direkt begon nen worden met tin- of koperpreparaten. Gezien de goede ervaringen van vorig jaar met de tinpreparaten verwachten we dit jaar wel een grote uitbreiding van bespuitingen met dit middel. In de graslanden is volop eten, en er kan flink wat gehooid worden. Er is reeds al veel ingekuild. We zagen vorige week de „hooimaker" van het Cebeco demonstreren, een machine die in één werkgang maait en kneust. Na drie dagen mooi weer moet het hooi al kunnen worden gewonnen. Gezien het werk van deze machine en de ervarin gen elders in de lande beslist een machine met toekomst. We kunnen bij de veerboten in de weekeinden ook zien dat de mensen naar vakantie verlangen. Er scharen zich soms weer rijen van enkele hon derden auto's met „weekendgangers" voor de over tocht naar het „vaste land". De meimaand is ook enorm aanlokkelijk geweest om een voorproefje op de vakantie te nemen. U7ALCHEREN zit nu volop in de hooioogst en dan kan men beter verlegen om een buitje dan er mee verlegen zijn. 50 mm in ruim één week is nogal een flinke plas en plaatselijk is nog aanzienlijk meer gevallen. Vele percelen hooiland moeten zo snel mogelijk gemaaid worden, daar anders de kwaliteit sterk achteruit gaat. Door de gunstige grasgroei is er nogal veel gras beschik baar voor de hooiwinning. Steeds meer hooioogst werktuigen worden er aangeschaft. Voor een vlot verloop van het werk bij de hooioogst is echter ook gunstig weer gewenst. Dan is er misschien ook nog tijd beschikbaar voor het verwijderen van onkruid in enkele akkerbouwgewassen. Zo hier en daar is er nog wel eens wat blijven staan of bijgekomen. Overigens hebben de gewassen een prima stand. Vooral de suikerbieten zijn enorm hard gegroeid. Sommige percelen graan zijn vrij zwaar en hebben neiging om te legeren. Dezer dagen brachten we nog een bezoek aan het varkensfokbedrijf van de heer P. Lous te Oost- kapelle. Dit bedrijf is door de streekverbeterings- kommissie aangewezen als demonstratiebedrijf. Dit bedrijf is alleszins een bezoek waard. De heer Lous kan zeer enthousiast over zij/i bedrijf ver tellen, zo overtuigend dat hij zelfs de meest ver stokte anti-varkensman in staat is te bewegen weer varkens te gaan houden. Ieder die zich op de hoogte wil stellen wat be treft de varkensfokkerij en huisvesting moet dit bedrijf een keer bezoeken. ZAG het er op ZUID-BEVELAND eerst naar uit dat er weinig stro bij de erwten werd ge vormd, nu na de regen zijn ze snel gegroeid en is de strovorming sterk toegenomen. Ze staan overal mooi in bloei. Wel is het opgevallen dat hier en daar de aantasting door de knopmade wat groter is als voorgaande jaren. Misschien dat de bestrij ding die nu slechts hier en daar plaats vindt, ster ker ter hand zal moeten worden genomen. Bij de vroeg gezaaide erwten begint wanneer dit blad verschijnt de tijd aan te breken om goed op de eerste rupsjes, de veroorzakers van de wormste kigheid, te gaan letten en ze dan tijdig te bestrij den. Hoewel het vlas na de regen snel is gegroeid is het op dit moment nog niet buitengewoon lang. Eveneens dient afgewacht te worden hoe het met de kg-opbrengst zal gaan. Op enkele percelen werd door thrips nog vrij veel schade veroorzaakt, waar tegen dan ook nog vrij veel gespoten is. De aardappelen zijn eveneens hard gegroeid, veel percelen zijn een reeds aanééngesloten veld. De meeste percelen zijn nu reeds een keer met zink of koper tegen de Phytophthora infestans ge spoten. In een enkel geval reeds voor de tweede maal. Verder dient op afvalhopen van grond en tarra ernstig gelet te worden op het voorkomen van aardappelplanten die door Phytophthora zijn aangetast. Deze zieke planten kunnen een vrij groot gebied in vrij ernstige mate besmetten. Door de vele regen zijn ook hier en daar nog al wat granen gelegerd, 't Is te hopen dat dit alle maal nog voldoende overeind komt. Want indien het gewas reeds voor de bloeiperiode legert is de kans op een goede opbrengst niet zo hoog meer te stellen. Wel is het meegevallen dat de wintertarwe vrij stevig blijft staan. Vele landbouwers waren i.v.m. het welig opgroeien en de blauwe kleur hier niet geheel gerust op. In deze periode kunnen de eerste planten van de wilde haver in onze graangewassen en vlas alweer gevonden worden. In andere delen van de provincie is men verplicht deze planten op te rui men. Laten we hopen dat alle Zuid-Bevelanders dit ook zonder verplichting willen doen, en dat deze toch vrij snel uitbreidende onkruidplant in ons gebied geen kansen krijgt. In de uien wordt thans weer vrij veel schade aangericht door de made van de uienvlieg. De schade lijkt nogal wat ernstiger als het vorige jaar. Een bestrijding op dit moment is jammer- genoeg vrijwel onmogelijk. Voor het uitplanten van plantuien wordt nog al eens gebruik gemaakt van de kleine uitjes die uit afval en tarra worden uitgezocht. Dit jaar is toch weer gebleken dat men bij het telen van zo'n ge was toch niet uit mag gaan van minderwaardig materiaal. Er komen nl. verschillende percelen voor waar een groot deel van de plantuitjes is aangetast door schimmel, deze kunnen nooit meer een goede opbrengst geven. veel OOST ZEEUWS-VLAANDEREN zijn gewassen door hun zware stand niet recht gebleven. Toch zijn we gewaarschuwd, om dit jaar wat tinder stikstof te strooien! Doch we geven dikwijls aan een dergelijk landelijk advies, wat gebaseerd is op onderzoek naar stikstofuit spoeling en structuur in de afgelopen winter, wei nig gehoor! Afremmen van te zware graangewas sen met gramoxone, natriumarseniet en reglone zijn allemaal noodoplossingen die op dit moment wel wat verluchting geven, maar die het gewas de stevigheid niet hergeven. Een verantwoorde stikstofgift kan dit probleem alleen oplossen. Door de langdurige droogte, gevolgd door veel regen, heeft het middel Aresin in bruine bonen toch niet gebracht wat we er van verwachten. Menig perceel werd dan ook overgespoten met Ivosiet of DNBP. De tellingen op bieten naar de perzikbladluis en zwartebonenluis welke door de R.L.V.D. ver zorgd worden, geven nog geen verontrustende be richten over een e.v. luisbezetting in de bieten. Wel zijn er, nu wij dit schrijven 8 juni, op di verse percelen aardappelen de bestrijding van de phytophthora uitgevoerd. Zowel met de sproeikar als met het vliegtuig; daar waar het erg nat was alléén het vliegtuig. De huidige tinverbindingen (af of niet gecon centreerd, met of zonder bijmengingen) geven een gelijke of iets betere loof- en knolbestrijding als de koperoxychloriden. De middelen werken, dank zij een betere formulering nu zo zacht, dat van de bladbeschadiging uit het verleden, nu niet meer kan worden gesproken. Tijdig beginnen en regel matig herhalen, is ons wapen tegen de aardappel ziekte. BRAND veroorzaakt in de meeste gevallen veel ellende. Behalve de schade aan have en goed wordt bovendien het bedrijf veelal geheel ontwricht om van de uitwerking ervan op het gezin nog niet eens te spreken. Als wij waarde zouden hechten aan voortekenen, dan ziet het er statistisch naar uit dat 1964 inder daad een brandjaar wordt! Dat is te concluderen uit een lijst van het aantal branden tengevolge van hooibroei. Daaruit bliikt dat in de loop der jaren na twee betrekkelijk rustige jaren ineens een jaar met veel brand door hooibroei volgt. De jaren 1955, 1958 en 1961 vormen een reeks van jaren met uitzonder lijk veel hooibroeibranden. In deze reeks past, althans statistisch, ook het jaar 1964, tenzij. bij de hooiwinning en -bewaring de grootst mogelijke voorzorgen in acht worden genomen. Dat betekent vooral: Schuur het hooi TIJDIG in, niet vroegtijdig! Draag zorg voor een GOED FUNCTIONEREND HOOIVENTILATIESYSTEEM met deugdelijke ven- tilatoren van VOLDOENDE CAPACITEIT! VERDEEL het hooi regelmatig in de tas! Ook op de boerderij is het net als met het verkeer. Het wordt alsmaar drukker! Daarom is het goed te bedenken dat een belangrijke verkeersregel ook op het inschuren van hooi van toepassing is, namelijk: „ALS U TWIJFELT, DÓE HET DAN NIET Twijfel mag in geen geval bestaan over het VERZEKEREN VAN HAVE EN GOED. Wie maar enigszins op de hoogte is van de stijging der bouw kosten, zal weten, dat alleen al het regelmatig herwaarderen van de opstallen voor de verzekering dringend noodzakelijk is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 5