VAN ALLERLEI EN OVERAL
MECHANISATIENIEUWS
K L A MACHINES
Rijenafstand aardappelen
Lonen en prijzen
TREKKERSCHUDDERS
Studie over hooiventilatie
Aanbouwwerktuigen gemakkelijk heffen
Achtscharige ploeg.
-
100-jarig bestaan van
Klöckner-Humbolt-D eutz
X it IJ D A G 12 JUNI 1964
545
De firma G. W. van Driel Van Dorsten N.V. te Hoofddorp deelt als ver
tegenwoordiger van de Duitse fabriek van landbouwwerktuigen Ködel
Böhm G.m.b.H., over deze machines mede, dat de zelfrijdende Köla veld-
hakselaar type „Rex" nu kan worden uitgerust met een maaiapparaat met
een werkbreedte van 264 cm.
De machine heeft een opgebouwde dieselmotor van 84 pk; er zijn 8 ver
snellingen vooruit en 2 achteruit. De snijlengte van het materiaal kan wor
den afgesteld vanaf 9 mm. Deze veldhakselaar kan ook worden uitgerust
met een opraapinrichting (breedte 170 cm) en een tweerijïg maisapparaat.
Als nieuwe machine wordt geïmporteerd de getrokken Köla veldhakselaar
type „Super-Star". Deze is bestemd om te worden gebruikt achter een
zware trekker en wordt door cle aftakas aangedreven. De snijlengte kan
worden afgesteld van 9 mm tot 250 mm. De werkbreedte is 170 cm. Een draai
en zwenkbare aanhangkoppeling voor de laadwagen vergemakkelijkt het
werken.
Tenslotte wordt de aandacht gevestigd op een nieuw model Köla zelf laden
de/zelflossende wagen. Deze vraagt minder aandrijf kracht dan de reéds in
gebruik zijnde wagen; een trekker vanaf 15 pk is voldoende.
De zelfrijdende Köla-veldhakselaar „Rex"
IN Duitsland heeft men al kort na de oorlog de
rijenafstand van allerlei gewassen genormali
seerd, zodat men met 125 of 150 cm spoorbreedte
kon volstaan, Allerlei Duitse trekkers hebben door
deze beperkte spoorbreedte-mogelijkheden op de
internationale markt er moeilijkheden van onder-
vonden.
De aardappelen waren op 62,5 cm genormali
seerd, hoewel in Zuid-Duitsland wel grotere af
standen voorkwamen. Nu men steeds meer ster
kere trekkers krijgt, wat ook bredere banden in
houdt, gaat men vastlopen. Een 10 inch band is
immers het breedste dat tussen de rijen past, als
men precies recht rijdt. In de praktijk komt hij
toch reeds voortdurend op de rug met alle na
delige gevolgen vandien, zoals bij het rooien meer
kluiten.
Men heeft inmiddels de spoorbreedtenorm ver
groot van. 125 op 136 cm. Dan kan men een rijen
afstand van 68 cm toepassen of bij de oude norm
kan men 75 cm (de spoorbreedte van de trekker
kan immers 125 of 150 cm zijn) toepassen. In beide
gevallen kan men ook 11 inch banden gebruiken,
aldus Deutsche Landwirtschaftliche Presse.
I ANDMACHINENMARKT meldt dat als men in
1961 de lonen in de Westduitse landbouw-
HE N. V. Louis Nagel Co. te Arnhem bericht
ons, dat zij de import ter hand heeft genomen
van een voor Nederland nieuw hooibouwwerktuig
nl. de „Fortschritt" trekkerschudder.
Het werktuig bestaat uit een eenvoudig solide
raam met 8 verende tanden. Deze tanden maken
in 2 groepen van 4 tegen elkaar ingaande pendel
bewegingen loodrecht op de rijrichting. De schud
der wordt aan de 3-punts hefinrichting bevestigd
en de aandrijving geschiedt d.m.v. de aftakas. De
mogelijkheid bestaat nu het pas gemaaide zwad
direct in 1 werkgang uit elkaar te schudden. Het
verder schudden en uit elkaar gooien van de z.g.
„nachtzwaden" behoort tot de normale werkzaam
heden van de „Fortschritt" schudder.
In de werkstand steunt de machine op een paar
zwenkwieltjes die, tezamen met de aanwezige
veiligheidsbeugels in neergeklapte toestand, het
aan- en afhaken aan de trekker door 1 man mo
gelijk maken.
De werkbreedte bedraagt 2.00 meter, het gewicht
ca. 180 kg, het benodigd vermogen is ongeveer 15
pk. Indien de schudder gelijktijdig met de maai-
balk wordt gebruikt bedraagt de werksnelheid 4
tot 8 km/uur. Als de machine alleen wordt ge
bruikt kan men ca. 12 ha per dag schudden. De
verkoopprijs voor Nederland bedraagt 975,
werktuigenindustrie op 100 stelt, dan waren die
in Frankrijk 96,3, in België 87,2, in Nederland 84,9
en in Italië 74,6. (Na de laatste Nederlandse loon-
ronde zullen de verhoudingen thans ongetwijfeld
anders liggen.)
De trekkerprijzen verschillen evenwel weinig in
deze landen. De Engelse boer betaalt echter on
geveer een kwart minder en ook de geïmporteerde
Engelse trekkers steken gunstig in prijs af, waar
van vooral Nederland en buiten de E. E. G. Dene
marken profiteren. Door de grote massafabrikage
kan Engeland goedkoper. (Waarbij men zich kan
afvragen, waarom een dergelijke grote seriefabri-
kage op het continent niet ontstaat en waarom het
tempo van de concentratie ook nog slechts traag
is). In Duitsland zijn de maaidorsers verreweg het
goedkoopst, in Engeland zijn deze machines 10 tot
25% duurder.
De stikstofprijzen zijn in Duitsland ongeveer ge
lijk aan die in de andere E. E. G.-landen, kali is
er goedkoper en fosfaatmeststoffen zijn er duur.
Dieselolie voor de landbouw is in Frankrijk en
Nederland iets goedkoper dan in West-Duitsland
en België.
NAAR het tijdschrift Deutsche pandwirtschaft-
liche Presse bericht heeft men aan de Land
bouwhogeschool te Stuttgart-Hohenheim een on
derzoek verricht naar de nodige luchthoeveelheid
en de druk bij het ventileren van hooi.
Omdat de belangstelling voor hooi persen en
hooi hakselen nog steeds toeneemt door het per
soneelstekort, werden vooral deze methoden on--
derzocht.
Hoewel hakselen op 26 cm lengte gunstig is
wat betreft de benodigde opslagruimte en het me
chanisch verwerken, is er toch een voorkeur voor
de haksellengten tussen 6 en 30 cm. Bij de mo
dernste werkwijzen met speciale hakselwagen en
hooitoren (een silo-achtige hooiopslag met me
chanische lossing) kan nog hooi gehakseld op 10
tot 15 cm worden verwerkt.
Kort gehakseld hooi (26 cm) weegt bij 35
40% vocht 100150 kg/m3 en bij 4045% 150
200 kg/m3 bij 23 m stapel hoogte. De lucht-
weerstand in mm waterkolom zijn resp. 3540 en
6080. Zonder doorblazen kan bij 15% vocht wor
den ingeschuurd.
De voordelen werden hierboven genoemd. De
nadelen zijn: hoge eisen aan de opslagruimte en
kans op brokkelverlies.
Hooi tussen 630 cm gehakseld weegt bij 40
45% vocht 100— 120 kg en bij 45—60% vocht 120—
180 kg/m3. Zonder doorblazen kan bij 18% vocht
of minder worden ingeschuurd. De luchtweer-
stand in resp. 30 - 35 - en 50 - 70 mm waterkolom.
Men kan dit hooi met een grijper lossen. Andere
mechanische verwerking is moeilijk.
Lang hooi is 80120 cm lang en soms kan gras
150 cm lang worden, aldus dit Duitse bericht. Hier
mede weet men dan tevens, dat bovenstaande ge
gevens waarschijnlijk niet zonder meer voor onze
omstandigheden gelden.
Hooi weegt bij 4045 vocht 80120 kg/m3
en bij 45 60 120180 kg/m3, waarbij de lucht
weerstand resp. 25 - 30 en 50 - 60 mm waterko
lom is bij 24 m stapelhoogte.
Lage-druk-pakken hooi met 4045% vocht we
gen 100—120 en bij 45—60% 120—180 kg/m3. De
luchtweerstand is resp. 30 - 35 en 50 - 70 mm
waterkolom. Zonder doorblazing kan men bij 18%
vocht inschuren.
Persen geeft minder brokkelverliezen dan hak
selen, terwijl het bij het voeren gemakkelijk is
de hoeveelheid te bepalen. Mechanisch lossen en
verdelen is echter moeilijk.
Hoge-druk-pakken wegen bij 3540% vocht 120
tot 150 kg en bij 40—45% 150—200 kg. Evenals
bij het hakselen 'gaat men dus van een iets dro
ger produkt uit. De luchtweerstand is resp. 35 - 45
en 60-80 mm waterkolom. Bij 15 vocht kan men
zonder ventilatie inschuren. (Dit percentage is dus
nogal laag volgens het Duitse onderzoek.)
De voor- en nadelen zijn ongeveer dezelfde als
voor lage-druk-pakken, alleen het ruimte pro
bleem ligt gunstiger.
Bij erg vochtige pakken vraagt het stapelen bij
zondere aandacht. Bij het krimpen van de pakken
bij de droging mogen er immers geen openingen
ontstaan, waardoor de lucht zou kunnen ontwij
ken.
MET het sterker worden van de trekkers, ko-
I" men ook grotere aanbouwwerktuigen in ge
bruik.. De hefinrichtingen van de trekkers hebben
het er niet altijd even gemakkelijk mee.
Volgens „Farm Mechanisation" vroeg Howard
in Engeland op het volgende patent aan. Bevestig
voorop de trekker een gewicht aan een arm. Deze
wordt met een kabel verbonden aan de hefinrich
ting en trekt deze in omgekeerde richting. Het ge
wicht voorop de trekker is toch gewenst als tegen
wicht voor de steeds zwaarder wordende aan-
bouwwérktuigen.
MET het toenemende trekker vermogen neemt
ook de behoefte aan machines met een gro
tere werkbreedte toe. De Engelse firma Doe kop
pelt al enige jaren twee Fordsons, beide zonder
voorwielen, aan elkaar. De twee helften van de
zo ontstane trekker worden hydraulisch ten op
zichte van elkaar bewogen, waardoor de bestu
ring plaats heeft.
Doch met een beschikbaar vermogen van over
100 pk komt de behoefte aan grotere werktuigen.
Daarom brengt Doe thans een 8-scharige 8 voet
brede ploeg in de handel, die 13 tot 18 cm diep
kan ploegen. Voor grotere diepte zijn ook 6- en
7-scharige verkrijgbaar, alle met verschillende ris-
tertypen.
De ploeg kan van voren en van achteren on
afhankelijk hydraulisch worden opgeheven, wat
nodig is opdat aan het eind alle ploegscharen on
geveer in dezelfde lijn uit de grond komen, aldus
Agricultural Mechanization Journal.
OP 31 maart van het jaar 1864 besloten de uit
vinder N. A. Otto en de ingenieur Eugen
Langen tot vestiging in Keulen van een fabriek
onder de naam N. A. Otto Cie. Het was de eer
ste fabriek ter wereld voor de produktie van uit
sluitend verbrandingsmotoren.
Bij de motorenfabriek sloten zich diverse andere
machine- en voertuigfabrieken aan.
Heden ten dage omvat het bouwprogramma van
Klöckner-Humboldt-DEUTZ A.G. o.m. dieselmo
toren, wiel- en rupstrekkers, vrachtwagens, auto
bussen, diesellocomotieven, railmaterieel van di
verse aard, brandweer-apparatuur, machines en
installaties voor rpijnen en de chemische industrie,
cementfabrieken en metaalgieterijen, gasturbines
en straalmotoren.
Het 100-jarig bestaan van de fabriek zal op
16 oktober a.s. gevierd worden.
Het vermelden van nieuwe werktuigen in
deze rubriek houdt geen redaktionele waar
dering in omtrent hoedanigheden enz. Wij
geven op deze wijze het „nieuws" op het
gebied van landbouwmechanisatie aan onze
lezers door.
RED