KNLC MAU RITS PLEIN 23 K. N. L. C breekt met A. C. V. 516 mm De Stichting van de Arbeid over de prijsontwikkeling ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD WÊÊ$m mmtim ''WMmMmMiï wmmmmm. WÊ' %é0. mmmwfrmmm. llliiil IIET hoofdbestuur van het Kon. Ned. Landbouw-Comité heeft in meer- 11 derheid in zijn laatstgehouden vergadering een belangrijk besluit ge nomen. Het K.N. L. C. gaat de samenwerking met de Stichting Afnemers- controle op Veevoeder beëindigen, omdat het tot zijn spijt tot de conclusie heeft moeten komen, dat de werkwijze van deze controle-stichting niet meer voldoet aan redelijke eisen, die in de huidige omstandigheden mogen worden gesteld. Uit naam van het K. N. L. C. zal er dus geen controle meer worden uit geoefend op de niet-coöperatieve mengvoederbereiding. Uiteraard is deze beslissing van alle kanten goed overwogen; bijna twee jaar van overleg ging eraan vooraf. CONTROLE OP PARTICULIERE MENGVOEDERBEREIDING IN 1956 gaf het K. N. L. C. na uitvoerig beraad gehoor aan het verzoek van een groep kleinere particuliere molenaars/mengvoederbereiders om kwaliteitscontrole te laten uitoefenen op door hen aan veevoeders af te leve ren mengvoeders. Samen met de Ned. Chr. Boeren- en Tuindersbond werd de Stichting Afnemerscontröle op Veevoeder (A. C. V.) in het leven geroe pen; het bestuur van de A. C. V. bestond alleen uit vertegenwoordigers van K. N. L. C. en N. C. B. T. B. Voor de coöperatief bereide en verhandelde meng voeders was er de bekende, reeds jaren bestaande C. L. O.-contröle: „C. L. O.- mengvoeders" worden gecontroleerd namens de drie centrale landbouwor ganisaties, die daartoe de Stichting C. L. O.-contröle vormen. Naast het bestaande C. L. O.-merk is er dus sedert 1956 het merk „A. C. V." gekomen als garantie voor de boer, dat het betreffende voer namens zijn landbouworganisatie wordt gecontroleerd. WAT DE LANDBOUWORGANI SATIE MOET EISEN WAT waren de voornaamste pun- ten, waarop de landbouworga nisaties hadden te letten toen zij zich behalve in de C. L. O.-contröle begaven op het terrein van de kwa- liteitscontröle op door particuliere bedrijven bereide en verhandelde mengvoeders? Het ging en gaat nog altijd om het beschikbaar zijn voor de veehouders van een goede kwali teit veevoer tegen een zo laag moge lijke prijs. Het belang van de Neder landse veehouderij vereist zeker dat een voornaam produktiemiddel als veevoer zo goed mogelijk vervaar digd wordt. Het was dan ook vanzelfsprekend dat aan de nieuwe controle van de A. C. V. de eis werd gesteld, dat de volledige openbaarheid van de samenstelling van A. C. V.-voeders gewaarborgd zou zijn. Het bekend zijn van de volledige procentische samenstelling was bepaald geen nieu we eis; steeds hebben de landbouw organisaties zich achter de C. L. O.- contröle gesteld, die deze eis in haar vaandel voert. Het gaat hier om het principe, dat de landbouworganisatie haar leden de mogelijkheid moet geven de complete samenstelling van het voer te weten te komen. Als som mige boeren dat niet interesseert, is dat hun zaak. En als om praktische redenen de hele samenstelling niet op de label bij de zak kan worden ge zet (te lange waslijst) moet die samenstelling direct voor de boer of zijn adviseur te verkrijgen zijn op het bureau van de contröle-stichting. BEDENKINGEN TEGEN A. C. V. BELEID I\E A. C. V. vertoonde een bevre- digende ontwikkeling. Het aan tal aangesloten bedrijven nam toe. Er werden in eigen kring meer koe ken geperst. Er kwamen wat grotere fabrikanten bij, o.a. ook producenten van voederkernen en premixen, wel ke produkten de A. C. V.-molenaars bij hun mengvoederbereiding van grote dienst zijn. In 1960 wijzigde de A. C. V. haar eontirólereglement en wel onder meer juist op het belangrijke punt van de vermelding van de samenstelling. Voortaan zou slechts op de label staan wat het proefstation in Maas tricht in, het gereden mengvoeder naar hoeveelheden zou kunnen aan tonen. Het K. N. L. C., dat deze wij ziging moest goedkeuren, aarzelde. Pas toen men meende zeker te zijn, dat de overigens door de A. C. V. uit geoefende bedrijfs- en administratieve contröle sluitend was, volgde goed keuring. De mengvoederbereiding ontwik kelde zich, als vele andere zaken, dynamisch. Veel vroeger onbekende stoffen werden als „kleine" toevoe gingen in het voer opgenomen. Maar wat zich ook voorspoedig ontwikkel de was het ondoelmatige gebruik van antibiotica, uiteindelijk gevaarlijk voor de gezondheid van dier en mens. De centrale landbouworganisaties kwamen er zelfs toe om een voor lopig verbod van verwerking van antibiotica te vragen van de over heid, maar daarop werd afwijzend beschikt. Gevolg van deze veront rusting over de mogelijke nadelen van toevoeging van niet alleen anti biotica, maar ook andere „kleine stof fen" was dat het K. N. L. C. zich ook kritischer pioest opstellen tegenover de werkwijze bij de mede uit zijn naam verrichte mengvoedercontröle. In de werkwijze bij die contröle moesten dan toch zeker mogelijke gevaren, o.a. door ontduiking van overheidsvoorschriften worden uitge sloten. Het K. N. L.C. wendde zich tot de A. C. V. met het verzoek om de volledige openbaarheid van de samenstelling te herstellen, zodat de situatie van vóór 1960 zou zijn teruggekeerd; bepaalde definitieve termijnen aan te houden voor het onder con trole brengen van alle verhandel de geperste voeders en (inmiddels op de markt verschenen) kunst- melkpreparaten) OVERLEG EN TEGEMOETKOMING IN eerste aanleg voelde de A. C. V. weinig voor inwilliging van de K. N. L. C.-verlangens. Zij meende, dat haar regelingen wel bevredigend werkten, en wees voorts op de posi tie van vele aangesloten A. C. V.- molenaarsbedrijven, die nog steeds rekening moesten houden met de banden jnet de grote fabrikanten en met de 'wensen van de veehouders, die nu eenmaal produkten met grote bekende namen wilden geleverd heb ben. Uiteraard kon het K. N. L. C. hier voor zijn ideeën inzake deugdelijke mengvoedercontróle niet verlooche nen. Het was echter nogmaals tege moetkomend: pas op 1 januari 1968, ongeveer vier jaar later dan eerst verlangd was, zouden alle voeders van A. C. V.-bedrijven onder A. C. V.- contröle vallen. Het K. N. L. C. had ook nog de bijkomende eis gesteled dat de nog niet gecontroleerde voe ders geleverd door A. C. V.-bedrijven, opvallend zouden worden aangeduid. Mede om juridische moeilijkheden, in verband met vermeende discrimi natie, te ontgaan liet het dit verlan gen varen. Het was begrijpelijk, dat het daar entegen bleef staan op zodanige for mulering van alle reglementen van de A. C. V., dat de volledige open baarheid van de samenstelling van het mengvoeder ten alle tijde ge waarborgd is. Het is nu het K.N.L.C. echter tot zijn spijt gebleken, dat de A. C. V. niet aan dit gerechtvaardig de verlangen vermag te voldoen; het blijkt onmogelijk om b.v. voor de aangesloten voederkernfabrikan- ten de duidelijke verplichting te creëren, dat zij altijd aan de boer en zijn adviseurs of zelfs aan de menger, die de voederkernen verwerkt, de volledige samenstelling bekend maken. De, commercieel bepaalde, posi tie van verschillende bedrijven, aangesloten bij de A.C.V.-con trole, is wel te begrijpen. Maar evengoed is te begrijpen, dat een controle onder de vlag van de landbouworganisatie niet meer mogelijk is, als naar haar mening wezenlijke belangen van de vee houderij in het gedrang komen. Het K. N. L. C. kon niet anders dan besluiten zijn naam weg te nemen van het A. C. V.-contröle- merk. Hoe de A. C. V. dan ook eventueel voortwerkt, de veehou ders weten dat de naam van het Kon. Ned. Landbouw-Comité voor taan, zoals vóór 1856, alleen nog verbonden is met de C. L. O.-eon- tróle. IN het bestuur, van de Stichting van de Arbeid is van de zijde van de vakcentrales vóorgesteld con tact op te nemen met de regering ten einde met deze te spreken over de verontrustende ontwikkeling van de kosten van het levensonderhoud. In de periode half maarthalf april 1964 is n.l. gebleken dat het index cijfer is opgelopen van 113 tot 118 en wel op basis 1959/1960 100. Deze verhoging werd in hoofdzaak veroor zaakt door de prijsstijging van aard appelen, groenten en fruit. De prijs stijging van deze produkten was overigens zeer geprononceerd omdat de prijzen in de eerste drie maanden van dit jaar laag waren. In de sector voeding werden voorts nog prijsstijgingen geregistreerd voor melk en melkprodukten alsmede voor rundvlees. Voor het varkens vlees liepen de prijzen iets terug, ter wijl ook voor vis en eieren prijsda lingen werden waargenomen. Door de vakbeweging werd gesteld dat, de in 1964 plaatsgevonden loonexplosie ten spijt, de bereikte reële loonsver hoging verloren dreigt te gaan door de gesignaleerde stijging van de kos ten van het levensonderhoud; van daar dat werd voorgesteld in een ge sprek met de regering de moeilijk heden onder het oog te zien. De volgende punten zouden met de regering moeten worden besproken; a. nagegaan zou moeten worden in hoeverre door een verruiming van de importmogelijkheden de prij zen van de levensmiddelen (rund vlees b.v.) zouden kunnen worden verlaagd; b. temporisering van de in het voor uitzicht gestelde verhoging van verschillende overheidstarieven (P. T.T.); c. de prijsconsequenties i.v.m. de ontwikkeling van de E. E. G. (zui- velprodukten en brood); d. eventuele verdergaande maatrege len tegen de verticale prijsbin ding; e. een verhoging van de uitkerin gen ingevolge de sociale verzeke ringswetten door middel van het verstrekken van voorschotten; f. een verhoging van het minimum garantieloon van 100,tot 102,per week; dit zou niet op korte termijn behoeven te geschie den. Met nadruk werd er van arbeiders zijde op gewezen dat niet in de eer ste plaats wordt gedacht aan nieuwe loonmaatregelen, maar dat de voor keur wordt gegeven aan het voorko men van een verdergaande stijging van de kosten van het levensonder houd. Blijkt dit niet mogelijk, dan zal de vakbeweging opnieuw met looneisen komen. Van werkgeverszijde werd te ken nen gegeven dat de opgetreden prijs stijgingen in de periode half maart half april voor een zeer belangrijk deel een seizoenmatig karakter dra gen en als zodanig niet als abnor maal kunren worden genoemd. Der halve werd voor de Stichting van de Arbeid geen taak gezien zich over de prijsontwikkeling tot de regering te wenden. Door de landbouwwerkgeversver- tegenwoordigers werd onder meer nog eens in herinnering geroepen de situatie op de aardappelmarkt, het verloop van de rundvlees- en var- kensvleesprijzen, de daling van de eierprijzen en het te verwachten ver loop van de groenteprijzen. Ernsti ger bezwaar werd gemaakt tegen de gedachte om met de regering te gaan praten over de aardappelprijzen, waar de landbouwondernemers in de afgelopen winterperiode zoveel moei lijkheden van ondervonden. Beziet men de huidige prijzen dan moet worden vastgesteld dat deze ook thans nog op een laag niveau liggen. Ook t.o.v. de prijzen voorjaar 1962 en 1963 zijn de huidige prijzen veel lager. Evenmin werd na de jongste maatregelen van het Produktschap van Vee en Vlees aanleiding gezien te gaan praten over de rundveeprij- zen waarbij onder meer werd gesteld dat een verdergaand overheidsingrij pen door middel van verruiming van invoermogelijkheden de rundvlees prijzen niet zal beïnvloeden. Ten aanzien van de groentenprij- zen werd te kennen gegeven dat de situatie zich met de dag zou kunnen wijzigen. Op grond van deze over wegingen werd ook door de land- bouwwerkgevers te kennen gegeven dat geen bereidheid bestond met de vakbeweging naar de regering te stappen. Daar beide partijen in het Stich tingsbestuur op het door hun ingeno men standpunt bleven staan, bleef er voor de vakbeweging geen andere mogelijkheid over dan zich over een en ander afzonderlijk tot de regering te wenden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 4