Wat valt er in juni in de gewassen te doen De maand juni 522 Erwten Stambonen OP HET ZEEUWSE LANDBOUWBEDRIJF Vlas Graszaad Aardappelen ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD i - Nog steeds is de distelverordening iri Zeeland van kracht. Tegen groeistoffen is de distel niet bestand. Kontroleer uw gewassen op wilde haver. Komen in erwten, vlas, bieten, of aardappelen graanplanten voor, waar 11 aan twijfelt of het wilde haver is, neem dan geen risiko maar verwijder het radikaal. Het kan wilde haver zijn. Op Schouwen-Duiveland, St. Philipsland, Tholen en Noord-Beveland is het opruimen dit jaar verplicht gesteld. Ook in de andere gebieden van Zeeland dient echter voorkomen te worden dat er ook maar één plant wilde haver zaad geeft. De maand juni leent zich ook reeds voor de chemische bestrijding van ongewenste planten groei in sloten en watergangen. Enkele middelen die hierbij goede resultaten hebben afge worpen zijn: Dalapon 2,4-D in rietsloten, manuron, diiiron, simazin en atrazin op de bo dem van (praktisch) droge sloten. Denk echter om het talud en voorkom overwaaien op de gewassen. JJOOR het groeizame weer rond de Pinksterdagen zijn de gewassen snel gegroeid. Er werd zelfs gezegd dat men de stambonen zag groeien. Over het algemeen is er over het weer in de maand mei niet te klagen geweest. Er is dan ook een flinke slag gedaan in de suikerbieten. De vroeg gezaaide bieten zijn al gedund en al treedt hier en daar wat groeiremming op door onkruidbestrijdingsmiddelen of beschadiging door insekten, lijken de kansen voor dit gewas toch wel gunstig. Ook de andere ge wassen zoals erwten, vlas en zomergranen staan er goed voor. Wat valt er te doen in de verschillende gewassen in de maand juni? Op die percelen waar nog veel klein onkruid voorkomt kan nog met DNBP gespoten worden. Vooral kamille, kleefkruid en muur moet men zo jong mo gelijk bestrijden. Men kan het beste resultaat verwachten als gespoten wordt bij donker weer op een droog gewas. In deze maar.d kunnen enkele insekten en een gebreksziekte in erwten U last bezorgen. In die gebieden waar voorgaande jaren schade is waargenomen door de knopmade, kan een bespuiting met DDT noodzakelijk zijn. De eerste bespuiting moet enkele dagen voor de bloei plaatsvinden en een tweede be spuiting ongeveer een week later. Halverwege de bloei moet aandacht besteed worden aan het mangaangebrek dat zich later uit in de vorm van kwade harten. Toepassing van 15 kg man- gaansulfaat per ha kan dan op zijn plaats zijn, vooral op kalkrijke grond en met name bij schokkers. Ook zal de erwtepeulboorder moeten worden be streden. De schade door dit rupsje veroorzaakt, kan aanzienlijk zijn. Om de schade tot een minimum te beperken moet er gespoten worden met 1.6 kg of liter parathion per ha zodra de peulen van de randplanten beginnen te zwellen. Ongeveer een week later moet nog eens gespoten worden. Bij konservenerwten mag binnen 10 dagen voor de oogst niet meer gespoten worden. De eerste bespuiting tegen de peulboorder kan eventueel gekombi- neerd worden met de tweede bespuiting tegen kwade harten. Hierbij moet parathion spuitpoeder worden gebruikt. Bij het wieden van stambonen dient men de messen zo ondiep mogelijk af te stellen. Ook in dit gewas is het mogelijk om een chemische onkruidbestrijding toe te passen. Om geen beschadiging van het gewas en toch een goede on kruiddoding te krijgen, kan het beste gespoten worden als de bonen 10 a 15 Schade van de peulboorder kan door tijdige be spuiting voorkomen worden. door R. v. d. MEER R. L. V. D. Goes dagen boven staan. De middelen hiervoor zijn 3 a 4 kg DNBP-acetaat of 7% 1 DNBP/ha. Op zeer lichte gronden iets minder middel gebruiken. Het beste is om tegen de avond te spuiten met niet minder dan 800 1 water/ ha, lage druk en grove druppel en bij een luchtvochtigheid van 60 a 70 Twee ziekten, die in dit gewas kunnen voorkomen zijn: de vlekkenziekte en de vetvlekkenziekte. Hiertegen kan voorbehoedend gespoten worden met koper of zineb of een mengsel van beide. Bij warm zonnig weer kan men beter tegen de avond spuiten om verbran ding van het gewas te voorkomen. Of een bespuiting met koper (vetvlekken ziekte) of zineb (vlekkenziekte) of met allebei nodig is kan men het beste nagaan aan de hand van de Rassenlijst. De bespuitingen moeten meestal en kele malen worden herhaald, de laatste keer vlak voor de oogst. Mochten de stambonen last ondervinden van luis, dan kunt u 2 kg parathion 25 tege lijk met de koper-zineb bespuiting toedienen. Op struktuurgevoelige gronden is het vlas soms een beetje onregelmatig. In deze maand zal men speciaal moeten letten op thrips. Een bespuiting met parathion, dieldrin of heptachloor is gauw rendabel. Mochten nog distels voorkomen in het vlas, haal deze er dan uit. Hierin behoeft in deze maand niet gespoten te worden. De raaigrassen zal men nog moeten opschonen om goedkeuring te verkrijgen. De percelen veld en ruwbeemd zijn reeds in bloei. In het eind van de maand juni zal een begin worden gemaakt met het oogsten van deze percelen. Als het eerste zaad los in de kaf jes zit, moet men beginnen te maaien. Bij een zwaar gelegerd gewas is een scheidingsijzer en binnenzwadbord nodig. Bij veel wind kan men beter een dag te vroeg maaien dan te lang te wachten. De beemdgrassen zitten n.l. niet erg vast in het kaf je. Na de droogte van de afgelopen weken vraagt de regenmeter weer aller aandacht. Onze voorzitter leest belangstellend het aantal gevallen m.ni. af. Nu vrijwel iedereen de aardappelen met de zakken- of wagenrooier wil oogsten, tracht men algemeen een kluitvrij bed op te bouwen. Op de vroege percelen is men daar veelal reeds vrij goed in geslaagd. Op de laatste percelen en dan vooral waar de ondergrond reeds droog en vast is, valt het zeer moei lijk om nog een redelijk bed op te bouwen zonder de grond te droog te maken. Toch moet getracht worden om met zo weinig mogelijk bewerkingen een zo goed mogelijk bed te maken. Een bed dat voldoende breed en hoog is om „groen" te voorkomen. Als de aardappelen in de rij elkaar gaan rakeh, zal een begin moeten wor den gemaakt met het spuiten tegen phythopthora. De eerste twee behandelin gen (mits deze vóór 1 juli plaatsvinden) kunnen in Bintje en Eigenheimer worden uitgevoerd met zineb. De latere bespuitingen worden uitgevoerd met koper of tin. De laatste jaren bleek tin duidelijk minder groeiremming te geven dan koper, terwijl de ziektebestrijding in het loof zowel als in de knol niet minder was dan bij koper. Bij rassen die minder vatbaar zijn (bijv. Meer- iander) kan men later beginnen en ook verder met zineb volstaan. Mochten er nog afvalhopen met zieke aardappelen in uw omgeving voorkomen, ver nietig ze dan onmiddellijk. (Zie verder volgende pagina)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 10