UITBREIDINGSPLANNEN ONDERWIJSNOTITIES over de Leverbot bij runderen en schapen 507 VRIJDAG 29 MEI 1964 STICHTING GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN ZEELAND j^EVERBOTZIEKTE is een ziekte van runderen en schapen, welke een ernstige beschadiging geeft van de lever veroorzaakt door een parasiet, de leverbot (fasciola hepatica). Dit is een platte worm in de vorm van een bot of schol, ongeveer 23 cm lang. Deze volwassen wor men leven in de galgangen van het rund of schaap. De eieren, welke worden geproduceerd, komen via de gal en de darmen in de mest mee naar buiten. Een volwassen leverbot kan tot 6000 eieren per dag produceren. De eieren zijn zeer resistent, ze kunnen wel een jaar blijven leven en overwinteren bij niet al te strenge vorst. Is de buitentemperatuur hoog genoeg, dan ontwikkelt zich uit een ei een larve. De larve zoekt een tussengastheer, waarin hij binnendringt. De tussengastheer is een klein slakje, dat op laag gelegen vochtige plaatsen voorkomt. Na verschillende ontwikkelingsstadia in het lichaam van de slak komen hieruit uit één leverbotei 100150 z.g. cercariën vrij. Deze ingekapselde larven hechten zich aan het vochtige gras en worden dus zó door de grazende dieren opgenomen. In de maag lost het kapsel op, de larven komen via de dunne darm, waar ze de darmwand door boren. Na omzwervingen door het lichaam en het leverweefstel komen ze uiteindelijk als bijna vol wassen parasieten in de galgangen, van waaruit de kringloop opnieuw kan beginnen. IIET is dus voor de hand liggend, dat vooral in de natte gebieden een regelmatige infectie van de dieren zal plaats vinden, waardoor de ziekte een ernstig probleem vormt. De ziekteverschijnselen bij de runderen wijzen op een stoornis van de spijsvertering. Men ziet afwis selend diarrhee en trommelzucht, en sterke verma gering gepaard met bloedarmoede en melkproduc tiedaling. Bij schapen kennen we twee vormen van lever botziekte. De acute en de chronische vorm. Bij de acute vorm, welke optreedt als er een zeer sterke infectie plaats heeft, zien we soms plotselinge sterf te met weinig of geen ziek zijn. Veelal zijn de dieren erg lusteloos en soms gepaard gaande met koorts. De voedselopname vermindert sterk. Deze vorm zien we optreden in de nazomers als de tem peratuur vrij hoog is en er tegelijkertijd veel regen valt, of althans een hoge waterstand is (nazomer 1963). De chronische vorm is veel belangrijker. De eerste verschijnselen hiervan zien we 23 maan den na de infectie. De dieren vermageren sterk ondanks goed eten. De slijmvliezen van ogen en mond worden bleek door de ontstane bloedarmoe de. Soms zien we vochtophopingen (oedemen) onder de huid, speciaal bij de onderkaak (het z.g. leverbotzakje). De wol wordt droog en valt uit. Vaak treedt diarrhee op en door de steeds toe nemende vermagering sterven de dieren tengevol ge van uitputting. Bijkomende infecties met maagdarmwormen kun nen het proces versnellen. Als het niet tijdig wordt behandeld, dan kan het sterftepercentage wel 50 belopen. UET stellen van de diagnose is niet altijd even gemakkelijk. Het aantonen van een voldoend aantal eieren in de mest, of sectie van een gestor ven dier moeten hierbij de beslissing geven. BEHANDELING AP het gebied van de bestrijding zijn de laatste v jaren goede vorderingen gemaakt. Er zijn en kele nieuwe middelen gekomen, welke zeer goede resultaten geven. De klinisch zieke dieren zijn erg gevoelig, ook voor geneesmiddelen. Het is bij deze dieren dan ook niet gewenst te trachten zo veel mogelijk leverbotten ineens te doden. Na het toedienen van een lage dosis kan na twee weken een yolle dosis geneesmiddelen worden gegeven. Men volge hierbij precies de voorschriften van de dierenarts op om teleurstellingen te voorkomen. Daar de dieren zich steeds weer herbesmetten, dient de behandeling periodiek herhaald te worden. Bij de bestrijding van de leverbot zijn twee punten van essentieel belang. 1. Het geneesmiddel moet goed zijn en juist worden gedoseerd. 2. Het juiste tijdstip van behandeling: Aan het eind van de stalperiode zal de eerste behan deling moeten plaats hebben. De dieren kun- nen dan praktisch leverbotvrij in de weide. De volgende behandelingen kunnen dan plaats vinden begin oktober en begin januari. Bij schapen wordt de behandeling anders, omdat deze dieren niet of weinig op stal komen. Hier kie zen we het volgende schema: begin mei, begin oktober, eind november, begin januari en eind februari. Worden runderen en schapen samen ge weid, dan dienen beide soorten dieren te worden behandeld, zoals boven voor ieder soort is aange geven. VOOR de preventie van de leverbot is een goede waterhuishouding in het weiland van enorme betekenis. De slootkanten en de greppelkanten moeten scherp afgestoken zijn. Ingetrapte kanten houden water vast en vormen een ideale plaats voor de slakjes. Ook de drinkputten dienen goed bijgehouden te worden. Langs de kreken moet de afrastering voldoende ver van het water worden geplaatst. Regelmatig rollen van de lage stukken om de putten dicht te drukken heeft een zeer gunstige invloed. De slakjes leven bij voorkeur op de grens van nat en droog. Zijn de grenzen niet al te breed, dan is het mogelijk om door een bespuiting met een slakkendodend middel (b.v. D. N. C.) een groot aantal slakken te verdelgen. Hierover kunt U de Voorlichtingsdienst of de Gezondheidsdienst advi seren. De schade, welke jaarlijks door de leverbot wordt veroorzaakt, is enorm groot. Alleen al aan afgekeurde levers, tengevolge van lever bot wordt jaarlijks door de slachtveeverzeke ring 3,5 miljoen gulden uitbetaald. Door be rekening heeft men het totaal melk- en vlees- verlies kunnen stellen op 120,5 miljoen gulden, zodat alleen al in de rundveesector een jaar lijkse schade van 124.000.000,wordt ge leden. Bij de schapen bedraagt de jaarlijkse schade 1.000.000,Het schadebedrag van 125 mil joen gulden jaarlijks is dermate groot, dat ieder zich dient in te spannen dit belangrijk in te perken. STICHTING GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN ZEELAND A. J. B. HAMMINK 's-Heer Arendskerke. G. S. hebben goedgekeurd de partiële herzieningen van de uitbreidingsplannen 's-Heer Arendskerke (industrieterrein), Lewedorp (gemeente 's-Heer Arendskerke) en 's-Heer Hen drikskinderenOost (gemeente 's-Heer Arendsker ke). Binnen een maand na 9 mei 1964, kunnen be langhebbenden die zich met bezwaren tot de ge meenteraad hebben gewend, beroep instellen b« dê Kroon. Sluis. Vanaf 15 mei 1964, ligt ter gemeente-secre tarie ter inzage het herziene wederopbouwplan voor de gemeente Sluis, zoals is vastgesteld bij raadsbe sluit dd. 26 okt. '62 en goedgekeurd door de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid dd. 13 april '64, met uitzondering van het bepaalde onder g in de artt. 2, 3 en 4 van de bijbehorende bebouwings voorschriften. Zoutelande. G. S. hebben goedgekeurd: a. het bij raadsbesluit vastgestelde uitbreidingsplan in onderdelen van de gemeente Zoutelande 1963 „Kamphuisjesterrein Koppejan"; b. de bij raadsbesluit vastgestelde partiële herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen „kamp huisjesterrein gemeente Zoutelande 1963". Binnen een maand na 8 mei 1964 kunnen belang hebbenden die zich met bezwaren tot de gemeente raad hebben gewend, beroep instellen bij de Kroon. Diploma-uitreiking aan de geslaaglen van de Chr. Lagere Land- en Tuin bouwschool „De Vliedberg" te Middelburg AP donderdag 14 mei j.l. vond de diploma-üitreiking plaats in de recreatiezaal van de school. De voorzitter van de Commissie van Toezicht, de heer W. de Buck, kon een zeer groot aantal ouders van leerlingen en geslaagden welkom heten. De ouders van de leerlingen van de lagere klassen waren namelijk ook aanwezig. Burgemeester Ter Haar Romeny reikte de diploma's uit, nadat hij de heren De Buck en Francke had gefeliciteerd met hun koninklijke onderscheiding. De heer De Buck reikte, namens de Z. L. M., boekenbonnen uit aan Bert Luyck no. 1 van de afdeling Land- en Tuinbouw en aan Ko Sinxe no. 1 van de afdeling Landbouw van klas 4 b. Ir. J. Versteeg feliciteerde de leerlingen met het behaalde succes en wees vervolgens op de goede mogelijkheid van verder studeren. Met name noemde hij de B-opleiding aan de R. L. M. S. te Goes, welke twee studiejaren in beslag zal nemen. Deze opleiding biedt de mogelijkheid om toegelaten te worden tot een Hogere Landbouwschool. Daarna kan men nog verder studeren aan de Landbouw hogeschool of aan de Veeartsenij kundige hogeschool. I\E voorzitter van de Kring Walcheren van de Z. L. M., de heer S. de Visser, feliciteerde de gedi- plomeerden en schonk een boekenbon aan Frans Zwemer -no. 1 van klas 4 a. De heer De Visser vestigde de aandacht der aanwezigen op vier belangrijke zaken, n.l. het middelbaar onderwijs, de jongerenorganisaties, de uitwisseling en het muziekonderwijs. Het was spr. opgevallen, dat de meeste jongens het Zeeuwse volkslied niet voldoende kenden. De leerlingen reageerden hierop door spontaan, onder leiding van enkele jongens uit de derde klas, dit lied te zingen. De heer Lampert, directeur van de Coöp. Melkfabriek, wees er op, dat cijfers niet alleen door slaggevend zijn in het leven, maar dat vooral ook de karaktereigenschappen zeer belangrijk zijn. De heer P. de Lange voerde hierna het woord namens de ouders. Hij dankte directeur en leraren en wees op de uitwisseling van de leerlingen met een school in Ruurlo. Tenslotte vergeleek spr. de ontwikkeling van het lager landbouwonderwijs met die van het middelbaar landbouwonderwijs. Hier bij moest spr. constateren, dat het de hoogste tijd werd, dat het middelbaar onderwijs aangepast wordt, zodat er een betere aansluiting op het lager landbouwonderwijs verkregen zou worden. Kees de Lange sprak namens de leerlingen en overhandigde een foto van de geslaagden. De leraren ontvingen een boekenbon. IYE directeur, de heer W. Fase, gaf hierna een overzicht van het onderwijs in het afgelopen jaar. Spr. wees op de volgende punten: de goed bezochte contactavonden, de uitwisseling, de bespre king met de ouders en werkgevers over het praktijkonderwijs en de Landbouwpraktijkschool te Schoondijke. Aan het leerlingenstelsel voor de tuinbouw, richting groenteteelt, zullen 3 leerlingen meedoen. Dit houdt in, dat men gedurende 2 x 40 weken vervolgonderwijs ontvangt, waarbij de nadruk komt te liggen op het praktisch gedeelte. Dit leerlingenstelsel wordt gegeven in samenwerking met de lagere tuinbouwschool in Kapelle en de praktische lessen zullen zoveel mogelijk in Walcheren komen. Na de pauze vertelde de heer Koppenhol, praktijkleraar groenteteelt, aan de hand van dia's het één en ander over het praktijkonderwijs in groenteteelt. Tenslotte werden nog enkele films vertoond, n.l. Deltafase I en Terug naar het eiland. Geslaagd zyn: Diploma LANDBOUW: J. J. Baas te Nw.- en Sint-Joosland; A. Boogaard, A. Walhout te Middelburg; J. v. d. Bosse, J. J. Breel, F. J. Louwerse allen te Gapinge; A. v. d. Broeke te St. Laurens; J. Cevaal te Ritthem; A. de Graaff, A. Maljaars, F. Zwemer allen te Koudekerke; H. Jobse, J. Sinke, H. A. Vos allen te Souburg; K. Dekker, P. Koppejan, A. Wisse allen te Biggekerke; C. P. J. de Lange te Wissenkerke; S. Maljaars te Westkapelle en L. Matthijsse, G. de Visser, I. Wisse allen te Meliskerke. Diploma TUINBOUW: C. Franse te Middelburg. Diploma LAND- en TUINBOUW: J. de Bree te Zoutelande; B. Koets te Biggekerke; C. v. d. Kreke, J. J. Polderman, J. de Visser allen te Souburg; Chr. Kwast te Vlissingen; H. A. Luyk te Kamperland en W. v. d. Sluis te 's Heer-Arendskerke. Afgewezen: 4 leerlingen. Bevorderd van klas 3 naar klas 4: G. J. Antheunisse, J. Bostelaar, A. A. Geuze en K. Walhout allen te Middelburg; A. Baas, C. Boone en M. Markusse allen te Nw.- en St. Joosland; A. Barentsen, J. Caljé, en T. Sinke allen te Souburg; B. Brasser, E. P. Gideonse, W. J. de Schipper allen te Koudekerke; W. Cevaal en C. Stroo beiden te Ritthem; J. Francke te Grijpskerke; J. A. de Lange te Wissenkerke; M. Melse te Me liskerke; D. Verhulst te Kamperland; J. Lievense en J. D. Minderhoud beiden te Westkapelle. en W. P. Reynierse te 's-Heer Arendskerke. Niet bevorderd 1 leerling. Voorw. bevorderd 1.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1964 | | pagina 11