Bestuur Z.U. vergaderde
KORT
VERSLAG
ALS PADDESTOELEN
VRIJDAG 8 MEI 1964
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
LANDBOUWBELEID
AKKERBOUW
TUINBOUW
VEEHOUDERIJ
WERKGEVERSBELANGEN
BENOEMINGEN
i
52e Jaargang No. 2730
Frankering Dij abonnement: Terneuzen
BIJ de opening van de vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z. L. M.
op maandag 4 mei j.l. in hotel „De Caisson" te Biezelinge, stond de
voorzitter, ir. M. A. Geuze, na alle aanwezigen van harte welkom geheten
te hebben allereerst stil bij de Koninklijke onderscheiding, die de algemeen
sekretaris der Z. L. M., mr. J. F. G. Schlingemann, op 29 april j.l. werd ver
leend. Ir. Geuze gaf daarbij uitdrukking aan de bijzondere verheugenis, die in
Z. L. M.-kring deze onderscheiding heeft gegeven.
Het feit, dat de heer Schlingemann tot Officier in de Orde van Oranje
Nassau is benoemd, op een in zijn loopbaan bijzonder tijdstip, verheugde
het bestuur ten zeerste.
Vervolgens richtte de voorzitter zich tot de heer W. de Buck, die even
eens ter gelegenheid van de verjaardag van Hare Majesteit de Koningin een
onderscheiding werd verleend. Spreker schetste de verdiensten van de on
derscheidene zowel binnen het terrein van de landbouw als daar buiten.
De heer Geuze besloot met de wens uit te spreken, dat beide onderschei
denen de versierselen nog lang zullen mogen dragen.
De vergadering besloot voorts een schriftelijke gelukwens toe te zenden aan
de directeur-generaal van de Landbouw, de heer ir. J. W. Wellen, in ver
band met diens benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
HET bestuur nam met belangstelling kennis van
de behandeling van een aantal belangrijke
landbouwonderwerpen op nationaal niveau.
De vergadering sprak de wens uit dat op korte
termijn enige resultaten bekend zullen worden
van de besprekingen die gevoerd worden over de
regelingen t.a.v. de bedrijfsgebouwen en de fis
cale problematiek voor de landbouw.
Unaniem was men van oordeel dat zo snel mo
gelijk maatregelen op de genoemde terreinen ge
nomen moeten worden. Met name werd, mede ge
zien de concurrentiepositie t.o.v. andere landen
gewezen op het grote belang van hogere afschrij
vingspercentages voor gebouwen, installaties en
machines.
De vergadering nam voorts kennis van de vast
stelling door de minister van de oriëntatieprijs
voor vlees. Hoewel de werkelijke prijzen hoger
liggen op dit moment kan een invloed van deze
vaststelling op de melkprijs worden aangetoond.
Of het nog steeds overblijvende verschil tussen
de door de minister vastgestelde richtprijs voor
de melk en het door het Landbouwschap gevraag
de bedrag zal worden overbrugd, dient evenwel
te worden afgewacht.
De vergadering was van oordeel dat door het
bedrijfsleven zelf wel degelijk vele mogelijk
heden worden aangegrepen om tot een zo goed
mogelijke valorisatie te komen. Men kan altijd
stellen dat bepaalde zaken niet snel genoeg
verlopen, maar de groei naar nieuwe ontwikke
lingen heeft ook een bepaalde tijd nodig. Er is
hier echter ook een taak weggelegd voor de
overheid. Om, zoals de laatste tijd voorkomt,
ook van overheidszijde de tegenstellingen zo
scherp mogelijk te stellen, acht het bestuur
minder verstandig vooral in deze ontwikke
lingsperiode, waarin samenwerking en geco
ördineerd optreden geboden is.
VAN de innameregeling voor aardappelen was
tot nog toe geen gebruik gemaakt in een mate
die verwacht kon worden. Vermoedelijk zullen
de komende weken de aanbiedingen toenemen.
Tot 31 mei bestaat nog de gelegenheid om van
deze innameregeling gebruik te maken. Van ver
schillende kanten wordt er op gewezen dat het de
vraag kan zijn of bij een omvangrijke aanbieding
de laatste week wel alles geaccepteerd zal worden.
Met betrekking tot de mogelijke invoering van
een kwaliteitsregeling voor consumptie-aardap
pelen besloot de vergadering de oriënterende be
sprekingen die hieromtrent worden gevoerd voort
te zetten.
Uitvoerig beraadde de vergadering zich we
derom over de positie van de grasdrogerijen.
Met de V. C. G., zal naar aanleiding van een
nieuw overgelegde nota nader bezien worden
welke maatregelen mogelijk zijn om tot een
verbetering van de huidige voor een aantal dro
gerijen ernstige situatie te komen.
Voorts nam de vergadering kennis van de be
sprekingen te Brussel over het graanbeleid in de
E. E. G. Deze maand hoopt men zover te komen
dat de Nederlandse prijzen bekend gemaakt kun
nen worden.
Het bestuur verwachtte dat de al eerder bepleite
zeer noodzakelijke verhoging van de tarweprijs nu
uiteindelijk gerealiseerd zal worden. Over de con
sequenties van de uitbreiding van de tarweteelt
o.a. voor de vervroeging van de afzet zal door
het bestuur nog nader van gedachten worden ge
wisseld.
Ten aanzien van de voergranen onderschreef de
vergadering nogmaals de noodzaak van een 'oe-
.waarvergoeding en een staffel. De verwachting
is dat ook ten aanzien van de voergranen nadere
beslissingen bekend zullen worden.
Tenslotte wees het bestuur nog op het belang
van een koolzaadregeling voor de Nederlandse ak
kerbouw.
HE heer P. J. J. Dekker deelde mede, dat de
bloei van de vruchtbomen en het kleinfruit
op dit moment goede verwachtingen wettigt. De
temperatuur bleek ondanks de weersontwikkeling
van de laatste tijd niet te zijn tegengevallen.
Ten aanzien van de ontwikkeling van de kas-
tuinbouw.in de diverse delen van Zeeland doen
zich een aantal problemen voor waarover ook
in de tuinbouwkommissie nader is gesproken.
Voor de problemen rond de watervoorziening
is het beraad inmiddels zover gevorderd dat de
verwachting kon worden uitgesproken, dat bin
nenkort een gunstiger regeling voor de tuin
bouw bekend gemaakt kan worden.
Over de problemen die samenhangen met
electriciteitsaansluiting is men op Tholen in een
kleine studiekommissie bezig een rapport sa
men te stellen.
Op zeer korte termijn' hoopt men het D. B. hier
over verslag te kunnen uitbrengen. Daarna zal
overleg met de desbetreffende instanties volgen.
HET bestuur besloot in principe akkoord te gaan
met de door de Gewestelijke Raad van het
Landbouwschap te stellen voorwaarde om voor een
aanhoudvergunning voor een beer aansluiting bij
de afd. varkensziektebestrijding van de Gezond
heidsdienst voor Dieren te verlangen. Omtrent de
financiële regeling zal het bestuur nog een nadere
toelichting verzoeken.
Een voorstel van de veehouderijkommissie om
te bevorderen dat er kruisingsproeven zullen wor
den genomen om te trachten een verbetering in
de vleesrassen voor Nederland te komen, werd
door het bestuur overgenomen. Bij de desbetref
fende instellingen zal deze kwestie aanhangigi
worden gemaakt.
Op voorstel van de veehouderijkommissie besloot
het bestuur om een veehouderij-excursie te or
ganiseren. Deze excursie zal worden gehouden op
een nader te bepalen dag begin juli.
DE vergadering nam kennis van de bezwaren
van het secretariaat van de hoofdafdeling So
ciale Zaken tegen de nieuwe c.a.o. Deze bezwaren
hebben o.m. betrekking op de oogsttoeslag en de
verhoging diplomatoeslagen. Het bestuur was na
bespreking van deze kwestie van oordeel, dat deze
bezwaren ongegrond zijn, en sloot zich ten volle
aan bij de stellingname hiertegen van de Sociale
Commissie van de Gewestelijke Raad.
De resultaten van de stappen van deze commis
sie zullen eerst moeten worden afgewacht. De uit
eindelijke goedkeuring zal nog wel enige tijd op
zich laten wachten. In verband hiermede onder
vindt het verzenden van de C.A.O.'s aan de leden
werkgevers vertraging daar het drukken van de
C.A.O.'s moet wachten tot deze goedkeuring ver
leend is.
BENOEMD in de Kommissie tot nazien van de
rekening der Z. L. M. de heer P. J. de Putter
te Kamperland.
Benoemd in de Kommissie van Toezicht van de
Landbouwhuishoudschool te Tholen mevrouw Duij-
zervan Beek te Poortvliet en mevrouw Groene-
wegeBlok te St. Maartensdijk.
Tot bestuurslid van Landbouw-Risico werd her
benoemd de heer mr. J. F. G. Schlingemann.
SNELLE vermeerdering. Daaraan doet de zegs
wijze „Als paddestoelen uit de grond schieten"
denken. YVe denken nu echter niet aan een snelle
vermeerdering van deze planten. Neen, aan de wer
kelijk spektakulaire groei van het aantal kommis
sies op nationaal niveau in onze landbouwwereld.
In betrekkelijk korte tijd zijn er nu vier kom
missies tot stand gekomen wier terreinen elkaar
nauw raken en voor een deel overlappen. De oud
ste is de zogenaamde valorisatie-kommissie inge
steld door het Landbouwschap.
Vervolgens kwam de kommissie uit de 3 centrale
landbouworganisaties èn de nationale coöperatieve
raad tot stand. Kort daarop gevolgd door een door
de minister van Landbouw geïnspireerde kommis
sie. De vierde tenslotte schijnt een persoonlijke aan
gelegenheid van de voorzitter van het Landbouw
schap de heer A. W. Riewenga te zijn, die direk-
teuren van centrale coöperaties tot nader overleg
heeft uitgenodigd.
Het accent ligt niet geheel gelijk. De landbouw
schapskommissie houdt zich voornamelijk bezig
met valorisatie het tot waarde brengen pro
blemen van landbouwprodukten in het algemeen.
De 3 elo's met de ncr onderzoeken ondermeer de
mogelijkheid van het instellen van een nationale
agrarische raad en producenten-organisaties. De
ministeriële kommissie bestudeert vooral de markt-
struktuur en wat de heer Biewenga wil is ons niet
geheel duidelijk. Maar zijn kommissie of orgaan
van overleg zal wel met afzetproblemen te maken
hebben. En in feite is dat by alle vier het geval.
Hetzij in een wat bredere of engere zin. Waarom
dan nog geen vijfde kommissie namelijk voor de
co-ordinatie erbij? Met de wet van Parkiston voor
ogen slaan we met dit voorstel geen gek figuur.
En bovendien vijf is een mooi rond getal.
JOCH zijn
er wel verschillen. Noemen we de
samenstelling. Zo is bijvoorbeeld de valorisatie
kommissie veel gemengder dan die uit de 3 clo's
en ncr. Dat zal ongetwijfeld de konklusies sterk
beïnvloeden. Ze zullen variëren van vage algemeen
heden en aanbevelingen tot werkelyk duidelijke
voorstellen. Althans dat laatste hopen we vooral.
Een meer homogeen samengestelde groep kan
nu eenmaal gerichter werken dan een breed samen
gesteld orgaan van overleg. Standsorganisaties en
publiek rechtelijke organisaties, coöperaties en niet-
coöperatieve handel en verwerking, overheid en
bedrijfsleven, specialisten en algemeen deskundi
gen, beleidsfiguren en adviseurs, ze praten allemaal
mee. Over die éne patiënt: de landbouw. Om de
markt en afzetpositie te verbeteren.
We vinden dat bijzonder loffelijk. De vloedgolf
van ideeën en gedachten komt ons inziens alleen
een beetje laat. En de vraag rijst: zal er werkelijk
wat uitkomen? Wat uitkomen waar onze land
bouw metterdaad beter of althans niet minder van
wordt. Ook al is dat dan op wat langere termijn.
(Zie verder pag. 436.)